Unit 1&2 grammar uitleg

Grammar Unit 1+2

Who 

Which

Personen

Dingen

It was Madison who was so nice to me.

She sent me a reply, which simply said: 'OK'.

wie

welke

Hoofdzin	Bijzin
will + hele werkwoord	if + present simple
Dat gebeurt er,	als je dit doet
He will feel better	if he takes his medicine
Shall we call you	if we see him?

If sentences

If you study hard	you will pass your test
If I help you now	I will help you later.

Past Simple VS Past Continuous

als iets in het verleden is gebeurd en als het belangrijk is wanneer het is gebeurd. In de zin staan dan vaak woorden als: last night, in 2015, this morning, five minutes ago, when I was young.

Je gebruikt de past continuous als je zegt wat er op een bepaald moment in het verleden aan de gang was of wat je toen aan het doen was.

Hoe? werkwoord + ed of het tweede rijtje

Hoe? to be (was / were) + werkwoord + -ing.

You were watching a film when I called you.

We danced at his party last night.

Present Perfect

• De present perfect heeft ook nu nog invloed of is nog steeds bezig. Het is de voltooid tegenwoordige tijd, dus aan de ene kant is het al voltooid (in het verleden), maar is het ook nog bezig of heeft het nog invloed (in het heden).
  

  Voorbeeld: 

- Graham has lived in London since the summer of 2010.

- We have never been to that restaurant.

Present Perfect

• Hoe: have / has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

- We have worked on our business idea for 3 years.

- I have never eaten that in my life!

Signaalwoorden, woorden waaraan je ziet dat het ook nu nog van invloed is of nog steeds bezig is, zijn: for, since, already, ever en never.

Present Perfect recap