beweging hoofdstuk 5

• Science
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

welkom allemaal

pak je Ipad er bij en zorg dat je in de lessonup zit

wat gaan we doen?

stukje herhalen

nieuwe lesstof

aan de slag

leerdoelen

je weet welke stappen moet volgen om eenheden om te rekenen.

maar eerst

gisteren zijn jullie bezig geweest met een paar opdrachten.

ik wil opdracht 2 en 9 nog even klassikaal behandelen

opdracht 2

Op een fietskaart staat dat de schaal 1: 30 000 is.

Wat betekent dit?

bij een schaal zijn de eenheden gelijk dus dit betekent
1 cm is in werkelijkheid 30 000 cm

opdracht 5

Tijd kun je uitdrukken in uren, minuten of seconde.

In 1 minuut zitten
...... seconden. In 1 uur zitten ..... 

 minuten.

Dat betekent dat er in 1 uur
.... seconden zitten.

opdracht 7

Hoe snel je met je fiets tot stilstand komt, hangt af van de toestand van de weg.

Op welke weg duurt het het langst om tot stilstand te komen? Klik op het juiste antwoord.

regen

sneeuw

droog

opdracht 9

In het verkeer moet je voortdurend alert blijven op wat er om je heen gebeurt.

9In welke situaties reageer je zelf trager dan normaal?

medicijnen

telefoon

gladde weg

achterbanden versleten

eenheden 

tijdens dit hoofdstuk gaan we rekenen met eenheden. om hier goed mee aan de slag te kunnen gaan we eerst even oefenen met eenheden

welke kennen jullie allemaal al?

eenheden

rekenen met eenheden

welke eenheid je ook gebruikt je kan deze stappen volgen om er mee te rekenen.

eenheden omrekenen

Stap 1: zet de eenheid die je hebt naast de andere eenheid die je nodig hebt

Stap 2: Ga na met welk getal je moet vermenigvuldigen (→) of delen (←). 

Stap 3: Voer de juiste vermenigvuldiging of deling uit en noteer het resultaat.

voorbeeld

je wil weten hoeveel milliliter 0,125 liter is.

dus je wil van liters omrekenen naar milliliter 

1) Bedenk (of zoek op) dat 1 L gelijk is aan 1000 mL

2) Je gaat van liter naar milliliter, dus je moet vermenigvuldigen met 1000.

3) Uitrekenen: Het volume van het water = 0,125 × 1000 = 125 mL

je hebt enorm veel dorst en besluit het blik(je) op de afbeelding te kopen. In dit blik(je) zit 1200 liter cola hoeveel milliliter is dat?

1. 12 milliliter
2. 120 000 milliliter
3. 1 200 000 milliliter
4. 1.2 milliliter

uitleg

1) Bedenk (of zoek op) dat 1 L gelijk is aan 1000 mL

2) Je gaat van liter naar milliliter, dus je moet vermenigvuldigen met 1000.

3) Uitrekenen: Het volume van de cola = 1200 x 1000 = 1 200 000 mL

nu jullie: je rijd met de fiets "eventjes" naar Amsterdam dit is 150 000 meter.
hoeveel kilometer is dit?

1. 150 000 000 kilometer
2. 150 kilometer
3. 15000 kilometer
4. 15 kilometer

uitwerking

1) Bedenk (of zoek op) dat 1 km gelijk is aan 1000 m

2) Je gaat van km naar meter, dus je moet delen door 1000.

3) Uitrekenen: de lengte van de afstand is 150 000: 1000 = 150 km

het F1 circuit in Oostenrijk (redbullring)
is 4,318 km hoeveel cm is dit circuit?

1. 0.04318 cm
2. 0.0004318 cm
3. 431, 8 cm
4. 4318 00 cm

uitwerking

1) Bedenk (of zoek op) dat 1 km gelijk is aan 1000 m

Bedenk (of zoek op) dat 1 m gelijk is aan 100 cm

van km naar cm is dus 1000x100 = 100 000
 

2) Je gaat van km naar centimeter, dus je moet vermenigvuldigen met 100 000

3) Uitrekenen: de lengte van het circuit is  = 4.318 x 100 000 = 431 800 cm