Formatieve toets Hoofdstuk 2 Aarde klimaat

Hoe sta je er voor?
Ga voor jezelf na of je alle onderwerpen uit dit hoofdstuk begrepen hebt.
Rechts zie je de onderwerpen die in deze les behandeld zijn. Ben je klaar voor de toets, of heb je hier nog hulp bij nodig? Sleep de leerdoelen naar de vakjes hieronder.
NEE
Ik begrijp dit
echt niet
Ik vind dit nog steeds
heel moeilijk
Ik begin het
te snappen!
Volgens mij begrijp
ik dit
JA!
Kom maar door
met die toets
Hoe de stralingsbalans van de aarde en het broeikaseffect werkt
Hoe landschapszones en klimaatgebieden ontstaan door lucht- en zeestroming
Het patroon van luchtstromen op aarde, Wet van Buys Ballot
Koude en warme zeestromen & Thermohaliene circulatie
Hoe passaten en moessons ontstaan
Hoe ik het klimaatsysteem van Köppen toe moet passen
Hoe ik de klimaatfactoren moet toepassen bij een toetsvraag
1 / 25
suivant
Slide 1: Question de remorquage
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe sta je er voor?
Ga voor jezelf na of je alle onderwerpen uit dit hoofdstuk begrepen hebt.
Rechts zie je de onderwerpen die in deze les behandeld zijn. Ben je klaar voor de toets, of heb je hier nog hulp bij nodig? Sleep de leerdoelen naar de vakjes hieronder.
NEE
Ik begrijp dit
echt niet
Ik vind dit nog steeds
heel moeilijk
Ik begin het
te snappen!
Volgens mij begrijp
ik dit
JA!
Kom maar door
met die toets
Hoe de stralingsbalans van de aarde en het broeikaseffect werkt
Hoe landschapszones en klimaatgebieden ontstaan door lucht- en zeestroming
Het patroon van luchtstromen op aarde, Wet van Buys Ballot
Koude en warme zeestromen & Thermohaliene circulatie
Hoe passaten en moessons ontstaan
Hoe ik het klimaatsysteem van Köppen toe moet passen
Hoe ik de klimaatfactoren moet toepassen bij een toetsvraag

Slide 1 - Question de remorquage

Extra uitleg?
Schrijf op het grote A3 vel voorin je naam als je nog extra uitleg wilt bij dat onderwerp

Slide 2 - Diapositive

Maak het plaatje compleet met behulp van de sleepelementen onder de groene streep
luchtdruk
luchtdruk
blauwe pijl
blauwe pijl
windrichting
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
ITCZ
Evenaar
30 gr. ZB

Slide 3 - Question de remorquage

Eens in de zoveel jaar wijkt de weersituatie in Zuid-Amerika als gevolg van El Nino af van de normale weersituatie . Geef in deze tekening de normale weersituatie weer.
Droog
Neerslag

Slide 4 - Question de remorquage

Maak het nu kloppend voor El Nino
Droog
Neerslag

Slide 5 - Question de remorquage

De Peruaanse stad Cusco kent een bijzonder koel klimaat in vergelijking met de geografische breedte waarop de stad ligt
.
Leg uit waardoor de temperatuur in Cusco zo laag is. Gebruik een oorzaak-gevolg relatie

Slide 6 - Diapositive

Leg uit waardoor de temperatuur in Cusco zo laag is. Gebruik een oorzaak-gevolg relatie

Slide 7 - Question ouverte

Denk aan de klimaatfactoren!
1. Breedteligging: Cusco ligt op +/- 10 graden ZB --> tropisch!? Nee
2. Hoogteligging: Cusco ligt in het Andes gebergte. Regel: Hoe hoger hoe kouder? --> Cusco kent koude temp ondanks breedteligging
3. Type oppervlak: in dit geval niet meer relevant

Slide 8 - Diapositive

Het verschil tussen savanne, tropisch regenwoud en steppeklimaat
savanne
tropisch regenwoud
steppe
gras, geen bomen
meer open landschap
dicht begroeid, etages
droge tijd (s of w) door verschuiven ITCZ
geen droge tijd (f),
vrijwel altijd neerslag
droogteklimaat
300-500 mm p. jr.

Slide 9 - Question de remorquage

Twee beweringen:
1. Langgolvige straling geabsorbeerd door de atmosfeer wordt ook wel het broeikaseffect genoemd
2. Het versterkte broeikaseffect wordt door de mens veroorzaakt
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 10 - Quiz

Op hoge breedte is het kouder ...
A
doordat de zonnestralen onder een grotere hoek invallen
B
omdat met omdat met elke 1000 m stijging de temperatuur met 6 graden afneemt
C
omdat daar de lucht ijler is
D
doordat de zonnestralen onder een kleinere hoek invallen

Slide 11 - Quiz

Het subtropisch
maximum ligt op ...
A
O graden breedte
B
30 graden breedte
C
60 graden breedte
D
go graden breedte

Slide 12 - Quiz

Deze verdeling van de
luchtdrukgebieden gaat over
A
Januari
B
Maart
C
Juli
D
September

Slide 13 - Quiz

Welke antwoord antwoorden is/zijn juist?
Wanneer er sprake is van een hogedrukgebied in Nederland dan ...
A
is het droog
B
is het 's zomers warmer
C
is het 's winters kouder
D
is het nat

Slide 14 - Quiz

De Zuidwestmoesson in Juli bij India ...
A
is aflandig en zorgt voor droogte
B
is aflandig en zorgt voor neerslag
C
is aanlandig en zorgt voor droogte
D
is aanlandig en zorgt voor neerslag

Slide 15 - Quiz

Twee beweringen:
1. B-klimaten kennen een relatief hoge luchtdruk
2. E-klimaten komen alleen voor op hoge breedte
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 16 - Quiz

Het corioliseffect is een ander woord voor ...
A
ITCZ
B
de wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie

Slide 17 - Quiz

De werking van de diepwaterpomp heeft te maken met ...
A
de ITCZ
B
de Wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie

Slide 18 - Quiz

Op de afbeelding zie je de
situatie tijdens een ...
A
El Nino
B
La Nina

Slide 19 - Quiz

Twee beweringen:
1. Een koude zeestroom gaat altijd van het noorden naar het zuiden
2. Bij een koude zeestroom voor de kust is de kans op neerslag kleiner dan bij een warme zeestroom
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 20 - Quiz

Welke antwoorden zijn juist?
Het voorkomen van een BS-klimaat in Los Angeles in het westen van de VS is te verklaren met ...
A
de breedteligging
B
het type oppervlak
C
de ligging van gebergtes
D
een koude zeestroom voor de kust

Slide 21 - Quiz

Bij een Cs-klimaat groeien vooral ...
A
loofbomen
B
naaldbomen
C
struiken en mossen
D
kurkeiken

Slide 22 - Quiz

De boreale zone bestaat vooral uit ...
A
loofbomen
B
naaldbomen
C
struiken en mossen
D
grassen

Slide 23 - Quiz

Deze grafiek is van een ...
A
As-klimaat
B
Aw-klimaat
C
Af-klimaat
D
BS-klimaat

Slide 24 - Quiz

ITCZ in Zuid-Oost Azië: Sleep de klimaatgrafieken naar de juiste plaats

Slide 25 - Question de remorquage