Schematiseren

Hallo iedereen!
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, havo, vwoLeerjaar 2,4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hallo iedereen!

Slide 1 - Diapositive

Wat hebben jullie nodig?
1. Internet
2. Jullie boek 

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan jullie leren vandaag?
1. Jullie herhalen de tekststructuren.
2. Jullie leren de verschillende schema's die bij de tekststructuren horen. 
3. Jullie gaan zelf een schema maken. 
Jullie beantwoorden trouwens elke vraag !

Slide 3 - Diapositive

Welke tekststructuren kennen jullie nog?

Slide 4 - Question ouverte

Wanneer maken jullie zelf schema's?

Slide 5 - Carte mentale

Waarom gebruiken jullie die schema's?

Slide 6 - Question ouverte

Vinden jullie schema's maken moeilijk?

Slide 7 - Question ouverte

Bekijk het volgende schema.

Slide 8 - Diapositive

Schema 1

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welk feit gebeurde eerst in het schema?

Slide 11 - Question ouverte

Welk feit gebeurde laatst in het schema?

Slide 12 - Question ouverte

Welke structuur geeft de maker van het schema weer?
A
Een opsomming
B
De chronologie
C
Een vergelijking
D
Een oorzaak en gevolg

Slide 13 - Quiz

Chronologische structuur
Wanneer we een chronologische structuur schematisch willen weergeven, gebruiken we een FEITENKETTING.

Slide 14 - Diapositive

Schema 2

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Als je dit schema bekijkt, wat denk je dan dat het weergeeft?

Slide 17 - Question ouverte

Welke structuur geeft de maker van het schema weer?
A
Een opsomming
B
De chronologie
C
Een vergelijking
D
Een oorzaak en gevolg

Slide 18 - Quiz

Opsommende structuur 
Wanneer we een opsommende structuur schematiseren, gebruiken we een WAAIER SCHEMA of BOOMSTRUCTUUR.

Slide 19 - Diapositive

Schema 3

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Wat geeft dit schema weer?

Slide 22 - Question ouverte

Welke structuur geeft de maker van het schema weer?
A
Een opsomming
B
De chronologie
C
Een vergelijking
D
Een oorzaak en gevolg

Slide 23 - Quiz

Vergelijkende structuur
Wanneer de schrijver een vergelijkende structuur wil schematiseren, maakt hij gebruik van een TABEL.

Slide 24 - Diapositive

Opdracht
Jullie ontvingen samen met de link naar dit leerpad een document met drie teksten. Beantwoord de vragen. 

Slide 25 - Diapositive

TEKST 1

Slide 26 - Diapositive

Welke tekststructuur vind je terug in de eerste tekst?

Slide 27 - Question ouverte

Welk schema gebruik je voor deze tekst?

Slide 28 - Question ouverte

Tekst 2

Slide 29 - Diapositive

Welke tekststructuur vind je terug in de tweede tekst?

Slide 30 - Question ouverte

Welk schema gebruik je voor deze tekst?

Slide 31 - Question ouverte

Tekst 3

Slide 32 - Diapositive

Welke tekststructuur vind je terug in de tweede tekst?

Slide 33 - Question ouverte

Welk schema gebruik je voor deze tekst?

Slide 34 - Question ouverte

Opdracht
Maak nu opdracht 14 & 15 uit je boek. Blz. 127-131 

Slide 35 - Diapositive