Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
3.1 Genotype en fenotype & 3.2 Genen
Erfelijkheid en evolutie
3.1 Genotype en fenotype
3.2 Genen
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Erfelijkheid en evolutie
3.1 Genotype en fenotype
3.2 Genen
Slide 1 - Diapositive
Bij welke celdeling ontstaat er een exacte kopie van de moedercel?
A
Meiose
B
Mitose
C
Reductiedeling
D
Ovulatie
Slide 2 - Quiz
Mitose
Meiose
Slide 3 - Question de remorquage
Genotype en fenotype
mens heeft 46 chromosomen in elke lichaamscel.
Deze bestaan uit DNA
Stukjes DNA die informatie bevatten voor
één eigenschap
noem je een
gen
.
Chromosomen
Lange dunne draden DNA. Bevinden zich in de celkern.
Mensen hebben 46 chromosomen, in 23 paren.
Slide 4 - Diapositive
Genotype en fenotype
Elk chromosoom bevat een groot aantal genen.
Genen kunnen in de cel 'aan' of 'uit' staan.
De gen voor haarkleur staat in cellen van de haarzakjes aan. In de lever uit.
Elk gen bestaat uit twee
allelen
, één op elk
chromosoom.
De twee allelen van een gen kunnen verschillen.
Chromosomen
Lange dunne draden DNA. Bevinden zich in de celkern.
Mensen hebben 46 chromosomen, in 23 paren.
Slide 5 - Diapositive
Hoe ontstaat het Genotype
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen samen noem je het
genotype
van dat organisme.
Slide 6 - Diapositive
Door meiose ontstaan...
A
Mutaties
B
Afwijkende cellen
C
Geslachtscellen
D
Alle cellen van het lichaam
Slide 7 - Quiz
Hoe ontstaat het Fenotype
Alle eigenschappen van een organisme noem je het
fenotype
van dat organisme.
Slide 8 - Diapositive
Hoe ontstaat het Fenotype
Alle eigenschappen van een organisme noem je het
fenotype
van dat organisme.
Slide 9 - Diapositive
Fenotype
Het
fenotype
komt tot stand door je GENOTYPE maar ook door je leefstijl, omgeving, vrienden enz. Dit kan veranderen.
Slide 10 - Diapositive
Maak huiswerk
Maak BS 1 (blz. 170) opdracht 1 t/m 6
Slide 11 - Diapositive
23 chromosomen
23 chromosomen
46 chromosomen
46 chromosomen
Slide 12 - Question de remorquage
Wanneer wordt het genotype bepaald?
Slide 13 - Question ouverte
BS 2 GENEN
-Erfefelijke eigenschappen noemen we
genotype
.
Alle eigenschappen van een organisme noem je het
fenotype
van dat organisme.
Je fenotype wordt bepaald door je genotype, maar ook door je leefstijl en je omgeving.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Door welk type celdeling groeit een bevruchte eicel uit tot een nieuw organisme?
A
Mitose
B
Meiose
Slide 16 - Quiz
Een eeneiige tweeling ziet er meestal niet precies hetzelfde uit.
Wat is er dan anders?
A
Het fenotype
B
Het genotype
Slide 17 - Quiz
Homozygoot en heterozygoot
- Gen heeft bijvoorbeeld info over de vorm van je haar.
1. Er is een allel voor stijl haar
2. Er is een allel voor krullend haar.
Slide 18 - Diapositive
Homozygoot en heterozygoot
Slide 19 - Diapositive
Homozygoot
Heb je 2 genen voor krullend haar, dan ben je
homozygoot
voor de eigenschap krullend haar.
Homo betekend hetzelfde
bijv. man+man of vrouw+vrouw
Slide 20 - Diapositive
Heterozygoot
Heb je 2 verschillende genen, dan ben je
heterozygoot
1 gen voor krullend,
1 gen voor steil
Hetero betekend anders
bijv. man+vrouw
Slide 21 - Diapositive
Heterozygoot
Heb je 2 verschillende genen, dan ben je
heterozygoot
1 gen voor krullend,
1 gen voor steil
Hetero betekend anders
bijv. man+vrouw
Slide 22 - Diapositive
Dominant of recessief
Een allel kan
dominant
of
recessief
zijn: het dominante allel komt altijd tot uiting in het fenotype, het recessieve allel niet.
Dus als donkerhaar dominant is en blond is recessief, en
Bart heeft een vader met donker haar en een moeder met blond, wat wordt zijn haarkleur?
Slide 23 - Diapositive
Genotype noteren
We gebruiken letters:
Dominant allel - HOOFDLETTER
Recessief allel - kleine letter
Homozygoot - beide groot/ klein
Heterozygoot- groot & klein
Voorbeeld:
Homozygoot dominant - AA
Heterozygoot - Aa
Homozygoot recessief - aa
Oefening:
Bruin haar: dominant
Blond haar: recessief
Moeder is homozygoot blond
Vader is homozygoot bruin
Wat zijn hun genotypes?
Wat zijn die van Bart?
Slide 24 - Diapositive
Intermediair fenotype
Beide genen komen tot uiting bij
intermediair fenotype
!
Dus wit en rood maakt roze
Beide genotypes zijn dominant dus beide komen tot uiting
Slide 25 - Diapositive
Intermediair fenotype
Geen dominant en recessief allel, beide allelen zijn even sterk
Slide 26 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
9.2 Stamboomonderzoek
Juin 2022
- Leçon avec
35 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
9.2 Stamboomonderzoek
Mai 2023
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
5.3 Stamboomonderzoek dl1
Mai 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
D2BTh6 B3bc:Oefenen
Avril 2019
- Leçon avec
27 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
9.1 Jouw waarneembare eigenschappen
Mai 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
D2BTh6 B3c: OUD OUD ANTW Kruisingsschema's lln
Mai 2019
- Leçon avec
35 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
9.1 Jouw waarneembare eigenschappen
Juin 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
3.1 Genotype en fenotype & 3.2 Genen
Août 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3