3h3 10/1 herhalen

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour !

Lundi 10 janvier 2021

Le planning

- herhaling grammatica

- oefenen met luistervaardigheid

- eventueel woordjes oefenen

Toetsstof TW2

Weging 3x

Leren:

U2:     appr. 5 en 10 (futur en vraagzin) en imparfait (herhaling)   

U3:      appr. 1, 2, 4, 5 (pers. vnw.), 6, 8

Totaal grammatica: 

- werkwoordstijden futur+imparfait

- vraagzinnen maken (inversie en vraagteken)

- persoonlijk voornaamwoord als lijdend en meewerkend voorwerp

Futur simple: Hoe ziet dat er uit?

Bij faire (=doen, maken) kan je in je boek zien dat de stam 'fer' is: de uitgang staat namelijk achter deze letters. 

Als je wilt weten hoe je zegt 'hij zal maken', ziet dat er zo uit:

Hij = il 

stam = fer 

uitgang bij 'il' = a

onderwerp + stam + uitgang --> il + + fer + a =       il  fera

Herhaling - Le futur simple - uitgangen

Werkwoorden op ir        - op er                   -op re

Je               choisirai          mangerai             prendrai
Tu               choisiras         mangeras            prendras

Il/elle/on  choisira           mangera              prendra

Nous         choisirons      mangerons         prendrons

Vous          choisirez         mangerez           prendrez

Ils                choisiront      mangeront          prendront

Zet in de futur simple
Je/j (être)

1. je serai
2. j'étais
3. je serais
4. j'ai été

Zet in de futur simple
Il (parler)

1. il parle
2. il a parlé
3. il parlait
4. il parlais

Info luistertoets

Naast kennistoets in TW ook luistertoets

week 24-28 januari

weging 1x

Oefenen met boek en Woots

Oefenen met Woots

www.woots.nl

inloggen met entree

oefenen met toetsen die klaarstaan

oefening baart kunst

Au travail!

1. Oefentoets in Woots

2. Klaar? Nog een oefentoets of werken met een ander onderdeel van Frans:

- oude luisteroefeningen uit je boek

- grammaticaopdrachten uit je boek

- werkwoorden oefenen op verbuga

- woordjes leren

Werk voor jezelf en in stilte. Heb je vragen, ben ik bereikbaar via Teams.

Uitleg U3, app. 5

Een lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord

Je cherche mon stylo --> Je LE cherche

Marc écrit le mail à sa soeur --> Marc LUI écrit le mail.