Productindelingen, 9-1-2020, 09:00-10:30

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
5 minuten: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: PAUZE
10 minuten: uitleg
40 minuten: aan het werk!

1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
MarketingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
5 minuten: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: PAUZE
10 minuten: uitleg
40 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Diapositive

Welke hoort niet bij de traditionele 4 P's
A
Prijs
B
Personeel
C
Plaats
D
Promotie

Slide 2 - Quiz

Fysieke behoeften zijn de enige primaire behoeften
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Diensten kunnen op voorraad gehouden worden (vergankelijk)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Diensten zijn heterogeen en er is een nadruk op maatwerk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Het uitgebreide product bestaat uit de fysieke en afgeleide eigenschappen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen:
1. Je begrijpt de productindeling van Copeland
2. Je begrijpt de productindeling van Kraljic

HUISWERK:  9 T/M 15, par 1.3
(De marketingmix)

Slide 7 - Diapositive

B2C: productindeling van Copeland

Slide 8 - Diapositive

B2C: Convenience goods

Slide 9 - Diapositive

Stapelgoederen

Slide 10 - Diapositive

Emergency goods

Slide 11 - Diapositive

Impulsgoederen

Slide 12 - Diapositive

Wat was jouw laatste impulsaankoop?

Slide 13 - Question ouverte

B2C: Shopping goods

Slide 14 - Diapositive

homogene shopping goods

Slide 15 - Diapositive

heterogene shopping goods

Slide 16 - Diapositive

Toon een voorbeeld van een homogene shopping good:

Slide 17 - Question ouverte

B2C: Speciality goods

Slide 18 - Diapositive

Welk speciality good zou jij willen hebben later?

Slide 19 - Question ouverte

B2C: Unsought goods

Slide 20 - Diapositive

Dit weet jij nu!

Slide 21 - Diapositive

Heavy
Light

Slide 22 - Diapositive

Lees de opdracht: neem het tabel over
In een klas zitten 30 leerlingen. Als iedere leerling eenmaal per jaar een zak Lays chips eet, dan is de verbruiksintensiteit gelijk verdeeld over alle gebruikers.
De verbruiksintensiteit is 1 zak chips per jaar per persoon.  Een zak Lays chips heeft een verkoopprijs van € 2,- per zak.  Stel nu dat in een andere klas met 30 leerlingen het chips verbruik als volgt is:

Slide 23 - Diapositive

Wat is de verbruiksintensiteit van de heavy users vergeleken met de light users?
Berekening verbruiksintensiteit: Verbruik groep heavy / Verbruik groep light

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

opdracht: neem het tabel over
In weer een andere klas zijn minder gegevens beschikbaar over het chips verbruik per jaar:

Slide 26 - Diapositive

Hoeveel omzet realiseert een heavy user?
Berekening omzet(deel): Omzetaandeel / aandeel in de klas

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Hoeveel omzet realiseert een light user?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Wat is de verbruiksintensiteit van de heavy users vergeleken met de light users?

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

5 minuten PAUZE
timer
5:00

Slide 33 - Diapositive

B2B: productindeling van Kraljic

Slide 34 - Diapositive

4 soorten producten

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 9 t/m 15, par 1.3
Hoe? Aan de hand van het stoplicht.
Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot 5 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Dan gaan we de leerdoelen testen.

Slide 40 - Diapositive

Bij strategische producten is de winstgevendheid en het toeleveringsrisico groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quiz

Een vrachtwagen is een voorbeeld van een hefboomproduct.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

Eerste levensbehoeften of boodschappen, worden ook wel ..................... genoemd.
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Speciality goods
D
Unsought goods

Slide 43 - Quiz

Bij ..................... wordt onderscheid gemaakt tussen heterogene en homogene goederen
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Speciality goods
D
Unsought goods

Slide 44 - Quiz