Spelling en formuleren-vervolg

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Grammatica en een beetje spelling

Schrijf de vragende voornaamwoorden op

Schrijf de aanwijzende voornaamwoorden op

Welke woordsoort is

nu -morgen -straks - toen - erg -

welke woordsoort is

veel - weinig - middelste - laatste

Maak een zin met:
onderwerp met een eigennaam,
lijdend vw met een bijvoeglijke bepaling, bijwoordelijke bepaling met een bijvoeglijke bep.

Een groepje leerlingen ....... nog niet naar de woordenlijst op pag. 194 gekeken

1. heeft
2. hebben

Slechts de helft van de ondervraagden .... de enquete ingevuld.

1. heeft
2. hebben

Hij draagt een .... ring.

1. goude
2. gouden

Zij houdt van .... biefstuk.

1. gebakke
2. gebakken

Het hondje staat te kwispelen.

een ....... hondje

1. kwispelende
2. kwispelend

de hond heeft zijn pootje gebroken

het .... pootje

1. gebroke
2. gebroken

het meervoud van

kantine

1. kantines
2. kantine's

het meervoud van

kopje

1. kopje's
2. kopjes

het meervoud van

foto

1. foto's
2. fotos

het meervoud van

opa

1. opas
2. opa's

het meervoud van

taxi

1. taxi's
2. taxis

het meervoud van

saté

1. satés
2. saté's
3. satees

het meervoud van

industrie

1. industriën
2. industrieën
3. industries

het meervoud van

bacterie

1. bacteriën
2. bacterieën

het meervoud van

cowboy

1. cowboys
2. cowboy's

het meervoud van

lolly

1. lollys
2. lolly's

het verkleinwoord van

oma

1. oma'tje
2. omaatje

het verkleinwoord van

tekening

1. tekeningkje
2. tekeningetje
3. tekeninkje
4. tekentje

het verkleinwoord van

tosti

1. tostietje
2. tosti'tje
3. tostie'tje
4. tostitje

het verkleinwoord van

lolly

1. lolly'tje
2. lollietje
3. lollytje
4. lollitje

Iedereen moet nu weten hoe hij/zij de toets het best ...

1. voorbereid
2. voorbereidt