Periode 3.1: Beeldspraak en stijlfiguren

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Aan het eind van dit blok

* weet je wat beeldspraak is

* weet je wat stijlfiguren zijn
* kun je (werkwoord)spelling
   goed toepassen
* kun je dit allemaal verwerken 
   in een zelfgeschreven 
   column 

Wat is geen kenmerk van een column?

1. Persoonlijk
2. Opiniëren/informeren/ amuseren/overtuigen
3. Lengte is altijd gelijk
4. Beeldspraak

Wat is geen kenmerk van een column

1. Verschijnt regelmatig in tijdschrift of krant
2. Het taalgebruik is formeel.
3. Humor
4. Actueel

Kenmerken column

• Verschijnt regelmatig in tijdschrift/krant (kranten hebben vaak vaste columnisten)
• Lengte verschilt
• Informeel en persoonlijk (‘ik’)
• Standpunt innemen
• Lezer verrassen
• Tekstdoel: opiniëren/informeren/amuseren/overtuigen
• Humor
• Actueel
• Taalgebruik: beeldspraak en stijlfiguren

Verschillende soorten beeldspraak

Vergelijking: Je tuin ziet eruit als een wildernis

Metafoor: Wat een wildernis is het hier! 

Metonymie: Oranje heeft weer goud gewonnen.

Personificatie: De bomen fluisteren zachtjes zijn naam.

Opdracht

We gaan straks een filmpje kijken over metaforen. Probeer zoveel mogelijk metaforen op te schrijven.

Welke metaforen heb jij gehoord in het filmpje?

Werk voor week 1

* Lees de uitleg van het schrijven van een column goed door (introductie)
* Bekijk de PowerPoint (met bijbehorende filmpjes)
* Maken: Blok 1 Fictie opdracht 6.3 - Beeldspraak

* Maken : Blok 2 Fictie opdracht 6.1-4 t/m 6.7