P3, les 3 - NED SCHR 2F+3F

Examentraining schrijven 2F+3F

periode 3, les 3
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Examentraining schrijven 2F+3F

periode 3, les 3

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen  
* De student oefent met de kennis en vaardigheden die hij/zij heeft opgedaan in periode 1 en 2.
* De student leert hoe en waarop hij/zij tijdens het TOA examen schrijven wordt beoordeeld.
* De student maakt een gerichte examenopdracht om zich optimaal te kunnen voorbereiden op het examen Nederlands schrijven 2F+3F. 

Slide 2 - Diapositive

 Beoordeling schrijfexamen Nederlands

1. Precondities
- Je opdrachten zijn Nederlands geschreven.
- Je opdrachten zijn voldoende leesbaar.
- Minimaal 80% van de gevraagde inhoud is gerealiseerd.

2. Niveaubepaling
Samenhang                      
Afstemming op doel
Afstemming op publiek
Woordenschat en woordgebruik
Spelling, interpunctie en grammatica
Leesbaarheid

3. Cijferbepaling
Zie het schema hieronder. 

Slide 3 - Diapositive

Samenhang
Je brengt op eenvoudige wijze samenhang aan in jouw tekst. Dit doe je door middel van een eenvoudige opbouw (inleiding-kern-slot) en veelvoorkomende voeg- en verwijswoorden (zoals want, maar, omdat, die, dat, jouw). Je mag nog enkele fouten met deze woordsoorten maken.
Spelling, interpunctie en grammatica
Je hebt een redelijke beheersing van de spelling, interpunctie en grammatica. Dit laat je zien door meestal correcte zinconstructies (zinsbouw) toe te passen. Je werkwoordsvormen zijn over het algemeen correct, maar je mag nog fouten maken in weinig voorkomende onregelmatige werkwoorden (zoals raden). Je verbuigt overige woordsoorten (zoals groot/grote) meestal correct. Je beheerst spelling en interpunctie redelijk: spelfouten komen nog voor bij moeilijke spellingsregels, maar tasten het begrip van de tekst niet aan. Je gebruikt de meest gangbare leestekens correct. 
Afstemming op doel
Je werkt de opdrachten adequaat uit, zodat je jouw schrijfdoel bereikt (informeren, amuseren, activeren, overtuigen).
Woordenschat en woordgebruik
Je hebt een redelijk goede woordenschat. Dit laat je zien door te variëren in woordgebruik. Je gebruikt veelvoorkomende voorzetsels (zoals voor, achter, boven, door) vrijwel altijd correct. 
Afstemming op publiek
Je past je woordgebruik en toon aan het publiek aan. 
Leesbaarheid
Je gebruikt, indien nodig, een titel / aanhef, witregels en tekstkopjes. 
Schrijven 2F

Slide 4 - Diapositive

Samenhang
De kandidaat brengt op vrij complexe wijze samenhang aan in zijn tekst. Dit doet hij door middel van een goede opbouw en verschillende voeg- en verwijswoorden. Enkele fouten met deze woordsoorten kunnen nog voorkomen in complexe constructies. 
Spelling, interpunctie en grammatica
De kandidaat heeft een goede beheersing van de spelling, interpunctie en grammatica. Dit laat hij zien door correcte zinsconstructies toe te passen. De werkwoordsvormen zijn over het algemeen correct, ook bij weinig voorkomende werkwoorden. De verbuiging van overige woordsoorten gebeurt vrijwel altijd correct. De kandidaat beheerst spelling en interpunctie goed: spelfouten komen zelden voor en de kandidaat gebruikt alle soorten leestekens vrijwel altijd correct. 
Afstemming op doel
De kandidaat werkt de opdrachten adequaat uit, waarmee hij zijn schrijfdoel bereikt. 
Woordenschat en woordgebruik
De kandidaat heeft een goede woordenschat. Dit laat hij zien door te variëren in woordgebruik en een adequate woordkeus. Hij gebruikt alle typen voorzetsels vrijwel altijd correct. 
Afstemming op publiek
De kandidaat is consequent in passend woordgebruik en toon, ook in teksten voor verschillende typen publiek.
Leesbaarheid
De kandidaat gebruikt, indien nodig, een heldere lay-out met witregels, kopjes en paragrafen.
Schrijven 3F

Slide 5 - Diapositive

timer
1:30
Wat weten jullie nog van
"het schrijven van een advertentie"?

Slide 6 - Carte mentale

Hoe zat het ook alweer? Een advertentie schrijven

Met een advertentie maak je reclame, kondig je iets aan (bijvoorbeeld een evenement) of draag je een boodschap uit. Je komt ze tegen in kranten, tijdschriften of op internet.
Mensen bekijken advertenties vaak snel. Je moet dus met je tekst en je lay-out direct de hoofdzaken duidelijk maken.

Tekst:
* De informatie moet duidelijk, volledig en correct zijn. (Controleer dit aan de hand van de 5W+1H vraag).
* Schrijf de tekst kort en krachtig op.
* Gebruik een opvallende titel of slogan.
* Je tekst bevat een titel (of slogan), een inleiding, een kern en een slot.

Lay-out: 
Trek aandacht met verschillende lettertypes, -formaten, kleuren, afbeeldingen en eventueel een opvallende uitspraak.





 
      

Slide 7 - Diapositive

Examenopdracht 3: Tienjarig bestaan (advertentie)
 Je werkt in een lokaal restaurant. Omdat jullie tien jaar bestaan, willen jullie iets bijzonders doen voor jullie gasten. Daarom hebben jullie een actie verzonnen. De actie is bedoeld om de vaste gasten te bedanken, maar ook om nieuwe gasten te trekken. Je maakt daarom een advertentie voor in de krant. 

Open Microsoft Word op je laptop.
Schrijf de titel en de inleiding van deze advertentie.  

In je advertentie:
* start je met een passende titel
* vertel je de reden van jullie actie;

Ontbrekende informatie mag je zelf verzinnen, maar hou het zo dicht mogelijk bij jezelf.
 


timer
2:30

Slide 8 - Diapositive

Wat heb jij opgeschreven?

(De titel en de inleiding)

Slide 9 - Diapositive

Voorbeelduitwerking titel + inleiding
In de titel en de inleiding van de advertentie:
* start je met een passende titel
* vertel je de reden van jullie actie;
 


Restaurant 't Havengat bestaat tien jaar!

Het is dit jaar alweer tien jaar geleden dat restaurant 't Havengat in Volendam haar deuren opende. Om dit bijzondere moment te vieren organiseren wij een leuke actie.

Slide 10 - Diapositive

Je werkt in een lokaal restaurant. Omdat jullie tien jaar bestaan, willen jullie iets bijzonders doen voor jullie gasten. Daarom hebben jullie een actie verzonnen. De actie is bedoeld om de vaste gasten te bedanken, maar ook om nieuwe gasten te trekken. Je maakt daarom een advertentie voor in de krant. 

Ga verder in hetzelfde WORD-bestand van net.
Schrijf nu de kern van deze advertentie. 

In de kern van je advertentie:
* leg je uit wat de actie precies inhoudt;
* vertel je voor wie de actie bedoeld is;
* benoem je tot wanneer de actie precies loopt;
* geef je praktische informatie. Denk hierbij aan de naam en adresgegevens van jullie restaurant;

Ontbrekende informatie mag je zelf verzinnen, maar hou het zo dicht mogelijk bij jezelf.
 


timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Wat heb jij opgeschreven?

(De kern)

Slide 12 - Diapositive

In de kern van je advertentie:
* leg je uit wat de actie precies inhoudt;
* vertel je voor wie de actie bedoeld is;
* benoem je tot wanneer de actie precies loopt;
* geef je praktische informatie. Denk hierbij aan de naam en adresgegevens van jullie restaurant;
 

 


Voorbeelduitwerking kern
Komt u in de week van 20 t/m 26 december 2021 bij ons dineren? Dan krijgt u uw dessert van het huis.
Ook afhalen is bij ons mogelijk tijdens deze feestweek. Indien u een bestelling plaatst van € 30,- of meer dan krijgt u daar gratis een heerlijke fles wijn bij.

Deze actie is bedoeld om onze vaste gasten te bedanken voor hun jarenlange trouw, maar natuurlijk mogen ook nieuwe gasten gebruikmaken van onze actie. Deze actie is alleen van toepassing tijdens de feestweek van 20 t/m 26 december 2021 en/of zolang de voorraad strekt.

Slide 13 - Diapositive

Je werkt in een lokaal restaurant. Omdat jullie tien jaar bestaan, willen jullie iets bijzonders doen voor jullie gasten. Daarom hebben jullie een actie verzonnen. De actie is bedoeld om de vaste gasten te bedanken, maar ook om nieuwe gasten te trekken. Je maakt daarom een advertentie voor in de krant. 

Ga verder in hetzelfde WORD-bestand van net.
Schrijf nu het slot van deze advertentie.

In het slot:
* leg je uit hoe gasten kunnen meedoen aan deze actie.
* sluit je de tekst passend af.

Ontbrekende informatie mag je zelf verzinnen, maar hou het zo dicht mogelijk bij jezelf.
 


timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

Wat heb jij opgeschreven?

(Het slot)

Slide 15 - Diapositive

In het slot:
* leg je uit hoe gasten kunnen meedoen aan deze actie.
* sluit je de tekst passend af.
 


Voorbeelduitwerking slot
Heeft u interesse en wilt u meedoen aan onze actie?
Reserveren kan via 0299 – 363476 of info@havengat.nl.

Hopelijk mogen we u snel verwelkomen in ons sfeervolle eetcafé aan de Haven 64 te Volendam!

Slide 16 - Diapositive

Wat vond je van deze les?
Hierna volgen er een aantal stellingen.
Kies steeds het antwoord dat het beste bij jou past.
Er is geen goed of fout antwoord. 

Slide 17 - Diapositive

Ik ben deze les actief bezig geweest.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 18 - Sondage

Ik weet nu hoe en waarop ik beoordeeld word
tijdens het schrijfexamen Nederlands.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 19 - Sondage

Ik heb deze les kunnen oefenen
voor het examen schrijven.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 20 - Sondage

De voorgaande lessen Nederlands hebben mij
goed voorbereid op het maken van
deze examenopdracht.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 21 - Sondage

Extra oefenen:

* Moeite met spelling?
Maak dan de oefeningen van Beter Spellen
Deze zijn terug te vinden in de Nu Nederlands online licentie, onder het kopje 
'bij dit hoofdstuk' (aan de rechterzijde).
 
 * Moeite met formuleren?
Maak dan online de opdrachten van hoofdstuk 3: De stijl van je tekst.
Deze zijn terug te vinden in de Nu Nederlands online licentie, tabblad FORM3
 
* Moeite met hoofdletters en interpunctie?
Maak dan online de opdrachten van hoofdstuk 5: hoofdletters en interpunctie.
Deze zijn terug te vinden in de Nu Nederlands online licentie, tabblad GRAM5.

Slide 22 - Diapositive