5V periode 2 (24-25)


SPAANS
5 VWO


Periodo 2
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 43 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon


SPAANS
5 VWO


Periodo 2

Slide 1 - Diapositive

  • Start P2
  • Inkijken toets TW1
  • Escribir frases
  • Se impersonal
  • Historias de cronopios y famas
Semana 1
18 nov - 22 nov

Slide 2 - Diapositive

¿Qué hacer en período 2?
Pruebas

  • Week 5:            Toets zinnen schrijven capítulo 2
  • Toetsweek 2:   Literatuurtoets (op papier)

Slide 3 - Diapositive

  • Ga naar alkwin.remindotoets.nl
  • Bekijk je toets (filter eventueel op foute antwoorden)
  • Kijk of je nog punten zou moeten krijgen (accentfout, 1 letter fout,  herhalingsfout, etc). 
  • Verzamel al je opmerkingen en steek dan pas je hand op. De docent komt langs met pen en papier en zal jouw opmerkingen noteren. (Hierna zal je docent alles verwerken en de uiteindelijke cijfers in Magister zetten). 
  • Klaar? Vertalen zinnen P2.
Toets inzage TW 1

Slide 4 - Diapositive

  1. Zoek en schrijf eerst alle losse woorden op die je nodig hebt
  2. Bepaal in welke tijd de zin staat. In deze tijd zet jij je hoofdwerkwoord (nl hulpwerkwoorden laat je weg).
  3. Per (bij)zin vervoeg je 1 werkwoord, net als in het Nederlands.
  4. Tijds-en/of plaatsbepaling staat voor- of achteraan de zin.
  5. Zorg dat de elementen die iets over elkaar zeggen, in het Spaans ook bij elkaar staan.
  6. Een vraagzin is hetzelfde als een gewone zin, alleen zet je er nu vraagtekens bij, zowel aan het begin als aan het einde van de zin.
  7. Let op bij alle woorden die iets over een zelfstandig naamwoord zeggen, deze pas je aan (mnl/vrl + enk/mv). Bijvoorbeeld 'la tortuga divertida'. 
  8. Het bijvoeglijk nw staat áchter het zelfst.nw, behalve met hoeveelheden (veel, weinig, 101.. ). 
  9. Gebruik bij het ww 'zijn' altijd de top 3 van 'hay/estar/ser'.
9 Tips bij het schrijven van zinnen

Slide 5 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


¡Para empezar!
2. 2. Heb jij vorige week Juan een aardappel cadeau gegeven?


1. In ons dagelijks leven eten we veel groenten, daarom geven we vandaag de dag veel geld (dinero) uit aan (en) voeding. 


(les 1)

Slide 6 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


Respuestas
2. Heb jij vorige week Juan een aardappel cadeau gegeven?
¿Regalaste una patata a Juan la semana pasada?
1. In ons dagelijks leven eten we veel groenten, daarom geven we vandaag de dag veel geld (dinero) uit aan (en) voeding. 
En nuestra vida cotidiana comemos muchas verduras, por eso gastamos mucho dinero en alimentación hoy en día. 

(les 1)

Slide 7 - Diapositive

  • Waar kennen we 'se' van in het Spaans?


  • Respuesta: wederkerende werkwoorden (bijv. ducharse / llamarse / peinarse..) 

  • Voorbeeld: Se ducha = hij/zij/u doucht (zich)
  • Voorbeeld: Se duchan = zij/u (mv) douchen (zich)





Se impersonal

Slide 8 - Diapositive

  • In het Spaans hebben sommige constructies geen grammaticaal onderwerp. Dat betekent dat het niet duidelijk is wie/wat iets doet in de zin. Het zijn vaak ‘algemene’ uitspraken, zoals: 

  • En Argentina, se come mucha carne. = ‘in Argentinië eten ze veel vlees/in Argentinië eet men veel vlees.’ 

  • Zoals je ziet, is er in de Spaanse zin niet echt een onderwerp. Het is niet duidelijk wie er veel vlees eet, ‘ze’ eten dat, of men eet dat. Maar wie zijn ze? Wie is men? Omdat je dat niet weet, en het over een algemene uitspraak gaat, gebruik je de ‘construccion impersonal.’ 


Se impersonal

Slide 9 - Diapositive

  • Deze constructie vorm je altijd door ‘se’ met een werkwoord. Enkele voorbeelden:

  • En España se cena bastante tarde.
  • Las empanadas se fríen en aceite muy caliente.

  • Zoals je ziet, gebruiken we in de ene zin het werkwoord in het enkelvoud, en in de ander in het meervoud. De regels hiervoor vind je op de volgende dia. 



Se impersonal

Slide 10 - Diapositive

ZNW ENKELVOUD --> SE + VERBO EN SINGULAR
Primero se calienta el aceite
'El aceite' is enkelvoud en daarom gebruiken we se calienta.

ZNW MEERVOUD --> SE + VERBO EN PLURAL
Se echan las patatas
'Las patatas' is meervoud en daarom gebruiken we se echan. 

Als er geen znw is, gebruik je ook het enkelvoud van het werkwoord.
Voorbeeld: En mi casa, se cena a las nueve y media. 

Se impersonal (regels)

Klik op deze link. Maak oefeningen 1 tot en met 4. 

Slide 11 - Diapositive

¿Qué?
Je start met een introductieopdracht om je kennis te laten maken met een onderdeel van de Latijns-Amerikaanse literatuur. 

¿Cómo?
Zachtjes overleggen met je buurman/vrouw

¿Objetivo?
Je maakt kennis met de Latijns-Amerikaanse literatuur, 
je oefent met de taal en hebt hopelijk enigszins plezier in de te lezen verhaaltjes. 

¿Tiempo?
30-60 minutos
Historias de cronopios y famas

Slide 12 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


¡Para empezar!
2. Kleed jij je hetzelfde aan als (como) ik? Wat een geluk!

1. Het was een vooroordeel dat mijn buurman onbekwaam was.


(les 2)

Slide 13 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


Respuestas
2. Kleed jij je hetzelfde aan als(como) ik? Wat een geluk!
¿Te vistes lo mismo como yo? ¡Qué (una) suerte!
1. Het was een vooroordeel dat mijn buurman onbekwaam was.
Era un tópico que mi vecino era incapaz.

(les 2)
'Qué' is hier geen vraagwoord maar geeft een uitdrukking weer. Vandaar het gebruik van een accent. 

Slide 14 - Diapositive

  • Estudiar voca PA capítulo 2 + EB p.5-10, 12
  • Thema 1 literatuur & cultuur lezen + vragen maken
  • Zinnen schrijven (lessonup)
  • PA capítulo 2 eje 2+3
Semana 2
25 nov - 29 nov

Slide 15 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


¡Para empezar!
2. Het was de gewoonte dat de regering deze mensen gevangen zette. 

1. Tijdens de dictatuur van 1992 leden de mensen (la gente) voortdurend honger.


(les 1)

Slide 16 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


Respuestas
2. Het was de gewoonte dat de regering deze mensen gevangen zette. 
Era el costumbre que el gobierno detenía esta gente. 
1. Tijdens de dictatuur van 1992 leden de mensen (la gente) voortdurend honger.
Durante la dictatura de 1992 la gente sufrió hambre constantemente.

(les 1)

Slide 17 - Diapositive


Na de presentatie ga je de tekst lezen uit je reader en maak je de bijbehorende vragen. Dit doe je op papier in je boekje. 




Thema 1: El descubrimiento (1492-1519)

Slide 18 - Diapositive

¿Qué?
Lees thema 1 van je literatuurboekje. Maak de bijbehorende vragen in je boekje op papier. De antwoorden zijn te vinden in de te lezen tekst. 

¿Cómo?
Je mag samenwerken

¿Objetivo?
Met thema 1 maak je kennis met de Latijns-Amerikaanse literatuur. 

¿Tiempo?
20-35 minutos
Literatura
¿List@? verbuga.eu --> oefenen ww indefinido

Slide 19 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


¡Para empezar!
2. In de loop van de gebeurtenis veroverde hij zijn vrijheid.
1. Overtuig jij mij om me aan te kleden?


(les 2)

Slide 20 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


Respuestas
2. In de loop van de gebeurtenis veroverde hij zijn vrijheid.
A lo largo del acontecimiento conquistó su libertad. 
1. Overtuig jij mij om me aan te kleden?
¿Me convences (para) vestirme?

(les 2)

Slide 21 - Diapositive

  • PA capítulo 2 eje 2+3 (zet in de tekst met nr's waar het antwoord staat)


Klaar? Kijk of je bij deze sprookjes de juiste tijd (indefinido of imperfecto) weet te kiezen. 



¿List@s? Verder met literatuur. 




¡A trabajar!

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

  • Revisar semana 2
  • Estudiar voca 
  • Thema 3 lezen + vragen maken
  • Lees/spreekopdracht 1
  • PA capítulo 2 eje 5
  • Roze boekje ejercicios ‘perífrasis verbales’
  • Zinnen schrijven (lessonup)
Semana 3
2 dic - 6 dic

Slide 24 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


¡Para empezar!
2. Hij overtuigde mij dat de oorsprong van de aardappel in El Salvador ligt. 

1. De optocht begon om kwart over twee. 


(les 1)

Slide 25 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


Respuestas
2. Hij overtuigde mij dat de oorsprong van de aardappel in El Salvador ligt. 
Me convenció que el origen de la patata está en El Salvador. 
1. De optocht begon om kwart over twee. 
El desfile empezó a las dos y cuarto. 

(les 1)

Slide 26 - Diapositive

  • PA capítulo 2 eje 2+3 (klassikaal)

  • Thema 1 literatuur: lln die het gemaakt hebben, vergelijken in groepjes van 4 hun antwoorden met elkaar en vullen aan. Stel ook vragen als je twijfelt!
     Niet gemaakt? Dan nu zelfstandig maken. 




Revisar

Slide 27 - Diapositive

  • Zie p. 81 van je Roze Boekje. 

  • Perífrasis verbales zijn vaste contructies. Leer het als voca. 

  • Maak opdracht A op p. 81 (onderstreep én vertaal). 


Voeg toe: 
- tener + que + infinitief = moeten ...
- hay que + infinitief = men moet ....


Perífrasis verbales

Slide 28 - Diapositive

  1. El perro comenzó a/de/por/que ladrar cuando sonó el timbre. 
  2. Tenéis a/de/por/que llamar a la profesora para cancelar la clase.
  3. Las clases dejaron a/de/por/que ser aburridas cuando cambiaron al profesor.
  4. Estás a punto a/de/por/que conseguir tu sueño.
  5. No volveré a/de/por/que llegar tarde, lo prometo.
  6. El cine de mi barrio lleva ___________ (proyectar)películas antiguas todo el verano.
  7. Los bomberos siguieron ___________ (mojar) el bosque después de extinguir el incendio.
  8. Mi abuela solía ___________ (coser) después de cenar.
  9. Cuando termine la fiesta, hay que ___________ (recoger) todo.
  10. Los perros no paran de ___________ (ladrar) cuando están en el jardín.
  11. Tengo que ___________ (ordenar) mi cuarto si quiero salir con mis amigos.
Perífrasis verbales

