Articles - 3mavo

Articles (lidwoorden)
The 
an 
Vandaag leer je wanneer je geen lidwoord gebruikt.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Articles (lidwoorden)
The 
an 
Vandaag leer je wanneer je geen lidwoord gebruikt.

Slide 1 - Diapositive

Geen article

Geen lidwoord als je het hebt over leden van een groep, wel als het gaat over de groep als geheel.


People think Australians are really laid-back.

The Australians are tough to beat at rugby.

Slide 2 - Diapositive

Geen 'the'

Gebruik geen 'the' na:

- Both (beide)
- All (alle, de hele)
- Most (de meeste)


Both countries are very nice to visit.

Slide 3 - Diapositive

Geen article

Je gebruikt geen lidwoord voor:
- titels
- wanneer iemand de enige is die een bepaalde functie uitoefent.


He is Prime Minister of Australia.
He is President of the United States.

Slide 4 - Diapositive

Geen article

Je gebruikt geen lidwoord voor:
- continenten, landen, plaatsnamen, straten en meren.
- namen van gebouwen.
- organisaties die beginnen met een plaatsnaam, tenzij de naam al een lidwoord bevat.


Slide 5 - Diapositive

Examples
Nigeria is a country in Africa.
Lake Torrens is close to Adelaide.

Let's take the bus to Holten.
My brother studied at Cambridge University.


Slide 6 - Diapositive

Geen article

Je gebruikt geen lidwoorden in een aantal vaste uitdrukkingen:
to/at/in/from school/university etc.
to/in/into/out of bed.
to/at/from work
to/at sea
to/in/from town

at/from home

Slide 7 - Diapositive

Geen article in vaste uitdrukkingen.


leave home
leave/start/enter school / university etc.
by day / at night
by car/ bus etc.
by radio/phone/mail etc.


We met Joanne at school.

Slide 8 - Diapositive

Japanese and ....Korean cultures are quite distinct.
A
an
B
a
C
the
D
-

Slide 9 - Quiz

Take the chance to stand out in ___ crowd.
A
an
B
a
C
the
D
-

Slide 10 - Quiz

___ politicians generally don't talk about a subject directly.
A
an
B
a
C
the
D
-

Slide 11 - Quiz