werkwoordspelling - instructie 4

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

werkwoordspelling 

pv vt van zwakke ww en bijvoeglijk gebruikte dw.

Het bleek dat de kok al jaren de gekruide kip tweemaal kruidde. 

Gebruik 'braden'

De man die gisteren het vlees ..., gooide het ... vlees weg. 

Gebruik 'uitweiden'

De leraar ... vorig jaar uit over zijn hobby.

Gebruik 'haten'

Vroeger ... zij dit door mij ... spel net zo. 

Gebruik 'promoten'

Toen wij de zaak ...., steeg de omzet. 

Gebruik 'vergroten'

Hang straks je ... foto even op.

Gebruik 'praten':

Vorig jaar ... ik niet tegen hem.

Gebruik 'vergroten':

Verleden week ... wij de posters.

Gebruik 'kruiden'

Houd jij ook zo van ... vlees?

Gebruik 'verloten'

De ... artikelen zijn daar opgeslagen.

Gebruik 'baden':

De jongen ... zo lang dat zijn ervan rimpelde.

Gebruik 'wieden'

Jij ... gisteren het onkruid toch?

Gebruik 'wieden'

Als zij vroeger onkruid ..., moest ik het ... onkruid weggooien.