Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordenschat
Goedemorgen!
Wat gaan we doen?
- Wat is in het nieuws
- Moeilijke woorden & zinnen maken
- Moeilijke woorden uit het werkveld
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Goedemorgen!
Wat gaan we doen?
- Wat is in het nieuws
- Moeilijke woorden & zinnen maken
- Moeilijke woorden uit het werkveld
Slide 1 - Diapositive
Wat is in het nieuws?
Wat is in het nieuws?
Slide 2 - Diapositive
Waarom denk je dat woordenschat belangrijk is?
Slide 3 - Question ouverte
Jullie gaan de volgende vragen individueel beantwoorden.
Het is geen toets, dus fouten maken is niet erg!
Slide 4 - Diapositive
Wat betekent 'motiveren'?
A
Schreeuwen
B
Redenen geven
C
Een motie indienen
D
Doen
Slide 5 - Quiz
Maak deze zin af:
'Ik ben gemotiveerd om....'
Slide 6 - Question ouverte
Wat betekent 'rationeel'?
A
Gedachten
B
Onverstandig
C
Gevoel
D
Verstandig
Slide 7 - Quiz
Probeer een zin te maken met 'rationeel'.
Slide 8 - Question ouverte
Wat betekent 'ambitie'?
A
Doel
B
Reptielachtig dier
C
Iets wat je behaald hebt
D
Hard werken
Slide 9 - Quiz
Maak deze zin af:
Mijn ambitie is...
Slide 10 - Question ouverte
Wat betekent 'officieus'?
A
Officieel
B
Nauwkeurig
C
Niet officieel
D
Niet nauwkeurig
Slide 11 - Quiz
Noem een sport waarin je officieuze kampioen kunt zijn.
Slide 12 - Question ouverte
Wat betekent 'stimuleren'?
A
Aanmoedigen
B
Inspireren
C
Klappen
D
Naar beneden halen
Slide 13 - Quiz
Maak deze zin af:
'Ik stimuleer mijn....'
Slide 14 - Question ouverte
Wat betekent 'input'?
A
Scoren
B
Inbreng
C
Het gat met golfen
D
Toepassing
Slide 15 - Quiz
Maak een zin met 'input'
Slide 16 - Question ouverte
Wat betekent 'differentiëren'?
A
Moeilijk maken
B
Weggaan
C
Onderscheiden
D
Aanpassen aan een groep
Slide 17 - Quiz
Probeer een zin te maken met 'differentiëren'.
Slide 18 - Question ouverte
Wat betekent 'incident'?
A
Ongeluk
B
Ruzie
C
Nachtmerrie
D
Gebeurtenis
Slide 19 - Quiz
Maak deze zin af:
'Dit incident.....'
Slide 20 - Question ouverte
Wat betekent 'optimaliseren'?
A
Verbeteren
B
Nadenken
C
Gebruiken
D
Oogmeting
Slide 21 - Quiz
Probeer een zin te maken met 'optimaliseren'.
Slide 22 - Question ouverte
Wat betekent 'participeren'?
A
In stukken snijden
B
Meedoen
C
Gelijk zijn
D
Lidmaatschap opzeggen
Slide 23 - Quiz
Vul deze zin in:
'Ik heb deze les ..... geparticipeerd.'
Slide 24 - Question ouverte
Inventariseren
Procedure
Publieksbewegingen (crowd management)
Draaiboek
Callsheet
Rider
Risicoanalyse
Offerte
Logistiek
Nutsvoorzieningen
Slide 25 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Woordenschat les 4 - 2 oktober
September 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Woordenschat
May 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Woordenschat
April 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Woordenschat
September 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Woordenschat
October 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Woordenschat
June 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Les 3. Woordenschat
May 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 2F
April 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2