Van Rusland naar Sovjet-Unie



Leven in de Sovjet-Unie
onder Lenin en Stalin 
(1917-1953)
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

Éléments de cette leçon



Leven in de Sovjet-Unie
onder Lenin en Stalin 
(1917-1953)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Communisme
Kenmerken communisme:
  1. Geen kapitalisme ( vrije markt economie)
  2. Klasseloos = iedereen is gelijk
  3. Alles in het land is van iedereen
  4. Alle bedrijven van de staat

Slide 4 - Diapositive

0

Slide 5 - Vidéo

Rusland rond 1900

  • Geregeerd door tsaar
  • Uitgestrekt land
  • Nauwelijks industrialisatie
  • Boeren bezitten niet het land waarop ze werken
  • Armoede

Slide 6 - Diapositive

1905 Bloedige Zondag
Oorlog met Japan leidde tot een vreedzame demonstratie die uitloopt in een bloedbad (tsaar laat met scherp schieten)


Gevolgen:
Tsaar Nicolaas II moet aan de eisen van het volk tegemoet komen:
  • De Doema (parlement) wordt op gericht
  • Er komt een grondwet

Slide 7 - Diapositive

Rusland in WOI
  • Leger lijdt grote verliezen (door slechte industrialisatie)
=> miljoenen soldaten sneuvelen
=> kostbare landbouwgrond wordt veroverd 
  • Er ontstaan grote tekorten aan voedsel en producten.
Gevolg:
Protesten tegen tsaar Nicolaas II

Slide 8 - Diapositive

De gele lijnen laten de frontlinies tijdens WOI zien. 

Rusland raakt grote stukken vruchtbaar land kwijt. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Directe oorzaak in verband met WOI
Indirecte binnenlandse oorzaken
onvrede van boeren met de adel
Doema heeft weinig in te brengen
Soldaten deserteren om land in te nemen
Geen vrijheid van meningsuiting; politieke gevangenen naar Siberië
Verlies landbouwgrond door opmars Duitsers
Woede over nederlagen van de tsaar
Fabrieksarbeiders werken te hard voor een te laag loon

Slide 11 - Question de remorquage

Wie kwamen na de Russische Revolutie van 1917 in Rusland aan de macht?
A
kapitalisten
B
communisten
C
fascisten
D
nationaalsocialisten

Slide 12 - Quiz

Wie had de macht voor de Russische revolutie?
A
De koning
B
De tsaar
C
De communisten
D
de Sovjets

Slide 13 - Quiz

Februari revolutie
  • tsaar afgezet
  • Voorlopige Regering, o.l.v. Kerenski aan de macht
  • Oorlog voortgezet

Oktober revolutie
  • Voorlopige Regering afgezet
  • Bolsjewieken (communisten) o.l.v. Lenin aan de macht
  • Wapenstilstand,

Slide 14 - Diapositive

Welke gegevens passen bij de februarirevolutie en welke passen bij de oktoberrevolutie?
Februarirevolutie
Oktoberrevolutie
Staatsgreep door de Bolsjewieken

Tsaar Nicolaas II afgezet
Communisme ingevoerd
Doema (regering) neemt macht over
Lenin neemt macht over
Bestuur sluit vrede van Brest-Litvosk

Slide 15 - Question de remorquage

1918: Vrede van Brest-Litovsk

  • Communisten sluiten vrede met Duitsland (Vrede van Brest-Litovsk).
  • Rusland verliest grote stukken land(bouwgrond).
  • Wantrouwen tussen Rusland en  Frankrijk & Groot-Brittannië

Slide 16 - Diapositive


Russische Burgeroorlog
november 1917 - oktober 1922



  • Complexe en bloedige oorlog tussen de Roden (bolsjewieken) en de Witten (anti-bolsjewieken/voorstanders Tsaar).
  • Niet alleen tussen Russen, maar ook de geallieerden vochten mee met de witten.
  • Roden zullen deze burgeroorlog winnen.

