Leesvaardigheid verwijswoorden signaalwoorden en tekstverbanden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Leesvaardigheid KLAS 4

Wat ga je vandaag doen en leren?

Korte herhaling van de lesstof van vorige week

Je weet (weer) wat verwijswoorden zijn 

Je weet (weer) wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn

Je herkent signaalwoorden en de verbanden die ze laten zien

Leesstrategieën 

Tekstdoelen

Grondig

Zoekend

Overtuigen

Informeren

Activeren

Verkennend

Amuseren

Tekstdoelen:

amuseren 

informeren 

activeren

instrueren

overtuigen

mening geven

Tekstsoort

activerende tekst

amuserende tekst

informerende tekst

intruerende tekst

overtuigende tekst

meninggevende

Tekstvorm

reclame

strip

nieuwsbericht

gebruiksaanwijzing

flyer politieke partij

review

verwijswoorden

.

Helpen jou om een tekst beter te begrijpen

tekstverbanden 

 signaalwoorden

Verwijswoorden

Vul in: deze, die, dit of dat
De taarten ... ze hier bakken, smaken goed

1. deze
2. die
3. dit
4. dat

Vul in: hij, haar, het, hem
Tom leefde mee met Sofie toen zij haar mobieltje miste, want ... heeft .... .... teruggegeven.

1. hij, zij, het
2. hij, zij, hem
3. hij, het, haar
4. hij, hem, haar

Wat zijn verwijswoorden?

1. Een woord dat een schuldige aanwijst
2. Een groepje woorden.
3. Een woord dat verwijst naar een ander woord of stukje tekst.
4. Een woord dat gebruikt wordt om de tekst beter leesbaar te maken.

Signaalwoorden en tekstverbanden

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet... 

Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet! 

Hoe heet dit tekstverband?

1. opsomming
2. tijd
3. conclusie
4. volgorde

Hoe heet dit tekstverband?

1. opsomming
2. volgorde
3. voorbeeld
4. conclusie

Hoe heet dit tekstverband?

1. voorbeeld
2. opsomming
3. tegenstelling
4. oorzaak-gevolg

Als ik naar school ga moet ik eerst met de fiets, daarna met de trein en vervolgens nog een stuk lopen

Hoe heet dit tekstverband?

1. opsomming
2. volgorde
3. voorbeeld
4. conclusie

Volgorde

• eerst
  
• dan
• daarna
• vervolgens
• ten slotte

Je ziet zo een aantal zinnen.

Geef eerst aan wat de signaalwoorden zijn.

In elke zin staat een signaalwoord.

Benoem daarna de tekstverbanden.

In de eerste plaats ben ik een verzamelaar van schilderijen van Mondriaan.
Wat is het signaalwoord?

Welk tekstverband is dit?

In de zomervakantie had ik een bijzonder aardig baantje, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.
Wat is het signaalwoord?

Welk tekstverband is dit?

Het sneeuwde al enige dagen hevig waardoor de skipistes gesloten werden.
Wat is het signaalwoord?

Welk tekstverband is dit?

Voordat ze het vliegtuig mochten betreden werden de paspoorten gecontroleerd.
Wat is het signaalwoord?

Welk tekstverband is dit?

Vervolgens werden de passagiers naar hun plaats gebracht door de stewardess.
Wat is het signaalwoord?

Welk tekstverband is dit?

Om te oefenen: 

In numo heb ik 2 taken klaargezet.

1. signaalwoorden en tekstverbanden
2. verwijswoorden

VOORBEELD OPSOMMING

herken je aan signaalwoorden zoals:

• ten eerste, ten tweede, ten slotte
• om te beginnen
• ook (nog)
• verder
• en
• dubbele punt (:)
• liggende streepje (-)
• getallen (1, 2, 3)

 VOORBEELD TEGENSTELLING

herken je aan signaalwoorden zoals:

• tegenover
• maar
• hoewel
• echter
• toch
• aan de ene kant ... aan de andere kant

VOORBEELD TOELICHTING

herken je aan signaalwoorden zoals:

• bijvoorbeeld
• zo
• zoals
• denk aan
• neem nou
• onder andere