Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 9.5: Bloed- en orgaandonaties
Slide 1 - Diapositive
A - Met bloedfactor A
B - Met bloedfactor B
AB - bloedfactor A en B
0 - Geen bloedfactor
Antistof B
Antistof A
Geen antistof
Antistoffen A en B
Bloedgroepen
Slide 2 - Diapositive
Resusfactor - ontdekt bij apen
Slide 3 - Diapositive
A - Met bloedfactor A
B - Met bloedfactor B
AB - bloedfactor A en B
0 - Geen bloedfactor
Resusfactor
> Positief: Met resusfactor
> Negatief: Zonder resusfactor
Antistof B
Antistof A
Geen antistof
Antistoffen A en B
> x
> antiresus
Bloedgroepen
Slide 4 - Diapositive
RESUSFACTOR (resusantigeen)
85% heeft op de rodebloedcellen de resusfactor (Rh+)
=
resuspositief
Slide 5 - Diapositive
RESUSFACTOR (resusantigeen)
Resusnegatief (Rh-) hebben dus geen resusfactor
=
zij kunnen antiresus maken
(antistof tegen de resusfactor)
Slide 6 - Diapositive
Resusfactor bij zwangerschap
resuskindje!
Slide 7 - Diapositive
Bloed van een donor met bloedgroep O, Rh+ kan men geven aan iemand met bloedgroep A, RH+ zonder nadelige gevolgen voor de ontvanger. Wat is hiervan de oorzaak
A
de ontvanger heeft geen anti-A of anti-B.
B
De ontvanger heeft geen bloedfactor A of bloedfactor B.
C
De donor heeft geen anti-A of anti-B
D
De donor heeft geen bloedfactor A of bloedfactor B.
Slide 8 - Quiz
Bloed van iemand met bloedgroep AB, Rh+ wordt vergeleken met het bloed van iemand met O, RH+. Welke overeenkomst is er tussen de bloedfactoren.
A
Bij beiden bevat het bloed geen bloedfactoren.
B
Bij beide bevat het bloed de bloedfactoren A en B.
C
Bi beide bevat het bloed de resusfactor.
D
Bij beiden bevat het bloed de bloedfactoren A en B en de resusfactor
Slide 9 - Quiz
Iemand heeft Resus positief bloed . Welk bloed kan hij krijgen ? (letten even niet op bloedgroep)
A
Resus positief bloed
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
5
1
Stel het aantal punten invoor deze vraag.
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Bij kinderen die worden ingeënt met de dktp-prik (difterie, kinkhoest, pokken en tetanus) en de BMR-prik(Bof, rode hond en mazelen)worden verzwakte ziekteverwekkers ingespoten.. Worden bij een vaccinatie antigenen ingespoten? En worden antistoffen ingespoten?
A
Alleen antigenen
B
Alleen antistoffen
C
Zowel antigenen als antistoffen
Quizvraag
Resus positief bloed
B
Resus negatief bloed
C
Resus positief en resus negatief bloed
D
Kan je zo niet zeggen
Slide 10 - Quiz
Iemand heeft A Rh- bloed . Welk bloed kan hij krijgen ?
A
O Rh+ en O Rh-
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
5
1
Stel het aantal punten invoor deze vraag.
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Bij kinderen die worden ingeënt met de dktp-prik (difterie, kinkhoest, pokken en tetanus) en de BMR-prik(Bof, rode hond en mazelen)worden verzwakte ziekteverwekkers ingespoten.. Worden bij een vaccinatie antigenen ingespoten? En worden antistoffen ingespoten?
A
Alleen antigenen
B
Alleen antistoffen
C
Zowel antigenen als antistoffen
Quizvraag
AB Rh+ en AB Rh-
A Rh+ en A Rh-
B
A Rh+ en O Rh-
C
AB Rh - en A Rh-
D
O Rh- en A Rh-
Slide 11 - Quiz
Bij welke bloedgroepen van de moeder moet je ingrijpen wanneer deze persoon zwanger wordt