2.2 deel 2 LJ1+LJ2

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 2.2
1. 
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5. 
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7. 
Evaluatie
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 2.2
1. 
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5. 
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7. 
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening LJ1
LJ1: Pak je boek van M&M en open deze op blz 62.


LJ2: Open je boek op blz 84. Je werkt verder aan de topografie.

Slide 2 - Diapositive

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- weet je hoe in het Romeinse rijk godsdienstvrijheid kwam en hoe de katholieke kerk georganiseerd is;
- weet je hoe het Romeinse rijk aan zijn einde kwam


Leergebiedoverstijgende doelen: 
Samenwerkend leren:
- kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen
- vervult verschillende rollen 

Slide 3 - Diapositive

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Diapositive

Het Christendom werd rond 300 staatsgodsdienst
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

De paus is de leider van de Romeinse kerk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Het Oost-Romeinse rijk bleef langer bestaan dan het West-Romeinse rijk?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

De tijd van de Grieken en Romeinen stopte...
A
500 v. Chr.
B
50 n. Chr
C
500 n. Chr.
D
1000 n. Chr.

Slide 8 - Quiz

Wie maakt wat? 
Had je 3 of 4 vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 6 t/m 12 op blz 62 t/m 65


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Diapositive

Een nieuwe staatsgodsdienst
Van meerdere goden toch naar één god binnen het Romeinse rijk 

Maar hoe komt dit?

Slide 10 - Diapositive

Constantijn de Grote

Het romeinse rijk krijgt te maken met heel veel tegenslagen( ziektes, verloren oorlogen, honger)  
De romeinen dachten dat de oppergoden boos op ze waren. 

Ze hebben de christenen gesmeekt om te geloven in hun goden maar die hebben geweigerd.  --->  Het christendom werd verboden. ( het jaar 249)  De christenen werden gemarteld en vermoord. 



Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 11 - Diapositive


Staatsgodsdienst

  • Rond het jaar 300 gebeurt er iets bijzonders: Keizer Constantijn  verplicht iedereen om christen te worden. 

  • Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden behalve het jodendom. 

  • Het woord kerk heeft twee betekenissen :  
  • 1    De Organisatie van christenen onder leiding van een bisschop( paus)
  • 2  Kerk waar ze bidden.


Slide 12 - Diapositive

Christendom toegestaan
  • Keizer Constatijn zorgde voor het stoppen van de christenvervolging: 
  • Rond 400 is het christendom het enige toegestane geloof.
  • De bisschop van Rome (de paus) wordt steeds belangrijker

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 6 t/m 12 op blz 62 t/m 65.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de herhaling opdrachten op blz 66
timer
1:00

Slide 21 - Diapositive

1. Lesopening LJ2
Pak je boek van M&M en open deze op blz 58.

Slide 22 - Diapositive

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
    - weet je welke stromingen streefden naar meer gelijkheid;
    - kun je beschrijven hoe de positie van vouwen veranderde.


    Leergebiedoverstijgende doelen: 
    Samenwerkend leren:
    - kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen
    - vervult verschillende rollen 

    Slide 23 - Diapositive

    3. Mini-check + arrangementen
    Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand


    Iedereen doet mee met de mini-check op Lesson Up. 

    Slide 24 - Diapositive

    Wat zijn socialisten?
    A
    Mensen met een bepaalde godsdienst
    B
    Mensen die meer gelijkheid voor arbeiders wilden
    C
    Mensen die alles wilden houden zoals het was.

    Slide 25 - Quiz

    Wie dachten er dat de ongelijkheid in de samenleving alleen door een revolutie kon verdwijnen.
    A
    socialisten
    B
    communisten
    C
    conservatieven
    D
    liberalen

    Slide 26 - Quiz

    Feministen zijn ....
    A
    Mannen die opkomen voor hun rechten
    B
    Mensen die opkomen voor hun rechten
    C
    Mensen die opkomen voor rechten van mannen
    D
    Mensen die opkomen voor rechten van vrouwen

    Slide 27 - Quiz

    Wie maakt wat?
    Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 



    De rest doet mee met de instructie. 
    Je maakt: 
    Je leest de theorie op bladzijde 61 & 62. 
    Hierna maak je opdracht 5 t/m 9 op blz. 61 t/m 63

    Slide 28 - Diapositive

    4. Instructie

    Slide 29 - Diapositive

    Strijd voor gelijkheid
    In de politiek kwamen socialisten op voor de belangen van arbeiders. Ze streefden naar meer gelijkheid. 

    Liberale politici zorgden voor de eerste sociale wetten. De overheid steunde hierdoor de mensen die niet voor zichzelf konden zorgen. De socialisten wilden deze wetten uitbreiden en zorgen ervoor dat ouderen, zieken en weeskinderen een uitkering kregen. 

    Slide 30 - Diapositive

    Strijd voor gelijkheid
    Anderen wilden de samenleving radicaal veranderen. Dit waren de communisten. Zij dachten dat de ongelijkheid in de samenleving alleen door een revolutie kon verdwijnen. 


    Slide 31 - Diapositive

    Positie van vrouwen
    Wetten maakten verschil tussen mannen en vrouwen. Hierdoor hadden vrouwen minder rechten dan mannen. 

    Ze mochten niet naar het hoger onderwijs, mochten niet stemmen en getrouwde vrouwen moesten om toestemming vragen aan hun man. 

    1870: vrouwen verzetten zich tegen discriminatie. 

    Slide 32 - Diapositive

    Positie van vrouwen
    Feministen: mensen die het opnemen voor vrouwenrechten. 

    -> Vrouwen mochten hierdoor naar het hoger onderwijs, kregen kiesrecht maar de ongelijkheid tussen man en vrouw bleef. 

    Slide 33 - Diapositive

    5. Begeleid inoefenen
    Vind je het nog lastig? Dan maken we samen opdracht 6

    De rest gaat zelfstandig aan het werk. 

     
    Je maakt: 
    Je leest de theorie op bladzijde 61 & 62. 
    Hierna maak je opdracht 5 t/m 9 op blz. 61 t/m 63

    Slide 34 - Diapositive

    6. Zelfstandig werken
    LJ 1 - Je maakt zelfstandig opdracht 6 t/m 12 op blz 62 t/m 65.
    LJ 2 - Je maakt zelfstandig opdracht 5 t/m 9 op blz. 61 t/m 63.


    Ben je klaar?
    Dan kijk je het werk na en verbeter je waar nodig. 
    LJ 1- Hierna ga je de verdieping maken op blz. 67
    LJ 2 - Hierna ga je de verdieping maken op blz. 65

     
    timer
    1:00

    Slide 35 - Diapositive

    7. Evaluatie LJ1
    Hoe ging de les?
    Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 


    Lesdoelen: 
    - weet je hoe in het Romeinse rijk godsdienstvrijheid kwam en hoe de katholieke kerk georganiseerd is?
    - weet je hoe het Romeinse rijk aan zijn einde kwam?

    Slide 36 - Diapositive

    7. Evaluatie LJ2
    Hoe ging de les?
    Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 



    Lesdoelen: 
    - weet je welke stromingen streefden naar meer gelijkheid?
    - kun je beschrijven hoe de positie van vouwen veranderde?

    Slide 37 - Diapositive

    Huiswerk & Toetsen
    Huiswerk LJ1: 
    Vrijdag 21 oktober
    2.2 opdracht 6 t/m 12


    Huiswerk LJ2: 
    Vrijdag 21 oktober 
    2.2 opdracht 5 t/m 9
    Toetsen LJ1: 
     



    Toetsen LJ2: 
     

    Slide 38 - Diapositive