Bs 1.1 Organismen

Bs 1 Organismen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bs 1 Organismen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een organisme is
  • Je kunt negen levenskenmerken van organismen noemen
  • Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is
  • je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een levensloop en een levenscyclus

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Levenskenmerken
  • Organismen vertonen levenskenmerken
  • Er zijn 9 levenskenmerken

Slide 4 - Diapositive

1. Stofwisseling
  • Ademhalen, voeden en uitscheiden vormen samen de stofwisseling. 
  • Stofwisseling is een proces waarbij stofjes worden gewisseld
  • bv zuurstof en koolstofdioxide.
  • Wordt niet goedgekeurd als antwoord op de vraag noem een levenskenmerk!

Slide 5 - Diapositive

2. Ademhalen
  • Ook wel gaswisseling genoemd.
  • Nodig voor de verbranding

Slide 6 - Diapositive

3.Voeden
  • Het tot je nemen van voedingsmiddelen
  • Spijsvertering
  • Het opnemen en gebruiken van voedingstoffen

Slide 7 - Diapositive

4.Uitscheiden
  • Het uitstoten / lozen van afvalstoffen.
  • Poepen, plassen, zweten

Slide 8 - Diapositive

5. Groeien
  • Ook wel ontwikkelen genoemd.
  • Groeien betekent: groter of zwaarder worden.

Slide 9 - Diapositive

6. Ontwikkeling
bijvoorbeeld:
  • van geboorte tot volwassen mens

Slide 10 - Diapositive

7.Reageren op prikkels
  • Waarnemen en daar op reageren.
  • bv. Een kat die "blaast"

Slide 11 - Diapositive

8.Bewegen
Bij sommige organismen duidelijker dan bij anderen.

Slide 12 - Diapositive

9.Voortplanten
  • Hierdoor ontstaan nakomelingen

Slide 13 - Diapositive

Levensloop
Elk individu.
Geboorte ---------------------------------------------------> Dood

Slide 14 - Diapositive

Dit is een ........levensloop
geboorte ------------------------------------------------Dood

Slide 15 - Diapositive

Levenscyclus
  • Iedere soort
  • dood
  • nakomeling
  • cirkel, de soort blijft bestaan

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

alle organismen hebben:
A
bladeren
B
dezelfde levenskenmerken
C
schimmels
D
ledematen

Slide 18 - Quiz

1. Enkele processen bij de mens zijn ademhalen, groeien en ontwikkelen.
Welke van deze processen zijn levenskenmerken?
A
Alleen ademhalen en groeien
B
Alleen groeien en ontwikkelen.
C
Zowel ademhalen, groeien als ontwikkelen.

Slide 19 - Quiz

1. Elk organisme heeft een levenscyclus
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Levenscyclus is:
A
Als organismen dood gaan maar ook nakomelingen krijgen
B
een individu
C
alles tussen de geboorte en de dood
D
het levenskenmerk van de plant

Slide 21 - Quiz

In de levenscyclus van de merel gaat een pijl naar een merel die doodgaat. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Het leven van merels eindigt met de dood.
B
Dat het mannetje na het paren altijd doodgaat.
C
Dat merels na het paren doodgaan.

Slide 22 - Quiz

Wat zijn de 9 levenskenmerken?

Slide 23 - Question ouverte

Aan de slag!
  • Maak de opdrachten 1 t/m 6
  • weet je antwoord niet? lees de tekst terug.
timer
15:00

Slide 24 - Diapositive

Bespreken van de opdrachten

Slide 25 - Diapositive


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 26 - Quiz


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 27 - Quiz


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 28 - Quiz


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 29 - Quiz


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 30 - Quiz

Levenskenmerken

Slide 31 - Carte mentale

2. Juist of onjuist...
Alleen planten hebben een levenscyclus.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz