lesson 2.2 past simple

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Bord

2E Plattegrond

Docent

Stijn			Lena	Roos			Milo
Willem	Tibbe			Mik		Isa	Noa
Sofie o	Feline		Merel	Loulou		Thijmen	Jan thij
Colin	Jonne		Oliver	Kay		Annabel	Sofie a
Luuk			Marie	Aline		Lenneh	Daniel

Bord

Linne			Nathan	Pelle		Floor	Linn
Lyenn	Gijs		Yrla	Eveline		Joep	Levy
Juul	Saar						Lillian
Ivo	Yaroslav		Liv	Vera		Stefania	Zoë
Roosmarijn	Jikke		Tijn	Jort		Daniel	Silvan

2d plattegrond

Docent

Bord

Docent

plattegrond 2c

sem				mats		hannah	eline
mette	julliëtte			mikail		miles	max
kelle	joël		kiki	nora			abel
nina	willemijn		neva	senna			fleur
			maxim	jasper		lea	sara

Welcome!

Today's lesson: 

Past simple 

Practice

Listening 

Ending the lesson

Afspraken

1. Als de les begint verwacht ik dat je gelijk je spullen pakt en niet wacht tot ik het van je vraag. 
2. Tijdens mijn uitleg verwacht ik dat het stil is.
3. Heb je een vraag? Dan steek je je vinger op.
4. Wil je ergens anders zitten dan is (vaak) de afspraak: ergens anders zitten is een beloning voor goed gedrag. Als jij eerst op je eigen plek zit en aan mij kan tonen dat je goed meedoet, dan kan ik je, nadat je het hebt gevraagd, toestemming geven om ergens anders te zitten. 
5. Je gaat niet zomaar opstaan en blijft op je plek zitten. 
6.  Uiteraard verwacht ik ook dat jullie je werkboek altijd bij je hebben en actief meedoen met het maken van de opdrachten. 

Past simple 

When? wanneer we het hebben over dingen die in het verleden zijn gebeurd. 

(yesterday, last week, a while ago) 

Hoe? hele werkwoord + ed 

> She climbed a mountain last week. 

Let op!

+ We visited the stadium yesterday.

- We didn't visit the stadium yesterday  maar  Who told you about that?

? Did we visit the stadium yesterday?

Let op!

Regelmatig

1. to walk - walked
2. to play - played
3. to talk - talked
4. to love - loved
5. to cook - cooked
6. to watch - watched  

> She watched him play games.

> We talked on the phone all night.

Onregelmatig

1. to fly - flew 
2. to get - got
3. to hear - heard
4. to hide - hid 
5. to flee - fled
6. to become - became

> She hid her feelings from her mom.

> I heard a strange noise.

Uitzonderingen

ww die eindigen met een -e: alleen + d	I baked a cake yesterday. You hoped for a good grade.	bake > baked hope > hoped
ww die eindigen op medeklinker + -y: verandert naar -ied	We tried to warn you. She studied a lot.	try > tried study > studied
ww die eindigen op een klinker+medeklinker: medeklinker verdubbelt	He stopped a car. Hailey admitted that she didn't like the painting.	stop > stopped admit > admitted
ww die eindigen op klinker + -l: l verdubbelt	They travelled to Wales. They cancelled the tour.	travel > travelled cancel > cancelled

Checking

1. She ____ (try) to call you yesterday, but your phone was off.
2. They ____ (stop) the car when they saw the deer on the road.
3. We ____ (visit) the museum last weekend.
4. I ____ (study) for the test all night.
5. He ____ (drop) his keys while running to catch the bus.

Practice

- I'm going to hand out a worksheet with some exercises about the past simple. 

- Do this exercise quietly.

- You can use your book (page 270) for exercise 3!

- You have ten minutes to finish them. 

Afterwards we will check the answers.

- Read the exercises carefully. Still have a question? Then you can come to me.

- If you've finished it you can start working on your homework: page 52 exercises 2,5,6,7

Listening

• go to page 52 of your workbook.
• We're going to start with exercises 3 and 4. 
• Afterwards you can work on 2,5,6,7 (homework)
  

Ending the lesson

A: She _____ (become) a doctor last year. 

B: My friend did'nt _____ (ask) me how my test went.

C: Did you ______ (leave) the restaurant early?

Homework next lesson

Do: p. 52 ex 2,5,6,7 

Study: p. 83 and 84

Afspraken

1. Als de les begint verwacht ik dat je gelijk je spullen pakt en niet wacht tot ik het van je vraag. 
2. Tijdens mijn uitleg verwacht ik dat het stil is.
3. Heb je een vraag? Dan steek je je vinger op.
4. Wil je ergens anders zitten dan is (vaak) de afspraak: ergens anders zitten is een beloning voor goed gedrag. Als jij eerst op je eigen plek zit en aan mij kan tonen dat je goed meedoet, dan kan ik je, nadat je het hebt gevraagd, toestemming geven om ergens anders te zitten. 
5. Je gaat niet zomaar opstaan en blijft op je plek zitten. 
6.  Uiteraard verwacht ik ook dat jullie je werkboek altijd bij je hebben en actief meedoen met het maken van de opdrachten.