4.5 Warmte 2K Stroming

WARMTE 
Hoofstuk 4 - 2 Kader
Paragraaf 4.5 - Stroming
Docent: S.L. Kramer
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
naskNatuurkunde / Scheikunde+1Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WARMTE 
Hoofstuk 4 - 2 Kader
Paragraaf 4.5 - Stroming
Docent: S.L. Kramer

Slide 1 - Diapositive

2 Kader
Hoofdstuk 4 Warmte 

  1. Warmtebronnen
  2. Brand!
  3. Verbranding en milieu
  4. Geleiding
  5. Stroming
  6. Straling

Slide 2 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
LEERDOELEN 4.1

  • Je kunt voorbeelden van warmtebronnen geven.
  • Je kunt uitleggen hoe chemische of elektrische energie van een warmtebron wordt omgezet in warmte.
  • Je kunt het verbrandingsschema van aardgas tekenen.
  • Je kunt het verschil tussen volledige en onvolledige verbranding uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe je een koolstofmono-oxidevergiftiging kunt voorkomen.

Slide 3 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
LEERDOELEN 4.2

  • Je kunt uitleggen wat de ontbrandingstemperatuur van een stof is.
  • Je kunt de drie voorwaarden noemen waaraan moet zijn voldaan om een brand te laten ontstaan.
  • Je kunt de drie manieren noemen om een brand te blussen en telkens een voorbeeld geven van zo'n blusmethode.

Slide 4 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
LEERDOELEN 4.3

  • Je kunt voorbeelden geven van schadelijke stoffen voor het milieu die ontstaan bij verbranding.
  • Je kunt uitleggen wat het versterkte broeikaseffect is.
  • Je kunt uitleggen hoe een huis met een warmtepomp wordt verwarmd.

Slide 5 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
LEERDOELEN 4.4

  • Je kunt het warmtetransport door warmtegeleiding in een radiator uitleggen.
  • Je kunt uitleggen waarom een temperatuurverschil een voorwaarde is voor warmtetransport door warmtegeleiding.
  • Je kunt uitleggen waarom sommige stoffen goede of slechte warmtegeleiders zijn.
  • Je kunt een voorbeeld geven van stoffen die slechte warmtegeleiders zijn.
  • Je kunt uitleggen waarom je isolatiemateriaal en dubbelglas bij de bouw van een huis gebruikt.

Slide 6 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
LEERDOELEN 4.5

  • Je kunt met een voorbeeld warmteoverdracht door convectie uitleggen.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen warmtestroming en warmtegeleiding.
  • Je kunt uitleggen hoe je warmtestroming in water kunt gebruiken om water zonder pomp door een cv-installatie te laten stromen.
  • Je kunt uitleggen waarom moderne cv-ketels altijd een pomp hebben.

Slide 7 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
Begrippen

  • Convectie
  • Warmtestroming
  • Isolatiemateriaal
  • Dubbelglas

Slide 8 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
Stroming in de lucht 
Een hete radiator geeft voortdurend warmte af aan de lucht eromheen. Daardoor krijgt deze lucht een hogere temperatuur. Warme lucht zet uit. De warme lucht wordt daardoor ‘lichter’ dan de lucht in de rest van de kamer. Het gevolg is dat de ‘lichte’, warme lucht omhooggaat. 

Tegen het plafond koelt de warme lucht langzaam af. Koude lucht beweegt van onder en opzij naar de radiator toe. Deze lucht zal weer verwarmd worden en opstijgen. 

Het warmtetransport dat zo in de kamer ontstaat, noem je ook wel warmteoverdracht door convectie

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
Warmtetransport door stroming
De opstijgende warme lucht neemt de warmte mee die de lucht bij de radiator heeft opgenomen. De warmtestroming zorgt zo voor het warmtetransport door de kamer. De hele kamer wordt op die manier verwarmd.


Bij warmtestroming verplaatst de warmte zich samen met de stof, lucht, en niet dóór de stof, zoals bij warmtegeleiding. 
Warmte verplaatst zich altijd van de plaats met de hoogste temperatuur naar de plaats met de laagste temperatuur. Zoals alle gassen is lucht een zeer slechte warmtegeleider. Maar als er in lucht een stroming ontstaat, kan de lucht wel veel warmte vervoeren.

Slide 11 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
Als water op één plaats wordt verwarmd, zal in het water stroming ontstaan. Deze stroming kun je gebruiken om het water door een cv-installatie te laten stromen. Je hebt dan geen pomp nodig.

Het water wordt verwarmd bij A, zet uit en wordt lichter. Daardoor stijgt het water in de buis. Het water geeft warmte af bij B. Het water koelt af en stroomt verder. Bij A wordt het water opnieuw verwarmd.

Slide 12 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
De cv-pomp

Een cv-installatie zonder pomp is niet erg handig. Het water stroomt maar langzaam rond. Daardoor duurt het lang voor de radiatoren goed warm zijn. Bovendien moet je de cv-ketel in de kelder plaatsen. Moderne cv-ketels hebben daarom altijd een pomp. Zo’n pomp kan het hete water net zo snel laten rondstromen als nodig is. Een bijkomend voordeel is dat je de cv-ketel overal in huis kunt plaatsen.

Slide 13 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
LEERDOELEN 4.5


  • Je kunt met een voorbeeld warmteoverdracht door convectie uitleggen.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen warmtestroming en warmtegeleiding.
  • Je kunt uitleggen hoe je warmtestroming in water kunt gebruiken om water zonder pomp door een cv-installatie te laten stromen.
  • Je kunt uitleggen waarom moderne cv-ketels altijd een pomp hebben.

Slide 14 - Diapositive

2K - 4.5 Stroming
Huiswerk

  • Maken vragen 1 tm 14 online
  • Lezen paragraaf 4.6 - Straling

Slide 15 - Diapositive