Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Rekenen met inhoud
Optellen van cl en l
Slide 1 - Diapositive
1 liter is 100 centiliter.
Bij de volgende dia's moet je steeds één van de twee (liter of centiliter) omrekenen om tot een antwoord te komen.
Slide 2 - Diapositive
1 l + 10 cl = ..... cl
Slide 3 - Question ouverte
3 l + 50 cl = ....... cl
Slide 4 - Question ouverte
1 l + 250 cl = ...cl
Slide 5 - Question ouverte
1 l + 150 cl = ...l
A
5 ½ liter
B
2 ½ liter
C
4 ½ liter
D
3 ½ liter
Slide 6 - Quiz
Reken uit. 1 l + 80 cl = ... cl
A
160 cl
B
180 cl
C
170 cl
D
190 cl
Slide 7 - Quiz
1 l + 70 cl = ...... cl
Slide 8 - Question ouverte
Bij de garage gebruiken ze een fles van 80 centiliter en een fles van 1 liter motorolie om mijn motorolie bij te vullen. Hoeveel motorolie had mijn auto nodig?
A
81 centiliter
B
90 centiliter
C
160 centiliter
D
180 centiliter
Slide 9 - Quiz
660 cl + 240 cl = ...... l
Slide 10 - Question ouverte
1 l + 174 cl = ... cl
Slide 11 - Question ouverte
1 l + 128 cl = ... cl
Slide 12 - Question ouverte
Er zit nog 39 centiliter in mijn bidon. Ik gooi er 2 liter bij. Hoeveel drinken heb ik dan? ...... centiliter
Slide 13 - Question ouverte
Lieuwe geeft de plant op maandag 1 liter water en op donderdag nog eens 25 centiliter water. Hoeveel heeft de plant in totaal gehad?