2 havo: Wie heeft dit schooljaar het meeste geleerd?

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2 havo:

 

Wie heeft dit schooljaar het meeste geleerd?

Priemgetallen zijn:

1. 2, 4, 6, 8, 10, ...
2. 1, 2, 3, 5, 8, ...
3. 1, 3, 5, 7, 9, ...
4. 2, 3, 5, 7, 11, ...

Het ruimtelijk figuur
hiernaast is een:

1. Piramide
2. Kegel
3. Trapezium
4. Prisma

De oppervlakte-formule voor een cirkel is:

1. Opp. cirkel = straal x pi
2. Opp. cirkel = diameter x diameter x pi
3. Opp. cirkel = straal x straal x pi
4. Opp. cirkel = diameter x pi

Van een rechthoekige driehoek is de basis 5 en de hoogte is 8.
De oppervlakte is:

1. 40
2. 20
3. 89
4. 26

De Stelling van Pythagoras kun je gebruiken in een:

1. Rechthoekige driehoek.
2. Scherphoekige driehoek.
3. stomphoekige driehoek.
4. Gelijkzijdige driehoek.

4x + 3x - x + 2y - 3y -7x =

1. x - y
2. - x + y
3. - x - y
4. y - x

32.167.900.000
schrijven we in de wetenschappelijke notatie als:

1. 32,16 x 10^9
2. 3,21 x 10^5
3. 32,1 x 10 9
4. 3,21 x 10^10

De middelloodlijn

1. Deelt een lijnstuk in 2 gelijke stukken
2. Is evenwijdig aan een lijnstuk
3. Deelt een hoek in 2 gelijke hoeken
4. Is nodig voor de ingeschreven cirkel.

Een broek kostte €40 en wordt 25% goedkoper, hij kost nu €30

1. waar
2. niet waar

√​196​​​=

1. 13
2. 12
3. 14
4. 15

Ontbind in zoveel mogelijk factoren
5ax - 25bx

1. 5(ax-5bx)
2. 5x(a-5b)
3. 5a(x-25x)
4. x(5a-25b)

Zijde AB is de basis van de driehoek, wat is de hoogte?

1. 18 mm
2. 6 mm
3. 8 mm
4. 10 mm

Wat is de oppervlakte van dit parallellogram?

1. 64cm²
2. 56cm²
3. 56cm
4. 64cm

Los op:
2a + 2 = -20
wat is de waarde van de a?

1. a = 11
2. a = -11
3. a = 9
4. a = -9

Werk de haakjes weg
- (4 - 5x)
De oplossing is:

1. -4 -5x
2. -4 + 5x

Ontbind de drieterm in factoren:

y=x​2​​+4x−12=

1. (x + 2)(x + 6)
2. (x - 2)(x - 6)
3. (x + 2)(x - 6)
4. (x - 2)(x + 6)

Hoe bereken je de inhoud van deze cilinder?

1. lengte x breedte x hoogte
2. 0,5 x zijde x bijbehorende hoogte x hoogte
3. π⋅straal⋅straal⋅hoogte
4. diameter x pi

Ontbind in factoren:

y=x​2​​−40x+400

1. y=(x−20)​2​​
2. y=(x+20)(x+20)
3. y=(x+20)(x−20)
4. y=(x−20)(x−20)

Welke formule past bij
een richtingscoëfficiënt 25
en een snijpunt met de y-as in (0,50)?

1. y = 25x - 50
2. y = - 25x + 50
3. y = 25x + 50
4. y = 50x + 25

De getallen die je gebruikt bij een vermenigvuldiging heten:

1. Factoren
2. Termen

Dit steel-bladdiagram gaat over leerlingen in klas 2
Hoeveel leerlingen
zitten in klas 2?

1. 6
2. 19
3. 20
4. 21

Los op

x​2​​−12=x

1. x = 3 V x = -4
2. x = -3 V x = 4
3. x = 3 V x = 4
4. x = -3 V x = -4

Welke vorm heeft deze kaars?

1. Prisma
2. Cilinder
3. Piramide
4. Kegel