3.3 Op Wie ga jij stemmen?

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

3.3 Op wie ga jij stemmen?

Inhoud

• Terugblik 
• Introductie 
• Leerdoelen bespreken 
• Lezen 3.3
• Uitleg over links, rechts en midden partijen
• Vragen maken 
• Evalueren 

In een dictatuur:

1. zijn vaak verkiezingen.
2. is altijd een koning(in) aan de macht.
3. heeft vaak het leger de macht.
4. hebben burgers veel rechten.

6. Hard optreden tegen politieke tegenstanders zie je in een:

1. dictatuur
2. democratie

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. In de grondwet staat dat burgers mensenrechten hebben.
2. In een dictatuur hebben de burgers alle macht.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

3.3 Leerdoelen 

• Ik kan de begrippen links, midden en rechts categoriseren.
  
• Ik kan de Nederlandse partijen indelen in links, midden en rechts.
  
• Ik kan het verschil opnoemen tussen links, rechts en midden. 

Lees 3.3 

Schrijf de onderstaande begrippen uit in de begrippenlijst

Gemeenteraad

De politici die de bevolking heeft gekozen om beslissingen te nemen over een gemeente.

Rechtse politieke partij

Een partij die vindt dat de overheid zo weinig mogelijk moet regelen.

Linkse politieke partij

Een partij die vindt dat de overheid mensen die weinig geld hebben moet helpen.

Tweede Kamer

De politici die de bevolking heeft gekozen om beslissingen te nemen over Nederland.

Wie kiezen we?

In Nederland zijn er elke 4 jaar verkiezingen. Als je een Nederlands paspoort hebt en 18 jaar of ouder bent, mag je stemmen bij:

• De gemeenteraadsverkiezingen: gemeenteraadsleden beslissen over zaken in jouw gemeente.

•  Landelijke verkiezingen: we kiezen de 150 leden van de Tweede Kamer. 

Links

• Gelijkheid
• Zwakkeren helpen
• Actieve overheid
• Verschil tussen arm en rijk moet kleiner

Politieke partijen:

SP, PvdA, GroenLinks, Denk, partij voor de dieren

Rechts

• Economische vrijheid
• Mensen hebben eigen verantwoordelijkheid
• Geen actieve overheid
• Strenge straffen voor criminelen

Politieke partijen:

SGP, VVD, PVV, FvD

Midden

• Overheid moet helpen als burgers het samen niet kunnen oplossen.
• Voor elkaar zorgen.

Politieke partijen:

ChristenUnie, CDA

De partijen

'Nederland moet meer geld geven aan arme landen'.

Links of rechts?

Links, want linkse partijen willen de zwakkeren helpen.

'Er mag best een verschil zitten tussen arm en rijk'.

LInks of rechts?

Rechts, het is eigen verantwoordelijkheid. Wil je meer geld? Dan moet je maar meer werken.

'De overheid moet minder regels opleggen aan de bevolking'.

Links of rechts?

Rechts, want rechtse partijen willen geen actieve overheid.

VVD en FvD

1. Links
2. Midden
3. Rechts

Links of rechts?
Studeren moet weer gratis worden, zo krijgt iedereen gelijke kansen

1. Rechts
2. Links

Vinden economische vrijheid heel belangrijk

1. Links
2. Midden
3. Rechts

Een partij wil de belasting verhogen voor de rijken. Is deze partij links, midden of rechts?

1. Links
2. Midden
3. Rechts

Komen op voor de zwakkeren

1. Links
2. Rechts
3. Midden

Wat is een middenpartij?

1. SP
2. VVD
3. CDA
4. PVV

Links of rechts?
Als je een topinkomen hebt moet je meer belasting betalen

1. Links
2. Rechts

Links, midden of rechts?
Eigen verantwoordelijkheid voor de burgers.

1. links
2. midden
3. rechts

Op welke soort partij zou jij stemmen?

Links

Midden

Rechts

Opdrachten maken 3.3

Hoe ging de les?

3.3 Op wie ga jij stemmen?

3.3 Op wie ga jij stemmen?

• Terugblik 
• Leerdoelen
•  Afmaken en vragen nakijken
• Uitleg opdracht 
• Opdracht maken 
• Evalueren 

Een linkse politieke partij wil zo veel mogelijk de …………….. helpen

1. rijke mensen.
2. grote bedrijven.
3. werkgevers.
4. mensen met weinig geld.

Mensen moeten problemen zo veel mogelijk zelf oplossen, zonder hulp van de overheid.
Deze uitspraak hoort vooral bij

1. links
2. rechts
3. midden

Zijn de zinnen juist of onjuist?
1. Rechts vindt het erg als de een veel meer verdient dan de ander.
2. Rechts vindt het belangrijk dat mensen die de wet overtreden licht gestraft worden.

1. 1 is juist, 2 is onjuist
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

3.3 Leerdoelen 

• Ik kan de begrippen links, midden en rechts categoriseren.
  
• Ik kan de Nederlandse partijen indelen in links, midden en rechts.
  
• Ik kan het verschil opnoemen tussen links, rechts en midden. 

Nakijken opdrachten 3.3

Opdracht

3.3 Leerdoelen 

• Ik kan de begrippen links, midden en rechts categoriseren.
  
• Ik kan de Nederlandse partijen indelen in links, midden en rechts.
  
• Ik kan het verschil opnoemen tussen links, rechts en midden. 

Hoe ging de les?