Vragen 6.1 woonplaats en werkplaats
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat was géén reden voor terugkeren van de steden?
A
De bevolking nam toe
B
Het werd veiliger om te reizen
C
In het hofstelsel waren gebieden zelfvoorzienend
D
Er kwam meer specialisatie in ambachten
Slide 2 - Quiz
Sleep de blauwe dingen naar de juiste plekken zodat er een logisch schema ontstaat.
Boeren breidden de landbouwgrond uit.
Boeren verbeteren hun landbouwtechniek
Boeren verkochten voedsel op de een markt
De bevolking groeide
De landbouw bracht meer op
Slide 3 - Question de remorquage
Noem een indirect gevolg van de groeiende landbouwproductie.
Slide 4 - Question ouverte
De hertog van Brabant schafte de tol af voor de bewoners van 's-Hertogenbosch.
1. Noem hiervan een direct gevolg.
2. Noem hiervan een indirect gevolg.
1. Noem hiervan een direct gevolg.
2. Noem hiervan een indirect gevolg.
Slide 5 - Question ouverte
In welke gebieden in Europa ging de verstedelijking het snelst?
Slide 6 - Question ouverte
Gebruik de tekst 'de geldeconomie' en afbeelding 4.
Noem drie soorten mensen die je omstreeks 1500 op een markt van een stad kon tegenkomen.
Noem drie soorten mensen die je omstreeks 1500 op een markt van een stad kon tegenkomen.
Slide 7 - Question ouverte
Rechtsonder op afbeelding 4 zit een boerin met eieren. Leg uit hoe zij zorgde voor zowel vraag als aanbod op de markt.
Slide 8 - Question ouverte
Stel, een handelaar koopt een partij laken in 's-Hertogenbosch. Bedenk hoe hij hierop winst kan maken.
Slide 9 - Question ouverte
Gebruik de tekst 'De geldeconomie'
Leg uit waarom geldwisselaars belangrijk waren voor de handel.
Leg uit waarom geldwisselaars belangrijk waren voor de handel.
Slide 10 - Question ouverte
Gebruik de tekst 'De geldeconomie'
Welke drie dingen deden banken met geld?
Welke drie dingen deden banken met geld?
Slide 11 - Question ouverte
Gebruik de tekst 'De geldeconomie'
Bankiers waren vaak joods. Geef hiervoor een verklaring. Gebruik hierin het begrip rente.
Bankiers waren vaak joods. Geef hiervoor een verklaring. Gebruik hierin het begrip rente.
Slide 12 - Question ouverte
Gebruik de tekst 'De geldeconomie'
Welk voordeel hadden wisselbrieven en giro?
Welk voordeel hadden wisselbrieven en giro?
Slide 13 - Question ouverte
Welke taken hadden de gilde's?
