4.7 Grammatica (les 4)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek
  • je etui
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek
  • je etui

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Herhalen leerstof / bespreken huiswerk: 4, 5 en 7.
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les met exit ticket


Slide 2 - Diapositive

Soorten werkwoorden
  • zelfstandig werkwoord
  • hulpwerkwoord 
  • koppelwerkwoord

Slide 3 - Diapositive




ZWW zelfstandig werkwoord
  • duidelijke betekenis, 
  • iemand DOET iets
  • hoort bij het werkwoordelijk gezegde



KWW koppelwerkwoord: zijn, worden, blijven
  • geen duidelijke betekenis
  • iemand IS iets
  • hoort bij het naamwoordelijk gezegde

HWW hulpwerkwoord
  • geen duidelijke betekenis
  • kan niet alleen in een zin staan
  • kan bij wg en ng
Soorten werkwoorden

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 5 / 151





ng of wg
kww of zww (rest is dus hww)

Slide 5 - Diapositive

Stappenplan (opdr. 7)
  1. Onderstreep de persoonsvorm
  2. Zet zinsdeelstrepen

7a. Je hebt een druk en actief leven.

7b. Door Vifit blijf je fit.

Slide 6 - Diapositive

Stappenplan (p.249)
  1. Doet het onderwerp iets? Ja => wg: alle werkwoorden in de zin
  2. Is het onderwerp iets? Ja => ng. kww, alle ww, aanvulling wat het is

7a. Je | hebt | een druk en actief leven.

7b. Door Vifit | blijf  | je | fit.



Slide 7 - Diapositive

Stappenplan (p.249)
  1. Doet het onderwerp iets? Ja => wg: alle werkwoorden in de zin
  2. Is het onderwerp iets? Ja => ng. kww, alle ww, aanvulling wat het is
  3. Wie of wat doet iets of is iets? => onderwerp

7a. Je | hebt | een druk en actief leven. (wg)                        Wie/wat doet iets .....

7b. Door Vifit | blijf  | je | fit. (ng)                                                 Wie/wat is iets....



Slide 8 - Diapositive

Stappenplan (p.249)
  1. Onderstreep de persoonsvorm
  2. Zet zinsdeelstrepen
  3. Doet het onderwerp iets? Ja => wg: alle werkwoorden in de zin
  4. Is het onderwerp iets? Ja => ng. kww, alle ww, aanvulling wat het is
  5. Wie of wat doet iets of is iets? => onderwerp

7c. Je hoeft niets meer te missen!
7d. Ook is deze drinkyoghurt lekker en gezond.



Slide 9 - Diapositive

Stappenplan (p.249)
  1. Onderstreep de persoonsvorm
  2. Zet zinsdeelstrepen
  3. Doet het onderwerp iets? Ja => wg: alle werkwoorden in de zin
  4. Is het onderwerp iets? Ja => ng. kww, alle ww, aanvulling wat het is
  5. Wie of wat doet iets of is iets? => onderwerp

7e. Vifit begrijpt je.
7f. Zo kun je alles uit je leven halen.



Slide 10 - Diapositive

Werkmoment: maak 8 en 10
  1. Onderstreep de persoonsvorm
  2. Zet zinsdeelstrepen
  3. Doet het onderwerp iets? Ja => wg: alle werkwoorden in de zin
  4. Is het onderwerp iets? Ja => ng. kww, alle ww, aanvulling wat het is
  5. Kijk verder in het schema op pagina 249.

Wg: belangrijkste wat je doet => zelfstandig ww. Rest hulpwerkwoord
Ng: zijn/worden/blijven => koppel ww. Rest hulpwerkwoord

Slide 11 - Diapositive

Afsluiting
  • Volgende les verder met 4.7 grammatica.
  • Neem je boek (deel b) mee. We werken in het boek.

Slide 12 - Diapositive

Exit ticket
  1. Wat zijn de drie koppelwerkwoorden?
  2. Hoort een zelfstandig werkwoord bij het wg of het ng?
  3. Bij een ng: doet het onderwerp iets of is het onderwerp iets?

wg: werkwoordelijk gezegde
ng: naamwoordelijk gezegde

Slide 13 - Diapositive

Exit ticket
  1. De drie koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven.
  2. Een zelfstandig werkwoord hoort bij het werkwoordelijk gezegde.
  3. Bij een naamwoordelijk gezegde IS het onderwerp iets.

Slide 14 - Diapositive

Woorden 4.5

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien