1.Het zou de moeite waard zijn om elkaar op kantoor te zien
Merecería la pena vernos/reunirnos en la oficina
2.Terwijl ik mij omkleed kun je beginnen met koken
Mientras me visto puedes empezar a cocinar
3. Zullen ze met Kerst thuis komen?
¿Vendrán a casa en Navidad?