Blok 3 Spelling

Blok 3
Spelling
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Blok 3
Spelling

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn de doelen van deze les?
KBL:  
  • Je kan de persoonsvorm in de vt goed schrijven
  • Je weet wat klankvaste en klankveranderde werkwoord zijn
BBL: 
  • Je weet hoe je verschillende woorden met een korte en lange klank schrijft 
  • Je kan het werkwoord in de tt enkelvoud en meervoud schrijven
TL
  • Je kan meervoud van zelfstandig naamwoorden goed spellen
  • Je kan het bijvoeglijk naamwoord goed spellen
  • Je kan een bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord maken

Slide 2 - Diapositive

les indeling
Ronde 1: Instructie BBL/ KBL/ zelfstandig werken TL (17, 19, 20)
Ronde 2: KBL/ TL instructie BBL aan de slag
Ronde 3: TL instructie/ KBL en BBL aan de slag

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Schrijf het meervoud op van hok

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf het meervoud op van deurmat

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf het meervoud op van parkeerplek

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Sleep de woorden die klinken alsof ze een -ie klank hebben maar met een -i schrijft naar gitaar.  Woorden die klinken alsof je ze schrijft met -ie en ook echt met een -ie schrijft sleep je naar gieter. 
Gitaar
Gieter
Piloot
vakantie
iglo
kwestie
garantie
irritant
kimono
tierlantiijn

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Vul de juiste werkwoordsvorm in
Ik ....... naar de stad (lopen)

Slide 12 - Question ouverte

Hij .... geen mondkapje (dragen)

Slide 13 - Question ouverte

Petra ....... heel veel geld. (hebben)

Slide 14 - Question ouverte

Aan de slag
 blok 3 spelling
BBL: opdracht 17, 18, 20, 21 en 23 (dictee met oortjes)

Slide 15 - Diapositive

Schrijf de 2 werkwoordvormen in vt op van het werkwoord 'eten'

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf de 2 werkwoordvormen in vt op van het werkwoord 'gebruiken'

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf de 2 werkwoordvormen in vt op van het werkwoord 'blijven'

Slide 19 - Question ouverte

Blok 3 Spelling
Na het SO:
BBL: opdracht 17, 18, 20, 21 en 23 (dictee met oortjes)
KBL: opdracht 20, 22, 23.1, 24, 25, 26 en 28 (dictee met oortjes)
TL: instructie en opdracht 17, 19, 20, 23, 24, 25 (dictee met oortjes)

Slide 20 - Diapositive

Meervoud 
Basisregel:de meeste znw zet je in het meervoud door er
 (e)n,-s of eren achter te zetten. Zoals bij opdracht 22

9 uitzonderingen
bestudeer deze op blz 139
maak opdracht 21 in schrift, deze bespreken we na

Slide 21 - Diapositive

Pak opdracht 22 erbij
regel

voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
Als het voltooid deelwoord eindigt op -en, schrijf je het bijvoeglijk naamwoord ook met -en.
De excuses zijn aangeboden.
de aangeboden excuses
Als het voltooid deelwoord eindigt op een d of een t, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord meestal -e als uitgang.
De helikopter is geland.
de gelande helikopter
Een bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een voltooid deelwoord, schrijf je altijd zo kort mogelijk. Je schrijft dus alleen dd of tt als dat nodig is voor een juiste uitspraak.
Het geld is besteed.
het bestede geld
De discussie is verhit.
de verhitte discussie














Slide 22 - Diapositive

bijvoeglijk naamwoorden van werkwoorden
  • Als het voltooid deelwoord eindigt op -en, schrijf je het bijvoeglijk naamwoord ook met -en.
  • Als het voltooid deelwoord eindigt op een d of een t, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord meestal -e als uitgang.
  • Een bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een voltooid deelwoord, schrijf je altijd zo kort mogelijk. Je schrijft dus alleen dd of tt als dat nodig is voor een juiste uitspraak.


Slide 23 - Diapositive

huiswerk voor dinsdag 17-1
Blok 3 Spelling
BBL: opdracht 17, 18, 20, 21 en 23 (dictee met oortjes)
KBL: opdracht 20, 22, 23.1, 24, 25, 26 en 28 (dictee met oortjes)
TL: opdracht 17, 19, 20, 23, 24, 25 (dictee met oortjes)

Slide 24 - Diapositive