2VH maandag 15 maart

Bron H
Grammatica:
onregelmatige werkwoorden 
VOULOIR & POUVOIR
Les ma 15/3  
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
fransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bron H
Grammatica:
onregelmatige werkwoorden 
VOULOIR & POUVOIR
Les ma 15/3  

Slide 1 - Diapositive

instructie:
Doorloop deze Lessonup : 
Lees de uitleg en volg de instructies

Slide 2 - Diapositive

Welke onregelmatige werkwoorden hebben we eerder al geleerd?
(kies er 2)
A
aller
B
regarder
C
être
D
commencer

Slide 3 - Quiz

En welk nog meer?
(kies er 2)
A
parler
B
dépenser
C
avoir
D
faire

Slide 4 - Quiz

regarder, dépenser, commencer, parler zijn alle 4 regelmatig en zitten in dezelfde 'zak'.
A
vrai
B
faux

Slide 5 - Quiz

vouloir & pouvoir
-> lijken op elkaar in vervoeging van tegenwoordige tijd!

Slide 6 - Diapositive

Wat betekent
VOULOIR?
A
kunnen
B
mogen
C
willen
D
zullen

Slide 7 - Quiz

En wat betekent
POUVOIR?
A
kunnen
B
kunnen, mogen
C
mogen
D
moeten

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Houd blz 131 in je boek er maar even bij om te zien wat ik bedoel. Of kijk op de volgende slide.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Tu ne peux pas fumer ici!
A
Je mag hier niet roken!
B
Je kunt hier niet roken!
C
Je wilt hier niet roken!

Slide 18 - Quiz

Elle veut un croissant.
A
Ze mag een croissant
B
Ze wil een croissant

Slide 19 - Quiz

Ils ne veulent pas de devoirs
A
Hij kan geen huiswerk maken
B
Zij mogen geen huiswerk
C
Hij wil geen huiswerk
D
Zij willen geen huiswerk

Slide 20 - Quiz

Vous pouvez m'aider?
A
Mag u me helpen?
B
Wilt u me helpen?
C
Kunt u me helpen?
D
Gaat u me helpen?

Slide 21 - Quiz

Een hond kan niet praten
A
Un chien ne veut pas parler
B
Un chien ne peut parler pas
C
Un chien ne veut parler pas
D
Un chien ne peut pas parler

Slide 22 - Quiz

Wij mogen praten
A
Nous pouvons parler
B
On veut parler
C
Nous voulons parler
D
On peux parler

Slide 23 - Quiz

J'ai voulu
A
ik ga kunnen
B
ik heb gekund
C
ik heb gewild
D
ik wilde

Slide 24 - Quiz

Tu as pu
A
Jij kunt
B
jij mocht
C
jij hebt gewild
D
jij hebt gekund

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Maar...
Voor nu houden we het op de présent, 
de tegenwoordige tijd.

Slide 27 - Diapositive

Pak je boek:
Maak vanaf blz 124, Bron H: oef 31 en 32
Dit mág (liever zelfs) ook online, op de website van Grandes Lignes.
Op de volgende slide leg ik de oefeningen even uit.

Slide 28 - Diapositive

Oef 31
31c: moet op de website = luisteroefening
31d: goede vorm vh ww tussen haakjes invullen
31e: maak de zinnen af en gebruik (zoals in het voorbeeld, eerst en goede vorm vh ww pouvoir + 1 vd blokjes boven de zinnen
31f: hele zinnen maken. gebruik óf pouvoir óf vouloir. Let op: je zult nog een ww moeten gebruiken om de zin compleet te maken; de ww zet je bij elkaar.

Slide 29 - Diapositive

Oef 32
Dit is eigenlijk een spel, maar ik wil graag, dat je er een schrijfopdracht van maakt:
Je schrijft 6 zinnen en volgt het schema. Ik doe de eerste voor:
ik        willen      gamen
je       veux          jouer aux jeux vidéo

Slide 30 - Diapositive