3K - Word Order, part 2

Woordvolgorde + bijwoorden van frequentie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Woordvolgorde + bijwoorden van frequentie

Slide 1 - Diapositive

Les van vandaag:
We gaan weer verder met Word Order.

Eerst krijg je een paar uitleg slides en daarna 8 oefenvragen.

Succes!

Uitleg: -->

Slide 2 - Diapositive

Woordvolgorde Engels:
Keith       watches           television     in his room      at bedtime.
Wie    -         doet        -          wat        -         waar       -           wanneer.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Bijwoorden van Frequentie
woorden die aangeven hoe vaak je iets doet

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Waar staan deze woorden in een zin?

Slide 10 - Diapositive

De bijwoorden van frequentie 
(bv. always, usually, regurlarly, sometimes, rarely, seldom, never) staan voor het werkwoord.

Behalve .............

Slide 11 - Diapositive

Bij het werkwoord : to be
Am/ are/ is  zetten 
we het bijwoord  achter het werkwoord

He is never late
She was always happy

Slide 12 - Diapositive

Maak nu de opdrachten:
-Zet de woorden in de goede volgorde zodat je een goede Engelse zin krijgt.
-Het eerste woord van de zin wordt al verklapt door de hoofdletter.
- Denk om de geleerde regels, zoals Plaats voor Tijd.
- Zet ook een punt aan het eind van je zin!
                                                                                                             -->

Slide 13 - Diapositive

never - plays - outside - Colin - chess - .

Slide 14 - Question ouverte

at the football club - on Saturdays - is - Susan - usually - .

Slide 15 - Question ouverte

often - We - the beach - go - to -.

Slide 16 - Question ouverte

just - My parents - have - visited - Amsterdam - .

Slide 17 - Question ouverte

played - in the garden - yesterday - Poppy - .

Slide 18 - Question ouverte

stacking shelves - My sister - at the moment - is - at the supermarket - .

Slide 19 - Question ouverte

went to - Paris - last summer - Kathryn - .

Slide 20 - Question ouverte

I - last weekend - played games - at school - .

Slide 21 - Question ouverte

Dit is het eind van je les van vandaag!
Fijn weekend alvast!

Slide 22 - Diapositive