2022-10-18 GM3 Grieks (sigm. aoristus)

Leerdoelen

  • Ik kan uitleggen hoe de sigm. aoristus wordt gevormd.
  • Ik kan de uitgangen van de sigm. aor. opzeggen.



Weektaak

  • herhalen: W t/m les 16
  • leren: W les 17
  • leren: gramm 4.4 (HB 151)
  • maken (deels in de les) ergon 12, 13, 14






    1 / 16
    suivant
    Slide 1: Diapositive
    GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

    Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

    time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

    Éléments de cette leçon

    Leerdoelen

    • Ik kan uitleggen hoe de sigm. aoristus wordt gevormd.
    • Ik kan de uitgangen van de sigm. aor. opzeggen.



    Weektaak

    • herhalen: W t/m les 16
    • leren: W les 17
    • leren: gramm 4.4 (HB 151)
    • maken (deels in de les) ergon 12, 13, 14






      Slide 1 - Diapositive

      Begintaak
      Allerlei:
      • Noteer alle functies van de dativus.
      • Noteer de betekenis van σου - ὑμῖν - αὐτήν.
      • Uit welke elementen bestaat een imperfectum-vorm?
      • Spreek uit: ἐγχειριδιον
      • Noteer de betekenis: πολλάκις - ὑπέρ (+?) - ζητέω
      • Hoe vertaal je een imp! van de aoristus (bijv. δράμετε)?
      • Wat is juist: Τὰ τέκνα γέλᾷ of Τὰ τέκνα γέλωσιν.

      Slide 2 - Diapositive

      • We bespreken de SO

      Slide 3 - Diapositive

      Slide 4 - Diapositive

      Slide 5 - Diapositive

      Slide 6 - Diapositive

      Slide 7 - Diapositive

      Slide 8 - Diapositive

      Slide 9 - Diapositive

      Vertaal naar het Grieks (allemaal aor.-vormen)
      1. jij hebt verhinderd (κωλύω)
      2. vertrouwd hebben (πιστεύω)
      3. zij maakten los (λύω)
      4. jij moet bevelen (κελεύω)
      5. wij hebben aangeraden (συμβουλεύω)
      6. ik heb geroepen (καλέω)
      7. jullie moeten besluiten (βουλεύω)
      8. hij heeft voltooid (τελέω)
      9. jullie offerden (θύω)
      Ind.
      -σα
      -σας
      -σε(ν)
      -σαμεν
      -σατε
      -σαν
      Ιmp!
      -σον
      -σατε
      Ιnf.
      -σαι

      Slide 10 - Diapositive

      We nemen de woorden van les 17 door.

      Wat valt op aan:
      • ἔπεμψα
      • ἤλπισα
      • ἐφύλαξα

      Slide 11 - Diapositive

      Slide 12 - Diapositive

      Slide 13 - Diapositive

      Slide 14 - Diapositive

      Slide 15 - Diapositive

      Slide 16 - Diapositive