OI-2 Thema 7 paragraaf 6 Methodiek

• Didactiek
• MBO
• Studiejaar 2

OI-2 Thema 7 §6 Methodiek

De opdracht

De planning

De methodiek

- Algemene methodiek

- Vak- of sportspecifieke methodiek

- Deel- / totaalmethode

- Leergang

- Methodisch didactische hulpmiddelen

Sport specifieke methodiek bij :

Individuele 

sporten

Spelsporten

Individuele sporten

Je ontleed de sporten !

Je bent daarbij vooral bezig met:

- van enkelvoudig naar samengesteld

- van minder complex naar complex

- van laag naar hoog

- etc

Veelal deelmethode en de transfer van technieken...

Spelsporten

Je werkt van stap 1 naar stap 7

1.  Statisch oefenen 

2. In beweging 

zonder richtingsveranderingen

3. In beweging 

met richtingsveranderingen

 

Spelsporten

Je werkt van stap 1 naar stap 7 (vervolg)

4. Met passieve verdediger (passieve druk)

5 .Met actieve verdediger

6. Spel situatief = waar beide partijen evenveel kans hebben om te winnen en/of te verliezen (Balans tussen de 2 partijen)

 

   

Spelsporten

Je werkt van stap 1 naar stap 7 (vervolg)

7. Wedstrijd situatief 

= waar de balans ‘verstoord’ wordt en er in een bepaald gebied van het speelveld wordt geoefend (2 verdedigers tegen 1 spits)

 

   

Spelsporten

1. Het speelveld aanpassen 

De zaal groter maken, kleiner, breder, smaller, langer...

Wat verandert er aan het spanningsveld? 

2. Het materiaal of het speelvoorwerp veranderen 

3. De opstelling of organisatie veranderen 

4. Aantal goaltjes of grootte goaltjes aanpassen 

5. Het aantal spelers / teamverdeling aanpassen

bv grotere bal, lichtere bal kleinere of grotere pionnen 

Mogelijkheden om spel te beïnvloeden:

Je kan voor 2 situaties kiezen of in de breedte gaan spelen dan beïnvloedt dat de manier van spelen.

Je kan kiezen voor: één groot goal kiezen, één groot vlak / meerdere goaltjes, de goaltjes andersom neerzetten met de opening naar de achterlijn. Combinatie van mogelijkheden.

een overtal, neutraal overtal, ondertal

6. Het veranderen van de regels

De manier van scoren kunnen aanpassen, eerst 3 x samen- spelen of 1-2’s maken, via de helpkant aanvallen of daar waar de minste verdedigers staan, het aantal keren raken van de bal...

BHU-model

Je differentieert op leervoorstelniveau (opdracht) volgen het BHU-model

B: Basisvorm (rondo waarbij de bal 2x geraakt mag worden)

H: Herhalingsvorm (ronde waarbij het aantal balcontacten vrij is)

U: Uitbreidingsvorm (rondo waarbij de bal maar 1x geraakt mag worden)

T.R.A.D. wat betekent dit?

TRAD principe

T

R

A

D

TIJD (eerder, later)

TEMPO (langzamer, sneller)

RICHTING (met / zonder richtingsveranderingen)

REGELS

AFSTAND / HOOGTE

DRUK / WEERSTAND

01:53

Wat ga je aanpassen T.R.A.D.?

Tijd/tempo?

Richting/regels?

Afstand/hoogte?

Druk/weerstand?

Wat hadden de foto's te maken met deze les?

Juiste antwoorden foto’s

• Turnen: Verandering op leervoorstelniveau
• Sterkworp en waterpolo: Aansluitend bij bekende bewegingsvormen
• 11v11 en 3v3 voetbal: makkelijk naar moeilijk
• Hordelopen: samengestelde beweging
• Salto springen: verandering op arrangementsniveau

Samenvattend !!!

Bij opeenvolgende oefeningen binnen een lessenreeks praten we over methodiek

 

Bij het aanpassen van oefeningen aan het niveau van individuele deelnemers tijdens de les spreken we over individuele differentiatie.

Bij het aanpassen van oefeningen aan het niveau van de hele groep tijdens de les spreken we over groepsdiferentiatie. 

Om aanpassingen te maken binnen jouw methodiek moet je het TRAD-principe en BHU-model toepassen...

Opdracht 1

Je krijgt 2 A4tjes. Je mag je laptop/boek erbij houden. De opdracht is individueel.

• Zoek de 4 methodische principes op in het boek en schrijf per kant op je 2 A4tjes bovenaan de methodische principe.
• Daarna komt er een verdeling hoe je dit moet gaan uitwerken per student. 

Opdracht 2

• A4tjes uitwisselen met buurman/vrouw.
• Aanvullen waar nodig. 
• A4tjes terug geven en bekijken wat de eventuele wijzigingen zijn. 
•  Dit wordt allemaal in stilte en individueel uitgevoerd!