Slide 29 - Diapositive

  1. El perro comenzó a ladrar cuando sonó el timbre. 
  2. Tenéis que llamar a la profesora para cancelar la clase.
  3. Las clases dejaron de ser aburridas cuando cambiaron al profesor.
  4. Estás a punto de conseguir tu sueño.
  5. No volveré a llegar tarde, lo prometo.
  6. El cine de mi barrio lleva proyectando (proyectar)películas antiguas todo el verano.
  7. Los bomberos siguieron mojando (mojar) el bosque después de extinguir el incendio.
  8. Mi abuela solía coser (coser) después de cenar.
  9. Cuando termine la fiesta, hay que recoger (recoger) todo.
  10. Los perros no paran de ladrar (ladrar) cuando están en el jardín.
  11. Tengo que ordenar (ordenar) mi cuarto si quiero salir con mis amigos.
Perífrasis verbales

Slide 30 - Diapositive

¿Qué?
Lees thema 3 van je literatuurboekje. Maak de bijbehorende vragen in je boekje op papier. De antwoorden zijn te vinden in de te lezen tekst. 

¿Cómo?
Je mag samenwerken en overleggen zolang je ook daadwerkelijk werkt. Lukt het niet om samen aan het werk te gaan? Dan werk je alleen. 

¿Objetivo?
Je bent je kennis over de Latijns-Amerikaanse literatuur en cultuur aan het vergroten. 

¿Tiempo?
20-35 minutos
Literatura
¿List@? verbuga.eu --> oefenen ww indefinido

Slide 31 - Diapositive

¿Qué?
Lees tekst 1 óf 2. Maak de vragen en bespreek de laatste opdracht met je buurman/vrouw. 

¿Cómo?
Lezen doe je zelfstandig en alleen. Bij de spreekopdracht mag je overleggen. 

¿Objetivo?
Je maakt leeskilometers en leert hoe je tekst kan gebruiken om je spreekvaardigheid te verbeteren. 

¿Tiempo?
20-35 minutos
Leer y hablar
¿List@? verbuga.eu --> oefenen ww indefinido

Slide 32 - Diapositive

  • PA capítulo 2 eje 5


Klaar? Maak de online oefeningen van 'se impersonal' die je nog niet gemaakt had (zie week 1)


¿List@s? Verder met literatuur. 




¡A trabajar!

Slide 33 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


¡Para empezar!
2. Spoedig zullen de media heel machtig zijn.

1. Was het ondenkbaar dat de maatregel de moeite waard was?


(les 2)

Slide 34 - Diapositive

¡Para empezar!
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (PA capítulo 1)

11. Bied jij de gevaarlijke stukken aan?
¿Ofreces las piezas peligrosas?

12. Ik beken me mooi te maken 
Confieso arreglarme.
Vertaal NEDERLANDS-SPAANS (Paso Adelante capítulo 2)


Respuestas
2. Spoedig zullen de media heel machtig zijn.
Pronto los medios de comunicación serán muy poderosos.
1. Was het ondenkbaar dat de maatregel de moeite waard was?
¿Era impensable que la medida merecía la pena?

(les 2)

Slide 35 - Diapositive

  • In
Semana 4
9 dic - 13 dic

Slide 36 - Diapositive

  • In
Semana 5
16 dic - 21 dic

Slide 37 - Diapositive

Voca toets 2/4
Zinnen schrijven
PA capítulo 2 (alle woorden N-S)
EB p.5 voorzetsels (N-S & S-N)
EB p.6-10 gevoels- en structuurwoorden (S-N)
EB p.12 werkwoorden 1-40 (S-N)

Slide 38 - Diapositive

  • In
Semana 6
6 ene - 10 ene

Slide 39 - Diapositive

  • In
Semana 7
13 ene - 17 ene

Slide 40 - Diapositive

  • In
Semana 8
20 ene - 24 ene
40 min

Slide 41 - Diapositive

Deberes
Estudiar 
- Voca Unidad 5 bloque B

Hacer 
- Literatura y cultura: leer tema 1
- Entregar el plan del viaje en Classroom



Slide 42 - Diapositive

Toetsweek 2: Literatura y cultura

Slide 43 - Diapositive