Hoofdstuk 3 3K Geld over en ter kort 3.4 Reserveren 3.5 Geld te kort

Hoofdstuk 3 Geld over en ter kort
3.4 Reserveren
3.5 Geld te kort
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3 Geld over en ter kort
3.4 Reserveren
3.5 Geld te kort

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe de vervanging van duurzame goederen financieel geregeld wordt en hoe je grote aankopen kunt financieren.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over de hoe de vervanging van duurzame goederen financieel geregeld wordt?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruiksduur
Hoe lang gaat iets mee voordat je het moet vervangen? 

Je hebt verbruiksgoederen en gebruiksgoederen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reserveren
Het regelmatig apart zetten van geld om in de toekomst de vervanging van duurzame goederen* te kunnen bekostigen.

*Duurzame goederen zijn bijvoorbeeld een auto, telefoon of televisie.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervangingsprijs en restwaarde
Vervangingsprijs zijn de kosten voor het aanschaffen van een nieuw duurzaam goed. Restwaarde is de geschatte waarde van je product als je het wilt vervangen.

Je wilt een nieuwe telefoon kopen (vervangingsprijs), gaat je oude telefoon verkopen (restwaarde).

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Budgetteren
Alle inkomsten en uitgaven op een rijtje zetten, om te kijken of je uitkomt en niet tekort komt/iets kunt sparen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Financiering
Het krijgen van geld om aankopen te doen. Het kan via eigen spaargeld, leningen, of andere vormen van krediet.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lening en kosten
Een lening is een bedrag dat je leent en later terugbetaalt met rente. Lenen kost geld vanwege de rente die je betaalt.

Je betaalt maandelijks een bedrag: aflossing en rente.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan de slag
Stel je wilt een nieuwe iphone van € 1.500 kopen over twee jaren. Voor je oude kan je nog €150 krijgen. 

Hoeveel moet je per maand opzij zetten om over twee jaar die telefoon te kopen?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.