Woordenboekles BK2 Engels - Nederlands

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

English lesson 
After this lesson...
- you know how to use an English - Dutch dictionary
- you have practised using a dictionary. 


Today:
- How to use a dictionary (word web)
- Instruction
- exercises to practice
- Evaluation and homework 

Slide 2 - Diapositive

Hoe 'lees' je een woordenboek. 
  1. Het woord dat je moet opzoeken.
  2. De uitspraak van het woord. 
  3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
  4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoor.
  5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
  6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 3 - Diapositive

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Slide 4 - Diapositive

Stam van het woord
It was extremely  cold outside.   >   stam = extreme
She loved her new phone.            >   stam = love
That is unfair.                                      >   stam = fair  
They are talking  too much.          >   stam = talk


Slide 5 - Diapositive

Guess the word 
Het raden van een woord is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Zo hoef je niet elke keer het woordenboek erbij te pakken.  
Je kan de betekenis soms uit een zin halen, het woord kan op het Nederlands lijken of misschien herken je al een deel van het woord. 

Slide 6 - Diapositive

Zet de letters in alfabetische volgorde:
W F O L D V

Slide 7 - Question ouverte

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als laatste?
why, paper, apple, tight, sleep

Slide 8 - Question ouverte

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als laatste?
consult, construct, consider

Slide 9 - Question ouverte

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als eerste?
lamp, snake, under, high, table

Slide 10 - Question ouverte

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als eerste?
threat, thong ,throat, tight

Slide 11 - Question ouverte

Welk woord zal niet in deze vorm in het woordenboek staan?

Slide 12 - Diapositive

She walks to work every day.

Slide 13 - Question ouverte

The soup is colder than usual.

Slide 14 - Question ouverte

They are the friendliest people on earth.

Slide 15 - Question ouverte

Zet de volgende woorden in alphabetische volgorde.

Slide 16 - Diapositive

1
2
3
4
5
6
7
8
9
abandon
abominable
afternoon
agency
airport 
airship
ahead
ashtonishing 
astronomy

Slide 17 - Question de remorquage

Wat is de stam van het volgende woord:
considered


Slide 18 - Question ouverte

Wat is de stam van het volgende woord:
accurately

Slide 19 - Question ouverte

Gebruik je woordenboek! Wat is de betekenis van het volgende woord:
accurately

Slide 20 - Question ouverte

'Hold your horses!'
Wat betekent dit en op welk woord heb je gezocht?

Slide 21 - Question ouverte

"Hit the sack'
Wat betekent dit en op welk woord heb je gezocht?

Slide 22 - Question ouverte