bijvoeglijke bijzin

De bijvoeglijke bijzin
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De bijvoeglijke bijzin

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LESDOELEN
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een bijvoeglijke bepaling en een bijvoeglijke bijzin;
  • Je kunt van een bijvoeglijke bepaling een bijvoeglijke bijzin maken;
  • Je kunt een bijvoeglijke bijzin herkennen in een zin.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
bijvoeglijke bepaling

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijke bepaling

Een  bijvoeglijke bepaling is een woord of woordgroepje dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord


Bijvoorbeeld:

De lerares uit Budel komt vandaag met de auto.

Ik koop de nieuwste cd van Lange Frans

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waar over de bijvoeglijke bepaling? Kies de goede antwoorden.

Een bijvoeglijke bepaling...
A
is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel.
B
zegt iets over een werkwoord in een zinsdeel.
C
zegt iets over een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
D
is altijd een zinsdeel.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is/zijn de bijvoeglijke bepaling(en)?
Het kleine meisje kreeg een lekker snoepje.
timer
1:00

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijke bijzin
  • Een bijv. bijzin zegt ook iets over een zelfstandig naamwoord.
  • Het is een zin en heeft dus een pv.

Bijvoorbeeld:

De jongen die gisteren een ongeluk kreeg ligt in het ziekenhuis.



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun jij de bijvoeglijke bijzin vinden in deze tekst?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijke bijzin
  • Bijvoeglijke bepaling met eigen persoonsvorm
  • Begint vaak met betrekkelijke voornaamwoorden die, dat, wie of wat
bv. De politieagent die mij gisteren bekeurde, zwaaide vandaag vriendelijk.
  • Soms begint een bijvoeglijke bijzin met een voorzetsel
    bv. De vriend van mijn vader is de man naast wie ik in de bus zat.
  • De bijvoeglijke bijzin is geen zelfstandig zinsdeel

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vergelijk:
De spannende game is net uitgebracht.

De game die heel spannend is, is net uitgebracht.

Spannende = bijvoeglijke bepaling bij game
Die heel spannend is = bijvoeglijke bijzin bij game

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: bijzin benoemen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de bijzin (ow-zin, mv-zin etc.) 
1) Dat Usain alweer de snelste is, had iedereen wel verwacht. 



2) Wie thuis alle opdrachten gemaakt heeft, wil ik de lastigste sommen nog wel een keer uitleggen.

Slide 12 - Diapositive

1.  dat Usain alweer de snelste is = lv-zin
2. wie thuis alle opdrachten gemaakt heeft = mv-zin
Zinsdeel of zinsdeelzin
1) We gaan (over twee jaar) verhuizen naar Frankrijk.

2) Finn vroeg (of we allemaal op zijn feestje wilden komen).

3) Gisteren heb ik (aan die leuke jongen uit 2G) een Valentijnskaart gestuurd.

4) (Wie af en toe een complimentje ontvangt), krijgt meer zelfvertrouwen.

Slide 13 - Diapositive

1. zinsdeel
2. zinsdeelzin
3. zinsdeel
4. zinsdeelzin
Grammatica woordsoorten paragraaf 13
Bijvoeglijke bijzin 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bijvoeglijke bijzin
1) Het bronzen standbeeld krijgt een plek in het Stadspark.
2) Het standbeeld, dat van brons is gemaakt, krijgt een plek in het Stadspark.

In zin 1 is bronzen een bijvoeglijke bepaling bij standbeeld. 
In zin 2 is het onderwerp 'Het standbeeld, dat van brons is gemaakt'. Het zinnetje 'dat van brons is gemaakt' is binnen het onderwerp een bijvoeglijke bepaling bij het standbeeld. In dit geval is de bijvoeglijke bepaling een zin. Dat noem je een bijvoeglijke bijzin.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bijvoeglijke bijzin
Het standbeeld, dat van brons is gemaakt, krijgt een plek in het Stadspark.
Je noteert de bijvoeglijke bijzin zo:
bijv.bijzin = dat van brons is gemaakt -> standbeeld.

Het sportcomplex dat vorig jaar gebouwd is, blijkt populair bij tennissers.
bijv.bijzin = dat vorig jaar gebouwd is -> het sportcomplex.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo herken je de bijvoeglijke bijzin
Een bijvoeglijke bijzin...
- Begint vaak met die of dat;
- Zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord (de kern), net als een bijvoeglijke bepaling;
- Staat direct achter de kern;
- Is een zin en heeft dus een persoonsvorm, maar is onderdeel van een zinsdeel (een zinsdeelstuk);
- Kun je meestal weglaten: er blijft een correct zin over.;

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de bijvoeglijke bijzin in de volgende zinnen?
1) Apen begroeten elkaar, blijkt uit een internationaal onderzoek dat laatst uitgevoerd is.

2) Het circuit van Zandvoort, dat erg dichtbij zee ligt, is uniek.

3) De coach legde de spelers die hij had geselecteerd voor de basisopstelling, de tactiek uit.

Slide 18 - Diapositive

1. dat laatst uitgevoerd is
2. dat erg dichtbij zee ligt
§13 Bijvoeglijke bijzin (bladzijde 230-231)

Opdracht 1 t/m 5 

Aan de slag
Klaar?
Nakijken

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions