Unit 1 - Grammar 3 explanation

Questions and Negations
Questions = vraagzinnen
Negations = ontkennende zinnen


Er zijn 2 regels om vraagzinnen of ontkennende zinnen in het Engels te maken ...
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Questions and Negations
Questions = vraagzinnen
Negations = ontkennende zinnen


Er zijn 2 regels om vraagzinnen of ontkennende zinnen in het Engels te maken ...

Slide 1 - Diapositive

Questions and Negations
Questions and Negations
Regel 1
Regel 2
        To be
- I am late.
- Am I late?
- I am not late.
  Auxiliary verb
- I can help you. 
- Can I help you?
- I cannot help you.
      Other verbs
- I eat the cake.
- Do I eat the cake?
- I don't eat the cake.

Slide 2 - Diapositive

Questions and Negations: regel 1
Bij zinnen met to be (zijn) of auxiliary  verbs (hulpwerkwoorden) gelden dezelfde regels voor het maken van questions en negations. 

Slide 3 - Diapositive

Questions and Negations: regel 1
Bij zinnen met to be (zijn) of auxiliary  verbs (hulpwerkwoorden) gelden dezelfde regels voor het maken van questions en negations. 

Voorbeelden van auxiliary verbs:  can, may, have, will, should

Slide 4 - Diapositive

Questions and Negations: Regel 1
1. They are at the beach. 
2. I should ask her out. 

Hoe maak je van deze zinnen een vraagzin?

Slide 5 - Diapositive

Questions and Negations: Regel 1
1. They are at the beach. --> Are they at the beach?
2. I should ask her out.  --> Should I ask her out?

Hoe maak je van deze zinnen een vraagzin?
Bij zinnen met to be of auxiliary verbs zet je deze werkwoorden aan het begin van de zin om een vraagzin te maken. 

Slide 6 - Diapositive

Questions and Negations: Regel 1
1. They are at the beach. 
2. I should ask her out. 

Hoe maak je van deze zinnen een ontkennende zin?

Slide 7 - Diapositive

Questions and Negations: Regel 1
1. They are at the beach. --> They aren't at the beach.
2. I should ask her out. --> I should not ask her out.

Hoe maak je van deze zinnen een ontkennende zin?
Bij zinnen met to be of auxiliary verbs zet je not of n't achter deze werkwoorden om een ontkennende zin te maken. 

Slide 8 - Diapositive

ATTENTION!
Present Continuous: I am sitting at the table. 
Present Perfect: I have just finished reading a book.
Past Continuous: We were telling a story. 
Future: will/shall: I will help you with that. 
Future: to be going to: Sarah is going to fly to Barcelona.

Slide 9 - Diapositive

ATTENTION!
Present Continuous: I am sitting at the table. 
Present Perfect: I have just finished reading a book.
Past Continuous: We were telling a story. 
Future: will/shall: I will help you with that. 
Future: to be going to: Sarah is going to fly to Barcelona.
Al deze tijdsvormen hebben een hulpwerkwoord

Slide 10 - Diapositive

ATTENTION!
Present Continuous: I am not sitting at the table. 
Present Perfect:  Have I just finished reading a book?
Past Continuous: We weren't telling a story. 
Future: will/shall: Will I help you with that?
Future: to be going to: Sarah is not going to fly to Barcelona.
Al deze tijdsvormen hebben een hulpwerkwoord. hierbij pas je regel 1 dus altijd toe. 

Slide 11 - Diapositive

Questions and Negations: Regel 2
Lara dances when she is happy. 
We asked the teacher for help. 


Hoe maak je van deze zinnen een vraagzin?

Slide 12 - Diapositive

Questions and Negations: Regel 2
Lara dances when she is happy.  --> Does Lara dance when she is happy?
We asked the teacher for help. --> Did we ask the teacher for help?
Hoe maak je van deze zinnen een vraagzin?
Bij zinnen zonder vorm van to be of auxiliary verb zet je een vorm van to do (do, does, did) vooraan de zin. 

Slide 13 - Diapositive

Questions and Negations: Regel 2
Lara dances when she is happy.  --> Does Lara dance when she is happy?
We asked the teacher for help. --> Did we ask the teacher for help?
Hoe maak je van deze zinnen een vraagzin?
Bij zinnen zonder vorm van to be of auxiliary verb zet je een vorm van to do (do, does, did) vooraan de zin. 
LET OP!
Bij een vraagzin staat het werkwoord altijd in het infinitief!

Slide 14 - Diapositive

Questions and Negations: Regel 2
Lara dances when she is happy. 
We asked the teacher for help. 


Hoe maak je van deze zinnen een ontkennende zin?

Slide 15 - Diapositive

Questions and Negations: Regel 2
Lara dances when she is happy. --> Lara doesn't dance when she is happy. 
We asked the teacher for help. --> We did not ask the teacher for help.
Hoe maak je van deze zinnen een ontkennende zin?
Bij zinnen zonder vorm van to be of auxiliary verb zet je een vorm van to do (do, does, did) + not/ n't vóór het werkwoord
LET OP!
Bij een ontkennende zin staat het werkwoord  ook altijd in het infinitief!

Slide 16 - Diapositive

Do the exercises
timer
5:00
Do the exercises
What?


How?
Time?
Need help?

Finished?
Result?
Write down 3 questions (using both rules) that you can ask your neighbour
In silence
Look at the timer.
Raise your hand. 
Read Escape from Mr. Limoncello's Library
We will do a recap together

Slide 17 - Diapositive

You now have 5 minutes to ask each other your questions. Afterwards we will talk about what you discussed.
timer
5:00

Slide 18 - Diapositive

Recap
Which questions did you discuss? What were your answers? Any negations?

Slide 19 - Diapositive

Goal achieved?
Goal: I know how to use questions and negations 

What are the two rules?

Slide 20 - Diapositive

Next lesson:
In the next lesson, we are going to focus on grammar 3

Slide 21 - Diapositive