checks Britse Rijk

Geef een economisch en een militair motief voor de Britten om koloniën te stichten in Noord-Amerika.
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Geef een economisch en een militair motief voor de Britten om koloniën te stichten in Noord-Amerika.

Slide 1 - Question ouverte

Waarom was de hoeveelheid slaven in de zuidelijke koloniën veel groter dan in het noorden

Slide 2 - Question ouverte

Noem een argument om de slavernij in stand te willen houden.

Slide 3 - Question ouverte

Waarom spreekt men tegenwoordig liever over slaven met de term 'slaafgemaakten' ?

Slide 4 - Question ouverte

Noem twee redenen waarom de eilanden in de Caraïben geschikt waren voor plantagelandbouw
A
vruchtbare grond voor suikerteelt
B
gunstige ligging voor handel
C
veel slaven beschikbaar op de eilanden
D
Goed klimaat voor suikerteelt

Slide 5 - Quiz

De opkomst van de plantagelandbouw was een belangrijke oorzaak voor de driehoekshandel.
In hoeverre is deze bewering juist?

Slide 6 - Diapositive

De intensieve suikerteelt op Jamaica en Barbados, zorgde voor zowel de opkomst als de ondergang van de plantagelandbouw.

Slide 7 - Sondage

Beredeneer welk effect de afschaffing van de slavenhandel had op de winstgevendheid van de suikerrietplantages op Jamaica en Barbados.

Slide 8 - Question ouverte

Een oorzaak is anders dan een aanleiding. Wat is een aanleiding?
A
De directe reden voor iets
B
datgene wat een bepaalde omstandigheid of gebeurtenis teweegbrengt

Slide 9 - Quiz

Wat was voor de kolonisten de aanleiding om in opstand te komen tegen het Britse bestuur.
A
De afschaffing van de slavernij
B
Dat de kolonisten teveel inspraak hadden in het bestuur
C
De invoerbelasting op producten, zonder inspraak in het bestuur van de kolonie
D
De oorlog tussen de Britten en de Fransen in Amerika

Slide 10 - Quiz

Wat was voor de kolonisten de oorzaak om in opstand te komen tegen het Britse bestuur.
A
De afschaffing van de slavernij
B
Dat de kolonisten teveel inspraak hadden in het bestuur
C
De invoerbelasting op producten, zonder inspraak in het bestuur van de kolonie
D
De oorlog tussen de Britten en de Fransen in Amerika

Slide 11 - Quiz

De Britse belastingen raakten bijna alle kolonisten in Noord-Amerika. Geef hiervoor een verklaring.

Slide 12 - Question ouverte

Verlichte denkers zagen volkssoevereiniteit als alternatief voor absolute vorsten.
Maar wat betekent volkssoevereiniteit?
A
Een kleine groep mensen heeft de macht namens het volk .
B
Het volk heeft alle macht.
C
Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.
D
Het volk wijst één leider aan dat namens hen gaat besturen.

Slide 13 - Quiz