Grammatica en spelling hst.3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welkom!

We gaan deze les aan de slag met het onderdeel van Taalverzorging H2:

SAMENGESTELDE ZINNEN

Wat gaan we doen?

_Verschil enkelvoudige en samengestelde zinnen bekijken

-Oefenen met samengestelde zinnen

samengestelde zinnen en de persoonsvormen in samengestelde zinnen.

Lesdoel

Aan het eind van deze paragraaf kan/weet je:

• de onderwerpen en persoonsvormen in samengestelde zinnen vinden;
• de persoonsvormen in samengestelde zinnen correct spellen.

Enkelvoudige zin

Zin, waarin 1 pv en 1 onderwerp in zit.

pv:

1. Zin vragend maken

2. Zin in andere tijd zetten

vb Jan gaat naar de stad.

Samengestelde zinnen

•  Zinnen met twee of meer persoonsvormen  noem je samengestelde zinnen.
• Een verbindingswoord zorgt ervoor dat twee enkelvoudige zinnen samen een  samengestelde zin wordt.
• Er kunnen nog meer werkwoorden in de zin staan. Die hoeven niet per se ook persoonsvorm te zijn.

Wel of geen samengestelde zin?

• Ik zit nu nog op voetbal, maar volgend jaar ga ik op honkbal.
• Eet jij je broodje hier op of loop je nu naar de les?
• De website wordt dagelijks bijgewerkt.
• De toets dienstverlening in de haven is fantastisch gemaakt.
• De mentor sprak de leerlingen toe en deelde daarna de rapporten uit.

kenmerken samengestelde zinnen

samengestelde zinnen zijn altijd langer dan enkelvoudige zinnen

1. waar
2. niet waar

Er staat altijd een komma voor een verbindingswoord

1. waar
2. niet waar

De woorden verbindingswoord en voegwoord betekenen hetzelfde

1. waar
2. niet waar

Hij komt regelmatig te laat in de les op school

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Hij heeft een lekke band, daardoor komt hij veel te laat op zijn werk

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Wat is de regel om het onderwerp in de zin te vinden?

1. wie/wat + alle ww = ond
2. wie/wat + pv = ond

Maak zelf een correcte samengestelde zin