FLEX 2324 4v H3 oefenen en herhaling

Deze les
  • Opvallend dat van par 3.4 t/m 3.6  geen opdrachten zijn gemaakt..
  • Kort les met keuze:
        - hw maken
        - leren
        - vragen stellen
        - LessonUp H3 oefenen en herhaling
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Deze les
  • Opvallend dat van par 3.4 t/m 3.6  geen opdrachten zijn gemaakt..
  • Kort les met keuze:
        - hw maken
        - leren
        - vragen stellen
        - LessonUp H3 oefenen en herhaling

Slide 1 - Diapositive

Herhalen Klimaat

Slide 2 - Diapositive

Elke plek op aarde kent verschillende seizoenen. Leg uit waardoor de seizoenen op aarde ontstaan

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

De samenstelling van de atmosfeer beïnvloedt de gemiddelde temperatuur op aarde



Zonder het broeikaseffect zou het op aarde veel warmer zijn



Grote temperatuurverschillen op aarde worden veroorzaakt door verschillen in breedteligging



Wolken spelen geen rol in de stralingsbalans van de aarde



De zon zendt kortgolvige straling uit, het aardoppervlak langgolvige
Juist
Onjuist
A
B
C
D
E

Slide 6 - Question de remorquage

Maak het plaatje compleet met behulp van de sleepelementen onder de groene streep
luchtdruk
luchtdruk
blauwe pijl
blauwe pijl
windrichting
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
ITCZ
Evenaar
30 gr. ZB

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Leg uit hoe de diepwaterpomp van de thermohaliene circulatie op aarde werkt.

Slide 9 - Question ouverte

Diepwaterpomp
Diepwaterpomp: ligt  bij IJsland/Groenland.
--> Warm en zout water (door verdamping) komt hier aan vanaf de evenaar. Wordt vermengd met koud poolwater + deel van het zeewater bevriest
-->Resultaat: relatief koud en zout water, wat dus extra zwaar is. Hierdoor zakt het water naar beneden
--> Dit geeft zo een duw/slinger aan al het zee-/oceaanwater ter wereld, waardoor er zeestromen zijn. Dit noem je de thermohaliene circulatie. (waterstroming door dichtheidsverschillen)

Slide 10 - Diapositive

0 graden
30 graden
60 graden
90 graden
polair maximum
equatoriaal minimum
Subpolair minimum
Subtropisch maximum
Hier starten de passaatwinden
Hier waaien de passaatwinden heen
ITCZ

Slide 11 - Question de remorquage

ITCZ in Zuid-Oost Azië: Sleep de klimaatgrafieken naar de juiste plaats

Slide 12 - Question de remorquage

Reliëf
Breedteligging
Zeestroom
ITCZ
Regenschaduw
Stijgingsregen
Vochtige lucht
Lagedrukgebied
Passaatwind
Coriolis effect
Stuwingsregen
Invalshoek

Slide 13 - Question de remorquage

Waarom verschuift de ITZC in juli sterker naar het noorden boven Azië dan boven de stille oceaan?

Slide 14 - Diapositive

Waarom verschuift de ITZC in juli sterker naar het noorden boven Azië dan boven de stille oceaan?

Slide 15 - Question ouverte

Antwoord
Door de opwarmen van het oppervlak wordt de lucht verwarmt, deze stijgt op en je krijgt een lage druk gebied. 
Omdat land sneller opwarmt dan zee, ligt het lage druk gebied daar op hogere breedte (= verder van de evenaar).

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Eens in de zoveel jaar wijkt de weersituatie in Zuid-Amerika als gevolg van El Nino af van de normale weersituatie . Geef in deze tekening de normale weersituatie weer.
Droog
Neerslag

Slide 19 - Question de remorquage

Maak het nu kloppend voor El Nino
Droog
Neerslag

Slide 20 - Question de remorquage

Leg met behulp van het begrip passaat uit waardoor periodiek El Niño omstandigheden ontstaan. Je uitleg moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten

Slide 21 - Question ouverte

Antwoordenboekje

Slide 22 - Diapositive

De Peruaanse stad Cusco kent een bijzonder koel klimaat in vergelijking met de geografische breedte waarop de stad ligt
.
Leg uit waardoor de temperatuur in Cusco zo laag is. Gebruik een oorzaak-gevolg relatie

Slide 23 - Diapositive

Leg uit waardoor de temperatuur in Cusco zo laag is. Gebruik een oorzaak-gevolg relatie.

