3.1 Leven in de Sovjet-Unie

3.1 Sovjet-Unie
Leven in de Sovjet-Unie
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

3.1 Sovjet-Unie
Leven in de Sovjet-Unie

Slide 1 - Diapositive

Nicolaas II
Nicolaas II en gezin

Slide 2 - Diapositive

Onrust 1905
Russisch - Japanse oorlog 1904 - 1905
Rusland verliest, dit leidt tot veel onrust en uiteindelijk een bloedige opstand
Doema = Russisch Parlement ingesteld

Slide 3 - Diapositive

1914 - 1917
Tijdens WO1 ontstaan voedseltekorten, hierdoor nieuwe en grotere opstanden --> Februarirevolutie 1917, Rusland in chaos

Oktoberrevolutie 1917: Communisten grijpen de macht

Slide 4 - Diapositive

Lenin 
(1870-1924)

Leider Communistische partij

- Is door Duitsland naar Rusland gestuurd na de Februarirevolutie om onrust te zaaien

Slide 5 - Diapositive

Burgeroorlog
Na Oktoberrevolutie nog steeds chaos. 

Aanhangers van de Tsaar = Witte leger
Aanhangers communisme = Rode leger

1921: Communisten winnen burgeroorlog
1922: Communistische partij vormt de Sovjet-Unie

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Maken deze les
3.1 Leven in de Sovjet Unie

Opdracht  3 & 4
3f overslaan

blz. 70-72

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

  • Lenin maakte van de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving
  • De overheid heeft alle macht in handen en heeft een enorme invloed op het dagelijks leven. 

Slide 11 - Diapositive

Communisme
Kenmerken communisme:
  1. Geen kapitalisme ( vrije markt economie)
  2. Klasseloos = iedereen is gelijk
  3. Alles in het land is van iedereen
  4. Alle bedrijven van de staat

Slide 12 - Diapositive

Lenin: 1917 - 1924
Stalin: 1924 - 1953

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Stalin
  • Nam na Lenin de macht over in Sovjet Unie
  • Vermoorde of verjaagde concurrenten binnen de partij.

Slide 15 - Diapositive

originele foto 1918: Lenin en Trotski
Eerste vervalsing 1924: Stalin is er links bijgezet.

Slide 16 - Diapositive

tweede vervalsing 1926: geen spoor meer te bekennen van Trotski

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Stalin
  •  Komt in 1924 aan de macht (na dood Lenin).
  • Machtigste persoon communistische partij
  • Stalinisme: angst en terreur

Slide 20 - Diapositive

Stalin maakt gebruik van propaganda en censuur
Stalin gebruikte alles om zijn macht in het land te vergroten en te behouden. 
Stalin bepaalde wat er in de kranten én de geschiedenisboeken kwam te staan: vroegere medestanders werden 'er uit geschreven'

Slide 21 - Diapositive

Maken deze les
3.1 Leven in de Sovjet-Unie

Opdracht 6 t/m 8
7b overslaan

blz. 70-74 van je boek

Slide 22 - Diapositive

Communisme
Kenmerken communisme:
  1. Geen kapitalisme ( vrije markt economie)
  2. Klasseloos = iedereen is gelijk
  3. Alles in het land is van iedereen
  4. Alle bedrijven van de staat

Slide 23 - Diapositive

Terreur


  • Stalin zag overal tegenstanders, vooral in mensen die een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
  • Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en veroordelen. 

Slide 24 - Diapositive


Showprocessen

  • Tegenstanders werden (meestal) vals beschuldigd en werden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld

Slide 25 - Diapositive


Goelag

  • Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
  • Dwangarbeid verrichten.
  • Ontsnappen zinloos --> -40 graden
  • 12 miljoen mensen omgekomen in deze kampen.

Slide 26 - Diapositive

Planeconomie
Planeconomie: voor bepaald aantal jaar vastleggen wat er geproduceerd (gemaakt) moet worden, meestal per 5 jaar.
  • Gevolg: ging niet goed, altijd tekorten aan spullen.
  • Ook eigen boederijen mocht niet meer. Veel families op 1 boerderij, dat heet collectivisatie.


Slide 27 - Diapositive

Maken deze les
3.1 Leven in de Sovjet-Unie

Opdracht 9 t/m 12

blz. 70-74 van je boek

Slide 28 - Diapositive