Spelling B8W4L2 - 8 juli 2021

Spelling blok 8 week 4 les 2
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling blok 8 week 4 les 2

Slide 1 - Diapositive

Voorkennis activeren
ZET IN EEN ANDERE TIJD

Slide 2 - Diapositive

Zet in de voltooide tijd:
De architect ontwerpt.

Slide 3 - Question ouverte

Zet in de verleden tijd:
De sporter sprint.

Slide 4 - Question ouverte

Zet in de voltooide tijd:
De leerling herstelt.

Slide 5 - Question ouverte

Zet in de voltooide tijd:
De waarheid overdondert

Slide 6 - Question ouverte

Zet in de verleden tijd:
De hond wacht.

Slide 7 - Question ouverte

Zet in de voltooide tijd:
De zakenman onderhandelt

Slide 8 - Question ouverte

Zet in de verleden tijd:
De verzekering vergoedt.

Slide 9 - Question ouverte

Zet in de verleden tijd:
Mijn familie helpt.

Slide 10 - Question ouverte

Werkwoorden quiz!

Slide 11 - Diapositive

In welke tijd staat de volgende zin:

Het schilderij verbeeldde het landschap.
A
Tegenwoordige tijd
B
Voltooide tijd
C
Verleden tijd
D
Toekomende tijd

Slide 12 - Quiz

In welke tijd staat de volgende zin:

De crimineel belandt in de gevangenis.
A
Tegenwoordige tijd
B
Voltooide tijd
C
Verleden tijd
D
Toekomende tijd

Slide 13 - Quiz

In welke tijd staat de volgende zin:

De historische overwinning is bezongen.
A
Tegenwoordige tijd
B
Voltooide tijd
C
Verleden tijd
D
Toekomende tijd

Slide 14 - Quiz

In welke tijd staat de volgende zin:

We gooien de bal zo hard mogelijk.
A
Tegenwoordige tijd
B
Voltooide tijd
C
Verleden tijd
D
Toekomende tijd

Slide 15 - Quiz

In welke tijd staat de volgende zin:

Ik heb een goed boek gelezen.
A
Tegenwoordige tijd
B
Voltooide tijd
C
Verleden tijd
D
Toekomende tijd

Slide 16 - Quiz

OEFENDICTEE

Slide 17 - Diapositive

Vul in:

Slide 18 - Question ouverte

Welke categorie hoort er bij het woord: de genieën?
A
Samenstelling
B
Kilowoord
C
Latijns voorvoegsel
D
Garagewoord

Slide 19 - Quiz

Welke categorie hoort er bij het woord: de genieën?
A
Trema meervoud
B
Luchtwoord
C
Centwoord
D
Routewoord

Slide 20 - Quiz

Vul in:

Slide 21 - Question ouverte

Welke categorie hoort er bij het woord: de obsessie?
A
Kilowoord
B
Latijns voorvoegsel
C
Samenstelling
D
Routewoord

Slide 22 - Quiz

Welke categorie hoort er bij het woord: de obsessie?
A
Kilowoord
B
Latijns voorvoegsel
C
Samenstelling
D
Routewoord

Slide 23 - Quiz

Welke categorie hoort er bij het woord: de obsessie?
A
Politiewoord
B
Lollywoord
C
Klankgroep
D
Langermaakwoord

Slide 24 - Quiz

Vul in:

Slide 25 - Question ouverte

Welke categorie hoort er bij het woord: de lichtsnelheid?
A
Garagewoord
B
Lollywoord
C
Centwoord
D
Samenstelling

Slide 26 - Quiz

Welke categorie hoort er bij het woord: de lichtsnelheid?
A
Theewoord
B
Chefwoord
C
Langermaakwoord
D
Colawoord

Slide 27 - Quiz

Welke categorie hoort er bij het woord: de lichtsnelheid?
A
Luchtwoord
B
Tropisch
C
Latijns voorvoegsel
D
Cadeau woord

Slide 28 - Quiz

Vul in:

Slide 29 - Question ouverte

Vul in:

Slide 30 - Question ouverte

De Duitser Albert Einstein wordt als een van de belangrijkste natuurkundigen uit zijn tijd gezien.
Bijvoeglijk naamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Telwoord
Voltooid deelwoord
Voorzetsel

Slide 31 - Question de remorquage

Vul in:

Slide 32 - Question ouverte

Hij heeft in de negentiende eeuw geleefd en heeft theorieën over tijd en afstand bedacht.
Voegwoord
Rangtelwoord
Voltooid deelwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Voorzetsel

Slide 33 - Question de remorquage