Slide 17 - Diapositive

Kenmerken van de SU onder Stalin (I)
  • Totalitaire staat, alles staat in het teken van de staat 

  • Planeconomie, de staat bepaald wat en hoe er wordt geproduceerd.

  • Dictatuur, de communistische partij maar vooral Stalin had alle macht.

  • Sprake van persoonsverheerlijking (van Stalin).

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Kenmerken van de SU onder Stalin (II)
  • Terreur, tegenstanders worden opgepakt door de geheime politie en uitgeschakeld of verbannen.

  • Indoctrinatie, de communistische partij probeerde gedachten en het gedrag van de bevolking te controleren en aan te passen.
    Hoe: 
             
- Propaganda en censuur
- Pers in handen van de staat
 - Alleen com. jeugdverenigingen
 - Aansporing om ouders aan te geven

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

De Grote Terreur
1934-1939

Stalin zag overal tegenstanders, vooral in mensen die een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.

Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en veroordelen.
De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.

Slide 23 - Diapositive


Showprocessen


  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen stond de uitkomst al vast voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!

Slide 24 - Diapositive



  • ...en ze waren zeer effectief! De angst onder de bevolking was groot. 
  • Zelfs zó groot dat mensen niet meer op een familiefoto met deze 'verraders' wilden worden vertoond.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Vraag: Welke zinnen zijn kenmerken van totalitaire samenlevingen? 
Sleep de juiste antwoorden in het vak.
Totalitaire samenleving
Geen kenmerk
De bevolking leeft in angst.
Er is censuur.
De landbouw wordt gemoderniseerd door collectivisatie.
Met showprocessen wordt geregeld dat er geen terreur is.
Er zijn vrije verkiezingen.
De kranten mogen schrijven wat ze willen.
Propaganda wordt zo veel mogelijk voorkomen.
Eén persoon heeft alle macht.

Slide 27 - Question de remorquage

Totalitaire samenleving = samenleving waarin de overheid alle macht heeft en grote invloed heeft op het leven van de burgers. Het individu is onbelangrijk.
Welk modern land is ook totalitair?

Slide 28 - Question ouverte

samenvoegen van kleine, zelfstandige bedrijven tot één groot, gemeenschappelijk bedrijf
A
Collectivisatie
B
Distributie
C
Planeconomie
D
Showproces

Slide 29 - Quiz

de overheid besluit wat en hoeveel er geproduceerd wordt
A
Showproces
B
Planeconomie
C
Collectivisatie
D
Distributie

Slide 30 - Quiz

openbare rechtszaak waarbij de uitspraak van tevoren al vaststaat
A
Planeconomie
B
Collectivisatie
C
Distributie
D
Showproces

Slide 31 - Quiz

manier om beschikbare producten te verdelen, vaak via bonnen
A
Showproces
B
Distributie
C
Collectivisatie
D
Planeconomie

Slide 32 - Quiz


Goelag

Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.

Sommige van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden.

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo


Planeconomie

De Sovjet-Unie kreeg een planeconomie.
Dit betekende dat de staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd.

Slide 35 - Diapositive

Zo waren er vijfjarenplannen: hierin was vastgelegd wat er in de komende vijf jaar moest worden geproduceerd.
De vijfjarenplannen waren een succes voor de zware industrie.
maar de landbouw..

Slide 36 - Diapositive


Collectivisatie

Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf, een kolchoz

Weinig succes:
- Alle opbrengst ging naar de staat.
- Boeren verlieten niet graag hun geboortegrond.

Slide 37 - Diapositive


Verheerlijking van
arbeiders en boeren




De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren,
dit zijn de helden van het land!

Zie de beelden, waar is dit een voorbeeld van?

Slide 38 - Diapositive

Hongersnood
Tegenstanders
Terreur
Goelag
Persoonsverheerlijking

Slide 39 - Question de remorquage

Aan het werk...
Maak de opdrachten in de studiewijzer

Slide 40 - Diapositive