Product les woensdag 25-01-2023

• Marketing
• MBO
• Studiejaar 1

Marketing:

Agenda:

Terugblik vorige les

Nieuwe stof

Opdrachten maken

Marketingmix

1. Product 
2. Prijs
3. Promotie 
4. Plaats 
5. Presentatie

Leerdoelen

• De student kan ....
• Kenmerken van een product en dienst benoemen.
• De product mix benoemen.
• De productontwikkelcyclus benoemen.

Kenmerken product

Fysiek product = het “kale” product, het kernproduct

Uitgebreid product = Fysiek product + toegevoegde eigenschappen (bijv. garantie, service) -->  P’s

Totaal product = Uitgebreide product + door consument toegekende afgeleide eigenschappen (bijv. status, imago)

Kenmerken product

Kenmerken van Diensten

Niet Tastbaar --> geen fysieke eigenschappen

Vergankelijkheid --> houdt op te bestaan

Moeilijk te standaardiseren (heterogeniteit) -->  ontvanger & uitvoerder

Productie en consumptie vallen samen --> opslag niet mogelijk

Maatwerk --> dienst wordt aangepast aan klant

Personeel --> nodig voor het leveren van dienst, grote invloed

Ontwikkelcyclus nieuw product

Productlevenscyclus (PLC)

Grafische weergave van het verloop van de afzet van een bepaald product in de tijd

Beïnvloed door:

Ontwikkelingen in de mode (trends)

Ontwikkelingen in te technologie

Ontwikkelingen in de economie

Aan de slag

ga aan de slag met vragen 1 t/m 14 

Welke hoort niet bij de traditionele 5 P's

1. Prijs
2. Productontwikkelcyclus
3. Plaats
4. Promotie

Fysieke behoeften zijn de enige primaire behoeften

1. Waar
2. Niet waar

Diensten kunnen op voorraad gehouden worden (vergankelijk)

1. Waar
2. Niet waar

Diensten zijn heterogeen en er is een nadruk op maatwerk

1. Waar
2. Niet waar

Het uitgebreide product bestaat uit de fysieke en afgeleide eigenschappen

1. Waar
2. Niet waar

Leerdoelen:

1. Je begrijpt de productindeling van Copeland

To Do:  vraag 15 t/m 30

B2C: Convenience goods

Stapelgoederen

Emergency goods

Impulsgoederen

Wat was jouw laatste impulsaankoop?

B2C: Shopping goods

homogene shopping goods

heterogene shopping goods

Toon een voorbeeld van een homogene shopping good:

B2C: Speciality goods

Welk speciality good zou jij willen hebben later?

B2C: Unsought goods

Dit weet jij nu!

Maken opgaven 

Maken opgaven tot en met 25 van hst 2. 

Heavy

Light

Lees de opdracht: neem het tabel over

In een klas zitten 30 leerlingen. Als iedere leerling eenmaal per jaar een zak Lays chips eet, dan is de verbruiksintensiteit gelijk verdeeld over alle gebruikers.
De verbruiksintensiteit is 1 zak chips per jaar per persoon.  Een zak Lays chips heeft een verkoopprijs van € 2,- per zak.  Stel nu dat in een andere klas met 30 leerlingen het chips verbruik als volgt is:

Wat is de verbruiksintensiteit van de heavy users vergeleken met de light users?

Berekening verbruiksintensiteit: Verbruik groep heavy / Verbruik groep light

opdracht: neem het tabel over

In weer een andere klas zijn minder gegevens beschikbaar over het chips verbruik per jaar:

Hoeveel omzet realiseert een heavy user?

Berekening omzet(deel): Omzetaandeel / aandeel in de klas

Hoeveel omzet realiseert een light user?

Wat is de verbruiksintensiteit van de heavy users vergeleken met de light users?

5 minuten PAUZE

B2B: productindeling van Kraljic

4 soorten producten

Aan de slag!

Wat? Opdrachten 9 t/m 15, par 1.3

Hoe? Aan de hand van het stoplicht.

Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.

Tijd? Tot 5 minuten voor het einde van de les.

Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.

Klaar? Dan gaan we de leerdoelen testen.

Bij strategische producten is de winstgevendheid en het toeleveringsrisico groot.

1. Juist
2. Onjuist

Een vrachtwagen is een voorbeeld van een hefboomproduct.

1. Juist
2. Onjuist

Eerste levensbehoeften of boodschappen, worden ook wel ..................... genoemd.

1. Convenience goods
2. Shopping goods
3. Speciality goods
4. Unsought goods

Bij ..................... wordt onderscheid gemaakt tussen heterogene en homogene goederen

1. Convenience goods
2. Shopping goods
3. Speciality goods
4. Unsought goods