Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Vragen over de arbeid 4.2
Slide 1 - Diapositive
Wat is de definitie van Arbeid?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is de formule om de arbeid te berekenen
Slide 3 - Question ouverte
Wat is de formule om arbeid te bereken?
A
W=F*s
B
W=F/s
C
w=f*s
D
w=F/s
Slide 4 - Quiz
Wanneer verricht je meer arbeid?
A
Een boek (m = 2,0 kg) 1,0 m omhoog tillen
B
Een kist (m = 4,0 kg) 2,0 m omhoog tillen
C
En fles ( m=1,5 kg) 2 m omhoog tillen
D
Een tas (m = 3 kg) 1,5 m omhoog tillen
Slide 5 - Quiz
Bereken de geleverde arbeid.
Slide 6 - Question ouverte
Rudolf trekt de slee met 4000 N. Hoeveel arbeid verricht hij iedere 100 km?
timer
1:00
A
4000 J
B
400.000 J
C
40.000.000 J
D
400.000.000 J
Slide 7 - Quiz
Je duwt met 80 N tegen een blok en verschuift dit blok 20 cm. Hoeveel arbeid heb je geleverd?
A
16 J
B
100 J
C
160 J
D
1600 J
Slide 8 - Quiz
Bij het gewichtheffen lift je een halter van 40 kg 50 cm. Hoe groot is de verrichte arbeid?
A
20 J
B
196,2 J
C
2000 J
D
19620 J
Slide 9 - Quiz
Hoe groot is de arbeid die je moet leveren om de veer 80 cm uit te rekken?
A
40 Nm
B
80 Nm
C
120 Nm
D
160 Nm
Slide 10 - Quiz
Bereken de negatieve arbeid
A
W = 1800 J
B
W = 90 J
C
W = 0 J
D
W = - 1800 J
Slide 11 - Quiz
Jan heeft een steen over een afstand verplaatstHij oefent hier een kracht van 50 N uit, de arbeid die hij hierbij heeft verricht is 3000 J, bereken de afstand die hij heeft afgelegd.