Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
1. Hé Hallo
2. Hoe gaat het?
3 Waar woon je nu ?
4.Woon je in een huis?
5.Hoeveel slaapkamers hebben jullie?
6. Geen tuin?
7. Tot ziens
He hai!
Het gaat goed. Ik ben verhuisd
Ik woon in Hoogeveen
Nee, in een flat
Wij hebben drie slaapkamers
Nee , wel een balkon
Tot ziens
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
het aanrecht
het fornuis
Slide 3 - Diapositive
de lift
de zolder
Slide 4 - Diapositive
af-zuig-kap
de afzuigkap
de magnetron
Slide 5 - Diapositive
strijken de strijkplank
het strijkijzer
Slide 6 - Diapositive
vies-schoon
scheef - recht
Slide 7 - Diapositive
de fluitketel
de steelpan
Slide 8 - Diapositive
de afzuigkap
het vergiet
Slide 9 - Diapositive
de mixer
de braadpan
Slide 10 - Diapositive
de flat
de verdieping
Slide 11 - Diapositive
het appartement
het vloerkleed
Slide 12 - Diapositive
de stad
de steden
het dorp
de dorpen
Slide 13 - Diapositive
de bank
Wij hebben een driezits bank
de boerderij
Mijn opa woont in een boerderij.
Slide 14 - Diapositive
de salontafel
Wij kopen een nieuwe salontafel.
de radio
De radio staat te hard
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Question ouverte
Met een sleutel doe je de deur op slot.
Met de trap kan je naar boven.
Op het bed ligt een kussen.
De schoorsteen staat op het dak.
Het tapijt ligt op het plafond.
De auto staat in de huiskamer.
De schilder werkt met verf.
Water komt uit de kraan.
In de slaapkamer staat een boom.
Voor het raam hangen gordijnen.
11.Het kussen ligt in de koelkast. 12.In de keuken is een aanrecht. 13.Gras groeit in de tuin. 14.In de badkamer is een douche. 15. Het fornuis staat in de badkamer.