1KM L5 H1 woordenschat/ H2 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Lesboek Nieuw Nederlands
  
• Leesboek
• Woordenboek
• Schrift of collegeblok
• Pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Lezen
• Rustig samenwerken
• Werk bespreken
• Kennisquiz 
• Zelfstandig werken
• Woordenboekspel
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik kan synoniemen van onbekende woorden vinden in de tekst.

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lezen in stilte

Rustig samenwerken

Maak de startopdracht en opdracht 1 en 2 op blz. 24
Heb je vragen? Steek je vinger op!

Klaar? 
Ga lezen in je leesboek OF maak opdracht 3 t/m 5

Bespreken opdracht 1 en 2

• Kijk met een andere kleur pen na.
• Zet een krul als het antwoord goed is.
• Is het fout? Zet een kruisje en daarachter het juiste antwoord.

Wat is een synoniem voor 'zwakte'?

1. Sterkte
2. Zwaar
3. Slapheid
4. Bang

Wat is een synoniem voor 'ontploffing'?

1. Explosie
2. Vooruitgang
3. Onderzoeken
4. Ontketenen

Wat is GEEN synoniem voor 'gebieden'?

1. Plekken
2. Plaatsen
3. Aanbieden
4. Commanderen

Wat is een synoniem voor 'bestemming'?

1. Toestand
2. Eindhalte
3. Onderweg
4. Italië

Wat is een synoniem voor 'gewild'?

1. Moed tonen
2. Dieren
3. Veelgevraagd
4. Jager

Wat is een synoniem voor 'arbeider'?

1. Kassajuffrouw
2. Werkman
3. Voorstelling
4. Aartsvijand

Wat is een synoniem voor 'beeldscherm'?

1. Telefoon
2. Laptop
3. Zonnescherm
4. Monitor

Wat is een synoniem voor 'karwei'?

1. Kluswinkel
2. Handigheid
3. Klus
4. Geld verdienen

Wat is een synoniem?

1. Een deel van een woord
2. Een woord wat hetzelfde betekent als een ander woord
3. Een woord dat je niet in het woordenboek kunt vinden
4. Een woord waarvan een voorbeeld later in de tekst staat

Theorie: Synoniemen

Twee woorden betekenen hetzelfde of bijna hetzelfde.

Ken je de betekenis van het woord niet? Bekijk of er in de zin een synoniem staat.
Staat het synoniem niet in dezelfde zin? Lees dan ook de vorige en volgende zin of alinea. 

Zelfstandig werken

Maak opdracht 3 t/m 5 op blz. 25/26
Heb je vragen? Steek je vinger op!

Klaar? 
Maak opdracht 6, 7 en 8 OF Ga lezen in je leesboek

Woordenboekspel

Woordenboekspel

Groepjes van vier.
Oudste begint en heeft het woordenboek.
De woordenboekspeler zoekt een onbekend woord op. 
Iedereen schrijft op zijn/haar briefje zijn/haar naam, het woord en verzint een betekenis. Degene met het woordenboek schrijft de echte betekenis op.
Alle briefjes gaan naar degene met het woordenboek. Die leest alle briefjes zo natuurlijk mogelijk voor, zonder dat duidelijk is van wie ze zijn.
Iedereen mag 1 x raden wat de echte betekenis is.  Heb je het goed? Dan krijgt die speler een punt. Wordt jou betekenis geraden? Dan krijg je ook een punt. Heeft niemand het goed? Dan krijgt de woordenboekspeler een punt.

Huiswerk

Datum:
Woensdag 16 september

Maken:

Hoofdstuk 1 : Woordenschat (blz. 25/26)
 Opdracht 3 t/m 5 

Lesdoelen

• Ik kan synoniemen van onbekende woorden vinden.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?