Par. 2.4 Nederland in het interbellum

Leerdoelen opschrijven
3. Welke politieke ontwikkelingen vonden plaats?

Kenmerkend aspect: de economische wereldcrisis

1. Welke sociale verdeling bestond in Nederland?
2. Hoe ontwikkelde de economie zich?

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen opschrijven
3. Welke politieke ontwikkelingen vonden plaats?

Kenmerkend aspect: de economische wereldcrisis

1. Welke sociale verdeling bestond in Nederland?
2. Hoe ontwikkelde de economie zich?

Slide 1 - Diapositive

Studiewijzer
08-09/04 Par. 2.4 Nederland in het Interbellum
11/04 Par. 2.4 Nederland in het Interbellum (3h3 en 3h4)
15-16/04 Par. 5.1 Er komen andere tijden
18/04 Par. 5.1 Er komen andere tijden
22-23/04 PO Essay schrijven
25/04 Par. 5.3 Postindustrieel Nederland
Meivakantie
13-14/05 Par. 5.3 Postindustrieel Nederland
16/05 Geen les
20/05 2e Pinksteren
21-24/05 Par. 5.3 Postindustrieel Nederland
27-28/05 Par. 5.4 Veelkleurig Nederland
30/05 Par. 5.4 Veelkleurig Nederland
03 en 06/06 Oefentoets/voorbereiden TWT4
TWT4 
Par. 2.4, 5.1, 5.3 en 5.4

Slide 2 - Diapositive

Vandaag
1. Uitleg par. 2.4 
2. Opdrachten maken en bespreken
3. Leerdoelen bespreken
4. Afsluiten

Slide 3 - Diapositive

Een verzuild land
Eind 19e eeuw begon in Nederland de verzuiling (sociale verdeling in levensbeschouwelijke groepen)
De samenleving raakte verdeeld in vier groepen (zuilen): katholieken, protestanten, socialisten en liberalen.

Nederlanders gingen uit van hun levensbeschouwing (geheel van ideeën over wat belangrijk is in het leven).
1. Welke sociale verdeling bestond in Nederland?

Slide 4 - Diapositive

Een verzuild land
Ook de omroep (1 alle radiobedrijven, later ook televisie. 2 een omroepvereniging) raakte verzuild.


In de politiek waren de zuilen ook zichtbaar. Toch werd hier samengewerkt als er gezamenlijke belangen waren. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

2. Hoe ontwikkelde de economie zich?
In de jaren 1920 ging het goed met de Nederlandse economie, maar tijdens de wereldcrisis (1929) liep de werkloosheid snel op. 

Veel mensen werden afhankelijk van een uitkering (geld dat iemand krijgt). Om zwartwerken te voorkomen moesten werklozen een kaart laten stempelen (systeem met stempelkaarten van werklozen).

De industriële productie en handel daalden tot minder dan de helft. 

Slide 7 - Diapositive

2. Hoe ontwikkelde de economie zich?
In 1933 werd Hendrik Colijn premier (minister president).
 Terwijl andere landen de economie stimuleerden, richtte de regering-Colijn haar beleid op bezuinigen, omdat er minder geld aan belasting binnenkwam. 
Door deze aanpassingspolitiek (aanpassing van overheidsuitgaven aan dalende inkomsten) werd de crisis alleen maar erger.

- Salarissen van ambtenaren en werklozenuitkeringen werden verlaagd. 

Slide 8 - Diapositive

Nederlandse beleid (manier waarop iets wordt geregeld)
De regering-Colijn hield ook vast aan de gouden standaard: de vaste verhouding van de waarde van een munt ten opzichte van goud.

In de crisistijd lieten veel landen het systeem los. Ze maakten hun munt minder waard en daarmee hun producten goedkoper. Nederlandse producten werden hierdoor in verhouding duurder.



2. Hoe ontwikkelde de economie zich?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Afgelopen les..
1. Welke sociale verdeling bestond in Nederland?
  • Nederland was verdeeld in 4 zuilen: de liberalen, de socialisten, katholieken en protestanten. Deze groepen hadden veel eigen organisaties. Hun leiders werkten wel samen in de politiek. 
 
2. Hoe ontwikkelde de economie zich?
  • In de jaren 20 was er in Nederland veel welvaart, maar in 1929 ontstond een wereldcrisis. De crisis werd erger door de aanpassingspolitiek van Colijn. Ook wilde hij de gouden standaard niet loslaten. 

Slide 11 - Diapositive

3. Welke politieke ontwikkelingen vonden plaats?
  • Ook in Nederland was er in het interbellum veel kritiek op de democratie: er werd slap geregeerd en hielden partijen alleen rekening met hun kiezers en niet met het nationale belang. 
  • Vanaf 1920 ontstonden er fascistische groepen en partijen. De NSB werd de grootste, maar kreeg bij verkiezingen nooit meer dan 8% van de stemmen.

Slide 12 - Diapositive

De WA (weerbaarheidsafdeling) van de NSB, een vechtgroep. De leden droegen een zwart uniform. Ze marcheerden op straat en veroorzaakten vechtpartijen. 

Slide 13 - Diapositive

3. Welke politieke ontwikkelingen vonden plaats?
Totalitaire partijen maakten in Nederland weinig kans door verschillende oorzaken:
  •  Zo was er geen woede over de afloop van de oorlog.
  • Katholieken, gereformeerden kerken en ambtenaren mochten geen lid worden van de NSB. 
  • In 1935 werd politieke organisaties verboden om uniformen te dragen. 
  • Nederland al een ‘sterke man’; Colijn.

Colijn werd gepresenteerd als stuurman die het 'schip van staat' zelfverzekerd door de storm loodste. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Opdrachten maken en bespreken
Reageer de op stelling:
"Nederland is nog steeds verzuild"

Voorwaarden:
  • Noem een voor- en tegenargument. Gebruik de woorden: ten eerste, ten tweede en ten slotte.
  • Vergeet niet je tegen argument te ontkrachten / belachelijk maken
  • Schrijf een conclusie (zoals: daarom vind ik dat [standpunt]).
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen antwoorden
3. Welke politieke ontwikkelingen vonden plaats?
timer
3:00

Slide 17 - Diapositive