kl1_Nederlands

klas 1D & 1E
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

klas 1D & 1E

Slide 1 - Diapositive

  • welkom
  • proefwerk
  • trappen van vergelijking
  • herhaling § 4.2 & § 4.5
  • oefenen
  • boekverslag
  • vragen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Proefwerk:
dinsdag 16 juni 2020
toetsstof

Slide 4 - Diapositive

trappen van vergelijking

Slide 5 - Diapositive

hl_k1D
hl_k1E

Slide 6 - Diapositive

grijs - grijzer - het .......

Slide 7 - Question ouverte

duf - duffer - het ............

Slide 8 - Question ouverte

geel - ............ - het geelst
timer
0:15

Slide 9 - Question ouverte

saai-saaier- het .........
timer
0:15

Slide 10 - Question ouverte

slim-......... -het slimst
timer
0:15

Slide 11 - Question ouverte

sportief-sportiever-het ..........
timer
0:15

Slide 12 - Question ouverte

vies-...........- het viest
timer
0:15

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

hl_k1E
hl_k1D
herhaling § 4.2 & § 4.5

§4.2 Lezen
  • studerend lezen
  • tekstdoelen 1
  • tekstverband 2

§4.5 spelling
  • voltooid deelwoord
  • verkleinwoorden

Slide 15 - Diapositive

  • vekennend lezen
  • nauwkeurig lezen
  • zoekend lezen
  • studerend lezen

Slide 16 - Diapositive

Studerend lezen
Studerend lezen is de vierde leesstrategie die je leert kennen in Talent.
Je gebruikt deze strategie bijvoorbeeld als je een paragraaf uit een
schoolboek leert. Je leest dan de informatie met het doel om deze te
onthouden.
Als je studerend leest:
• zoek je de hoofdzaken in elke alinea. Je let op de kernzinnen en de
vetgedrukte woorden;
• maak je eventueel een schematische samenvatting van de inhoud;
• controleer je of je de tekst kent. Dat doe je door jezelf vragen te
stellen over de inhoud. Of je probeert de inhoud na te vertellen.

Slide 17 - Diapositive

Bij elke tekst die je leest, kun je je afvragen: wat is het doel van de
 schrijver? Dit doel noemen we het tekstdoel.
In hoofdstuk 4 komen twee tekstdoelen aan bod:
informeren  (lezer informatie geven)
amuseren  (lezer vermaken)
alle tekstdoelen

Slide 18 - Diapositive

Leesboek
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 19 - Quiz

ingezonden brief
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 20 - Quiz

liedtekst
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 21 - Quiz

poster
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 22 - Quiz

roman
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 23 - Quiz

Bij een voltooid deelwoord (vd) staat altijd een vorm van hebben, zijn of
 worden. Het voltooid deelwoord staat vaak achteraan in de zin: 
De finale is begonnen
De laatste minuut wordt gespeeld
We hebben de
 wedstrijd gewonnen.
Voltooid deelwoord

Slide 24 - Diapositive

blz. 157 leren

Slide 25 - Diapositive

Zijn er vragen?
gdouma@o2g2.nl

Slide 26 - Diapositive

Volgende videoles:

1D: donderdag 4 juni

1E: vrijdag 5 juni

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive