Taaldorp: introductie + à la terrasse

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bienvenue à Villangues

Welke situaties gaan we NIET doen in het Taaldorp?

1. au magasin de vêtements
2. à la terrasse
3. à l'office de tourisme
4. au bureau de police

... en   ...

au camping

Op welke datum is het Taaldorp?

1. 4 maart
2. 5 maart
3. 6 maart
4. 7 maart

Waar vind je informatie om te oefenen?

1. taaldorpboekje
2. Unité 1
3. Quizlet
4. Unité 2

Met wie ga je die dag Frans spreken?

1. met Fransen, via een online spreektool
2. met Franstaligen die op school komen
3. met de docenten Frans (DLM, KVR, DUB en TNA)
4. met je klasgenoten

les buts du cours

• ik kan op een eenvoudige manier mensen aanspreken, groeten en afscheid nemen 
• ik kan een plekje reserveren in een restaurant
• ik kan een bestelling in een restaurant/  café doen
  
• ik kan getallen uitspreken en verstaan
• ik kan de ober om dingen vragen, zoals de menukaart of een servet
  
• ik kan aangeven dat ik iets lekker vind
  
• ik kan vragen naar favoriete gerechten

Welke woorden die te maken hebben met eten en drinken ken je in het Frans?

00:14

un steak frites, s.v.p. ...
saignant (wat is dat?)

00:28

'l'addition, s'il vous plaît' betekent ...

1. de menukaart, a.u.b.
2. de rekening, a.u.b.
3. een extra gerecht, a.u.b.
4. ik ga auditie doen, a.u.b.

apprendre.tv5monde.com

Maak nu opd. 1 -5 van de site!

Sluit LessonUp nog niet

Klaar? Oefenen op Quizlet

(zie link Magister).

Hoe zeg je 'ik wil graag'?

1. je voudrais
2. je veux
3. je peux
4. je vais

Wat is 'het dagmenu'?

1. le coca du menu
2. le boisson
3. le plat du jour
4. le vin du plat

Werk in tweetallen: maak een gesprekje 

1. Monsieur, s'il vous plaît?

2. Je peux avoir la carte, s.v.p.?

3. Oui, volontiers. Je voudrais (!) un coca, s.v.p.

4. Uh, je ne sais pas encore: qu'est-ce qu'il y a dans 'une salade caprese'?

5. Ah non, je n'aime pas les tomates. Je prends un sandwich au jambon et fromage.

(...)

7. Oui, c'était très bon. Je peux avoir l'addition, s.v.p?

8. Je peux payer avec ma carte bancaire?

voilà (je betaalt)

9. au revoir! (laat een paar muntjes achter)

1. Monsieur/ madame, bonjour, je peux vous aider?

2. Oui, bien sûr. Vous voulez boire quelque chose?

3. Très bien et vous avez déjà choisi?

4. Dans la salade caprese il y a des tomates

5. Très bien, un instant, s.v.p.

6. Ça a été?

7. Voilà, ça fait €5, 50

8. Oui, bien sûr, voilà (ober biedt pinautomaatje). Merci beaucoup, au revoir

quizlet.com

les buts du cours

• ik kan op een eenvoudige manier mensen aanspreken, groeten en afscheid nemen 
• ik kan een plekje reserveren in een restaurant
• ik kan een bestelling in een restaurant/  café doen
  
• ik kan getallen uitspreken en verstaan
• ik kan de ober om dingen vragen, zoals de menukaart of een servet
  
• ik kan aangeven dat ik iets lekker vind
  
• ik kan vragen naar favoriete gerechten

Weet je nu hoe je een gesprekje op het terras kunt voeren?