HNE Duits H2 Kapitel 4, les 2

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen 

im Deutschunterricht

Donnerstag 9. März - 2023

Woche 10 - meteorologische Frühling

Was machen wir heute?

Aktuelles

Lesen Übung 7

Grammatik A

Hausaufgaben: Übung 10 + 11

Wir schauen uns ein Film an

Let goed op: 

welke leeftijd wordt genoemd met rond de persoon waar het over gaat en waar is de persoon bekend om?

00:23

Wie heißt dieses Mädchen?

00:23

In welchem Alter begann sie, Aktivistin zu werden?

1. 14
2. 5
3. 15
4. 6

00:23

Deze dame doet veel voor "Umweltschutz". Wat denk je dat dat woord betekent?

00:29-00:31

Malala Yousafzai

00:44

Im welchem Alter begann sie Aktivistin zu werden? (buchstabiere)

00:44

Wofür macht sie sich stark?
(in Pakistan)

1. ze vindt dat iedereen recht heeft op een inkomen
2. ze vindt dat alle meisjes naar school moeten kunnen
3. ze vindt dat vrouwen meer rechten zouden moeten hebben

00:50-00:52

Zulaikha Patel

01:14

Wat heeft Zulaikha voor elkaar gekregen? (auf Niederländisch)

01:19-01:21

Amanda Gorman

01:37

Was ist ihr Talent?
(auf Niederländisch)

01:37

Wofür kämpft sie (auf Niederländisch)?

01:42-01:44

Jugoa

01:58

Wofür kämpft sie?

02:05-02:07

Izzy Bee

02:20

Wie alt ist Izzy Bee?
(buchstabiere)

01:14

Was - denkst du - bedeutet "Frisur" ?

1. kleding
2. kapsel
3. schoenen
4. tattoo's

Lesen zusammen: Übung 7, S. 11

der / ein-Gruppe

der Gruppe: woorden als der, die das, dies- (diese, dieses, dieser), jed- (jede, jedes, jeder), welch- (welche, welches, welcher).

ein-Gruppe: woorden als ein, kein en bezittelijk vnw als sein, mein usw

Spickzettel

• nieuwe spiekbrief
• eenvoudiger

Voorzetsels

Vaak bepalen de voorzetsels welke naamval je moet gebruiken. 

Sommige naamvallen hebben voorzetsels die een vaste naamval hebben. 

4e naamval: DOFEGUB

durch, ohne, für, entlang, gegen, um, bis

(Nb staan op de spiekbrief)

STAAT "DOFEGUB"

in je zin dan moet het zinsdeel/zelfstandig naamwoord erna ALTIJD met de vierde naamval.

staan "DOFEGUB"

in je zin dan moet het zinsdeel/zelfstandig naamwoord erna ALTIJD met de vierde naamval.

D

O

F

E

G

U

B

durch

für

ohne

gegen

um

bis

entlang

tot

door

langs

voor

om

tegen

zonder

unter

naast

oben

4e naamval is......

1. Onderwerp
2. Lijdende vorm
3. Meewerkende vorm

für ... Schwester

1. meine
2. meinen

ohne ... Mann

1. der
2. den

durch ... Eltern

1. meine
2. meinen

um ... Frau

1. diese
2. dieser

gegen ... Freund

1. einen
2. einem

für ... Kind

1. ein
2. einem

um ... Preis (m)

1. kein
2. keinen

Hausaufgaben machen

Kapitel 3: Lektion 1

Übung 1, 2 + 3, 7, 8, 9 und 11 + 12

(S. 9 bis 15)