herhaling bacteriën

Herhaling bacteriën
Microbiologie 2
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Microbiologie 2MBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling bacteriën
Microbiologie 2

Slide 1 - Diapositive

Welke bacterie veroorzaakt de ziekte van Lyme?
A
Brucella canis
B
Coxiella burnetii
C
Borrelia burgdorferi
D
Bordetella

Slide 2 - Quiz

Je hebt een gramkleuring uitgevoerd en ziet dit onder je microscoop, wat is je conclusie?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe heet de bacterie die kattenkrabziekte veroorzaakt?

Slide 4 - Question ouverte

Kattenkrabziekte verloopt symptoomloos bij katten
waar
niet waar

Slide 5 - Sondage

Welke begrippen horen bij 'Coxiella burnetti'
A
ziekte van Weil, doodgeboortes, zoönose
B
gram positief, zoönose, kattenkrabziekte
C
doodgeboortes, zoönose, meldingsplichtig
D
Q-koorts, staaf-bacterie, spontaan verwerpen

Slide 6 - Quiz

Waar heeft dit paard last van?

Slide 7 - Question ouverte

Chlamydophila psittaci...
A
kan worden verspreid via oogvocht, snot of uitwerpselen
B
veroorzaakt vogelziekte
C
is niet meldingsplichtig
D
veroorzaakt buikklachten

Slide 8 - Quiz

Een bacterie heeft geen celkern
waar
niet waar

Slide 9 - Sondage

Een eigenaar belt naar de praktijk: 'mijn hond voelt warm aan, wil niet meer eten en spuugt en daar zit bloed bij'. Welke ziekte komt als eerste bij je op?

Slide 10 - Question ouverte

De hond uit de vorige vraag, met de ziekte van Weil, heeft de bacterie .... opgelopen via ....
A
Bartonella henselae, rattenuitwerpselen
B
Clostridium tetani, besmet water
C
Leptospira, tekenbeet
D
Leptospira, rattenurine

Slide 11 - Quiz

Welke soort bacterie is dit?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is juist over Brucella canis
A
veroorzaakt kennelhoest
B
zorgt voor voortplantings-stoornissen
C
is een gram-positieve bacterie
D
wordt overgebracht via vlooien

Slide 13 - Quiz

Deze bacterie is...
grampositief
gramnegatief

Slide 14 - Sondage

Wat is de overeenkomst tussen Borrelia, Brucella, Bartonella, Chlamydophila, Leptospira, Coxiella burnetti, Salmonella en Clostridium?
A
het zijn allemaal grampositieve bacteriën
B
het zijn allemaal gramnegatieve bacteriën
C
het zijn allemaal zoönoses
D
het zijn allemaal meldingsplichtige ziektes

Slide 15 - Quiz

Welke 3 vormen van bacteriën kennen we?

Slide 16 - Question ouverte

Welke bacterie-vorm(en) kan/kunnen sporen vormen?
A
Coccen
B
Bacillen
C
Spirocheten
D
Coccen, bacillen en spirocheten

Slide 17 - Quiz

'Geen of vage symptomen' is kenmerkend voor een infectie met...
A
Salmonella
B
Bartonella henselae
C
Coxiella burnetii
D
Borrelia burgdorfeni

Slide 18 - Quiz

Waarmee beweegt een bacterie zich voort?

Slide 19 - Question ouverte

Welk onderzoek doe je om te bepalen voor welke antibiotica een bacterie gevoelig is?
A
ABG
B
Kweek
C
BO
D
PCR

Slide 20 - Quiz

Om resistentie te voorkomen is het belangrijk om...
A
..een kuur altijd af te maken
B
..een kuur niet te lang, maar ook niet tekort voor te schrijven
C
..een voldoende hoge dosering voor te schrijven
D
A, B en C zijn allemaal juist

Slide 21 - Quiz

Bonusvraag:
wat is je guilty-pleasure liedje?

Slide 22 - Question ouverte