Slide 24 - Question ouverte

Denk aan de klimaatfactoren!
1. Breedteligging: Cusco ligt op +/- 10 graden ZB --> tropisch!? Nee
2. Gebergte en hoogte: Cusco ligt in het Andes gebergte. Regel: Hoe hoger hoe kouder? --> Cusco kent koude temp ondanks breedteligging
3. Type oppervlak: in dit geval niet meer relevant

Slide 25 - Diapositive

Het verschil tussen savanne, tropisch regenwoud en steppeklimaat
savanne
tropisch regenwoud
steppe
gras, geen bomen
meer open landschap
dicht begroeid, etages
droge tijd (s of w) door verschuiven ITCZ
geen droge tijd (f),
vrijwel altijd neerslag
droogteklimaat
300-500 mm p. jr.

Slide 26 - Question de remorquage

Slide 27 - Diapositive

Bekijk de landschapzones op de wereldkaart bij deze vraag.
In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen parallel aan de evenaar. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder herkenbaar.  
Welke klimaatfactor veroorzaakt dit afwijkende patroon in Noord- en Zuid Amerika?

Slide 28 - Diapositive

1. Bekijk de landschapszones op de wereldkaart bij deze vraag. In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen parallel aan de evenaar. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder herkenbaar. Welke klimaatfactor veroorzaakt dit afwijkende patroon in Noord- en Zuid Amerika?
A
Breedteligging
B
Gebergte- en hoogteligging
C
Type oppervlak
D
Oceanische circulatie

Slide 29 - Quiz

2. Een van de natste plaatsen in Afrika is de stad Douala in Kameroen. Op de kaart staat Douala met een rode pijl aangegeven. Het hele jaar door valt hier veel neerslag. Geef aan waardoor er in Douala het hele jaar door neerslag valt

Slide 30 - Diapositive

. Een van de natste plaatsen in Afrika is de stad Douala in Kameroen. Op de kaart staat Douala met een rode pijl aangegeven. Het hele jaar door valt hier veel neerslag. Geef aan waardoor er in Douala het hele jaar door neerslag valt

Slide 31 - Question ouverte

Antwoord
Douala ligt vlak bij de evenaar / staat het hele jaar door onder invloed van een lagedrukgebied / de ITCZ

Slide 32 - Diapositive

3. Beschrijf nu hoe de nog grotere hoeveelheid neerslag in Douala in de periode mei-augustus ontstaat

Slide 33 - Diapositive

3. Beschrijf hier hoe de nog grotere hoeveelheid neerslag in Douala in de periode mei-augustus ontstaat

Slide 34 - Question ouverte

Antwoord
Uit de beschrijving moet blijken dat
• Douala in de periode mei-augustus onder invloed staat van een aanlandige wind / de vochtige zuidwestmoesson 1
• en dat de vochtige lucht tegen de gebergtes rondom Douala wordt gedwongen te stijgen (en dus valt er in de periode mei-augustus een nog grotere hoeveelheid neerslag)

Slide 35 - Diapositive

Gebruik de atlas.

Rond de Steenbokskeerkring valt aan de oostkust van Zuid-Amerika veel meer neerslag dan aan de westkust. Dit verschil ontstaat door een combinatie van drie oorzaken: zeestromen, windrichting en hoogteligging.

Beschrijf voor elk van deze drie oorzaken hoe dit verschil in neerslag tussen de Oostkust en de Westkust ontstaat.

Slide 36 - Diapositive

Rond de Steenbokskeerkring valt aan de oostkust van Zuid-Amerika veel meer neerslag dan aan de westkust. Dit verschil ontstaat door een combinatie van drie oorzaken: zeestromen, windrichting en hoogteligging.
Beschrijf voor elk van deze drie oorzaken hoe dit verschil in neerslag tussen de Oostkust en de Westkust ontstaat.

Slide 37 - Question ouverte

Antwoord
  • Zeestroming: aan de westkust is een koude zeestroom, dus minder verdamping. Aan de oostkust is er een warme zeestroom.
  • Windrichting: de wind komt vanuit uit oosten en is aan de oostkust dus aanlandig en brengt vocht mee. Aan de westkust is de wind aflandig en dus droog.
  • Hoogteligging: De oostkust ligt aan de loefzijde van de loefzijde van gebergten en de westkust aan de lijzijde.

Slide 38 - Diapositive

Klimaatgrafieken
Bepaal bij de klimaatgrafieken op de volgende dia's :
  • welk klimaat het is (Köppen)
  • welke vegetatie hier zal voorkomen

De antwoorden staan onder de sterretjes.

Slide 39 - Diapositive

Cf
Loofbos

Slide 40 - Diapositive

EF
IJs

Slide 41 - Diapositive

Aw/ Am
Savanne

Slide 42 - Diapositive

Cs
Mediterrane vegetatie

Slide 43 - Diapositive

Af
Tropisch regenwoud

Slide 44 - Diapositive

BW
Woestijn

Slide 45 - Diapositive

Df
Naaldbos/ taiga

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive